Tijdens het ontbijt klettert de regen op de glazen piramide van de hotel lounge. Maar het weerbericht is redelijk geruststellend: na de ochtend showers belooft het een prima fietsdag te worden. De fietsen worden in alle vroegte uit het miniberghok gemanoeuvreerd en onze indrukwekkende hoeveelheid tassen wordt weer opgezadeld. Dan komt helaas een teleurstellend moment want de accu van Tetman weigert opnieuw dienst. Alle tricks en trucs mogen niet baten dus we hevelen wat bagage over naar de gemotoriseerde fietsers en Tetman zal het vandaag op eigen kracht moeten doen. En dat doet hij fantastisch dus alle lof daarvoor! We gaan van het Clyde en Forth Canal naar het Union Canal. Als we een enorme brug oversteken zien we links de industrie en scheepswerven van Edinburgh en in de verte vaag de beroemde hangbrug en rechts de prachtige Kelpie Horses. Mythische paardenhoofden die oprijzen uit het water maar ook symbool voor de kracht van paarden in dit gebied: voor de landbouw, het vervoer en de industrie. Een kleine replica van deze beroemde beelden hebben we eerder op onze tocht gezien. Na een lekker fietstochtje langs het Union Canal komen we langs een beroemd aquaduct. Lang, immens hoog en met keien waarover we met de fiets aan de hand moeten lopen met de peilloze diepten links en het water rechts. Best wel eng maar tegelijkertijd ook prachtig. Dreigende luchten en regen hebben nu plaats gemaakt voor zon en dat zal de rest van de dag zo blijven. Helaas staat er een stevige zuidwesten wind en aangezien wij naar het zuiden gaan hebben we die behoorlijk tegen. Desondanks genieten van de schitterende vergezichten. Maar voordat je ver kunt kijken moet je hoog klimmen. En dat doen we dus ook vandaag. Nadat we de stedelijke agglomeratie van Falkirk en andere randsteden van Glasgow en Edingburg hebben doorkruist gaat het heuvelopwaarts de natuur in. Prachtig maar stevig trappen. Dan genieten van gele korenvelden, knalgroende weilanden, roodbruine en zwarte koeien, witte schapen met donkere koppen en hoorns, donkergroene dennebomen en af en toe een eenzame boerderij. Prachtig landschap om doorheen te fietsen met in de verte altijd wel weer een bergketen of heuvelrug.
Tegen 17 uur bereiken we dan Biggar waar we een Guest House hebben geboekt. Volgens T gerund door een gepensioneerde onderwijzeres met te weinig pensioen. De ontvangst is hartelijk maar ook gereserveerd. Ze had niet verwacht dat wij op de fiets zouden komen. Schoenen uit en op sokken naar boven. We delen de badkamer. Maar het uitzicht op Biggar en de heuvels rondom is prachtig. Na een snelle douche zoeken de heren snel de Crown’s Inn op. Met stip op 1 als gezellige pub. Heerlijk bier dat ze eerst mogen voorproeven. De dames nemen iets meer tijd, doen dan de boodschappen voor ontbijt en lunch en schuiven aan bij het avondmaal. Fantastisch goede keuken, zeer vriendelijke bediening, kortom Schotland op zijn best! Na een kleine whiskey bij de koffie - we maken indruk dat we zomaar twee merken kunnen benoemen - terug omhoog naar ons Guest House dat idyllisch aftekent tegen de nu snel donker wordende avondhemel.
Geschreven door TAP.op.de.fiets