Het weerbericht voor vandaag is ietwat ongewis en om die reden hebben we gegoogled naar een hotelletje met als verrassend resultaat “ Les chambres de la Renaissance” in het gehucht Sainte Julie. Kamer geboekt met de verzekering dat er in Sainte Julie een restaurantje is waar we kunnen eten.
Maar eerst un petit déjeuner bij onze lieve gastvrouw. Zelfgemaakte compôte van rabarber, aardbeien, frambozen en vijgen, geroosterd brood (geen bakker in de buurt). We zadelen alles weer op en nemen hartelijk afscheid.
Mistflarden hangen over de lage bergen rondom, maar het is droog en de temperatuur is aangenaam om te fietsen.
Vandaag is het traject makkelijk te befietsen,we volgend de Ain en er zijn weinig hoogteverschillen.
We passeren diverse viaducten waarvan die bij Bolozon wel heel bijzonder is, een dubbele: één voor de auto’s en één voor de trein.
In Poncin koffie met een gigangische pain aux raisins (de wespen zijn er helaas ook dol op) en een pizzaatje gekocht voor de lunch.
Als we verder gaan begint het toch serieus te regenen. We schuilen onder een boom tot het ergste voorbij is, maar gaan dan toch maar verder, de lucht breekt al...
Bij een plan d’eau pauze voor de lunch terwijl de zon aarzelend doorbreekt en we snel kunnen opdrogen. Dan verder, af en toe langs een wat grotere weg, daarna weer door verlaten velden met mais en zowaar een veld nog fleurige zonnebloemen.
Rond 14 uur zijn we al in Sainte Julie, zodat we in alle rust kunnen douchen en relaxen in deze verrassend mooie locatie. De eerste geschiedenis gaat terug tot de 12e eeuw, bloeitijd de 16 e eeuw, vandaar de naam van het chateau. Er is een fabriek van zijden sjaals in gehuisvest geweest en het gebouw is in de loop der tijden vele malen van eigenaar verwisseld. Nu in het bezit van een dame, Isabelle, die alles heeft laten renoveren zodat dit hotel vanaf 2017 de prachtige historische kamers verhuurt.
Middagpauze in de kamer of op het terrasje op het balkon. Een heerlijke vin régional (soort van roze champagne) uit de minibar. ‘s Avonds lopen we naar het enige restaurantje van het dorp: Au comptoir du Lavoir. Ook al weer een mooi verhaal, het dorp heeft als gemeenschap besloten om de oude auberge te restaureren en te exploiteren. We zitten er genoeglijk, worden vriendelijk bediend en de kok in de keuken vertoont heerlijke culinaire kunsten (we kijken hem letterlijk op de vingers, wat een discipline en professionaliteit om in je eentje zoveel mensen tegelijk te voederen).
Lekkere melon au jambon vooraf met een toefje salade, Tetman een perfect gegrilde entrecôte en ik kabeljauw met curry breton, daarna nog een assiette fermière (kaas) en een petit café.
Alles even lekker en vers met producten uit de streek. We zitten temidden van de Fransen, geen toerist te bekennen...
Als we teruglopen naar le chateau zien we een glasheldere maansikkel en één ster boven de de toren. Van ons krijgt deze accomodatie zeker vier sterren. La vie est belle!
Geschreven door TAP.op.de.fiets