Wat een heerlijke slaapplaats vannacht. Nadat we heerlijk gezeten hadden en gegeten ging op tijd het licht uit.
De bedden waren echt een geschenk uit de hemel.
Vanmorgen om 8 uur uit de veren.
Laatste dag. Afscheid. Het zit wel even in mijn hoofd maar ergens gaat het ook weer voorbij.
Pelgrim zijn gaat nooit uit je lijf.
Het gevoel blijft.
We nemen wel afscheid van heel veel andere dingen.
We zijn vergeten een ontbijt te bestellen en de vrouw des huizes komt een appel en banaan brengen en vertellen dat er tot Muxia niets is.
Maar we kunnen wel ontbijten bij 2 restaurants.
Gisteren gegeten in de een dus vandaag ontbijten in nr 2.
Een ontzettend leuk ding.
We hebben een goed ontbijt en ze maakt een lunch voor ons voor onderweg.
De olie gebruik ik voor mijn huid. Beter dan al dat meezeulen van huid cremetjes.
En dan gaan we op stap.
Een dag vol onverwachtse momenten tegemoet.
Els vertelt over hoe goed je aan je poep kan zien wat je gegeten hebt.
Gister spinazie dus groene poep.
Ik kan niet mee praten.
Mijn darmen laten nauwelijks iets los en nemen straks alles mee als herinnering naar Nederland.
Els begint door te krijgen dat ze vooral op moet letten met wat ze zegt🤣
Maar we voeren ook serieuze gesprekken vandaag.
Hoe schrijf je je verhalen en vertel je over pelgrimeren.
Vertel je een heel spiritueel verhaal hoe bijzonder en mooi het is?
Of vertel je een gewoon verhaaltje van niks bijzonders? Of juist een verhaal hoe het werkelijk is.
Spiritueel en mooi maar ook met al zijn pijntjes, chagrijnigheidjes en het er doorheen zitten.
We hebben er zo onze meningen over.
In ieder geval denk ik niet zo na over wat ik tik.
Gewoon wat ik onthouden heb.
Gewoon wie ik ben. Ach en het is mooi te lezen zoals ieder zijn op pad gaan beleeft.
Ik weet dat mijn fototoestel in combi met de telefoon afstands foto's kan maken.
Leuk als we tussen de varens zitten te .... met onze hoofden er bovenuit hadden we bedacht als gekke foto.
Maar vandaag op deze laatste dag eerst maar eens proberen.
Knippen en nog eens knippen op de telefoon, maar niks doet het.
En dan ineens begint het fototoestel te reageren en klikt erop los.
Idiote standjes tot gevolg en we hebben vreselijke lol.
Nog maar even verder oefenen.
Onze onderbroeken leiden vandaag ook een eigen leven vindt Els.
Ja verzucht ik even later het lijkt wel een broodje knakworst.
Twee bollen met een broek ertussen en dan krijgen we de slappe lach.
Het wordt tijd dat ik even alleen voorop loop.
Zo komen we geen meter vooruit.
En dan als ik denk te weinig water te hebben en wel erge dorst heb, komen we een kroegje op de berg tegen.
Twee blikjes cola zero en nog wat coke van Els die even vergeten lijkt te zijn dat het cola is, gaan er vlotjes in.
Els probeert nog even het record boeren te verbeteren, maar als ze de wc deur dicht wil trekken laat ik toch wel heel duiderlijk weten dat ik win😆
En dan gaat het verder. Als we op onze tocht windmolens zien is 1 ding zeker.
We gaan een eind klimmen want we gaan er naar toe.
Dat is nu ook het geval.
Na een poosje als we even uitpuffen en lachen komt er een 72 jarige Japanse man aan die ons een snoepje zout aan biedt.
Blijkbaar denkt hij dat we uitgedroogd zijn.
Geweldige pelgrim begonnen in Jean Pied
en nu met een geblesseerde voet zijn bagage vooruit gestuurd en zelf erachter aan lopend.
Vriendelijk en lachend wat Japanners meestal doen.
Maar wat een heerlijke man.
Wij gaan weer verder en komen bij een afslagje waar geen duiderlijk bordje staat.
Dus lopen wij ook keurig verkeerd.
En de japanse man holt erachteraan.
We lopen dood dus dat is fijn.
Weten we in ieder geval verkeerd te zijn.
De Man laat ons de route zien.
Nu gaat het goed.
Op een paaltje eten we onze lunch.
Ik probeer een gaai op de foto te krijgen en we genieten.
Je hoort met al die windmolens wel steeds minder vogels.
Blijkbaar zijn het de molens die ze verjagen.
Maar dan mogen we naar beneden en we zien de zee.
We lopen nu ook ieder alleen.
Alleen om op onze eigen manier afscheid te kunnen nemen van een bijzondere periode.
We hebben het er samen vaak over gehad hoe mooi we het samen hebben.
Afscheid van de bergen, de talrijke vlinders die eeuwig lijken te spelen en fladderen.
Afscheid van de eucalyptisch bomen die hun lekkere geur verspreiden.
Afscheid van de wegen, recht, asfalt, rotsen, en het eeuwige steigen en dalen.
En vooral afscheid van dit zwervende bestaan.
Bij de weg lopen we dan weer samen.
Als we bij de kruising komen en definitief langs de weg gaan is het nog even plas pauze, noten eten en drinken.
En net als we aan het drinken gaan komen er twee gigantische koeien met een man aan.
Ik gil een waarschuwing naar Els die overeind springt en ook gaat gillen.
Een van de koeien plast en ik zie een stroom op ons af komen.
We weten weer netjes te ontkomen omdat ze net voor ons een stukje weiland in duiken.
Later bedenken we ons dat we geboft hebben.
Waren ze 5 minuten eerder geweest dan waren we met onze broeken op de hielen gaan rennen🤣
Het laatste stuk is saai langs de weg en dan zijn we er.
De gele pijlen houden ermee op en het is lastig onze weg zoeken.
Is dit het nou?
Raar binnen lopen.
Eerst maar op pad voor een slaapplaats die we ook vinden als is het niet zo eenvoudig.
Maar we hebben weer een prima bed op een 6 persoons zaal.
Dan gaat het zonder Bert en Ernie naar het nulpunt.
Dat vinden we.
Een klooster en ik vind wat ik zocht.
De graftombe. Via de rotsen klim ik erheen.
Els app ik even alleen te willen zijn.
Van mijn moeder heb ik een vlindertje als herinnering mee genomen.
Zij hield net als ik veel van de natuur.
Bij de graftombe leg ik het vlindertje op een rots.
Alle herinneringen aan haar die ik weet, laat ik gaan.
En ondertussen kijk ik naar de vlinder en wacht.
Het duurt een poosje maar zo kan ik afscheid nemen.
Dan komt er een golf en neemt de vlinder een stukje mee.
En dan komen de tranen.
Tranen om wat niet meer kan en wat ik zo graag had gewild.
Tranen om deze mooie tijd.
En dan uiteinderlijk is daar de golf die de vlinder meeneemt naar zee.
Nu kan ik afrekenen met het gevoel niks waard te zijn.
Het bange kind wat het nooit goed kon doen.
Dat kind liep wel deze bijzondere tocht.
Ik blijf nog even zitten en een diep gevoel van tevredenheid komt.
Het is goed zo.
Ma is bij de zee waar ze zo van hield.
Ik mag verder gaan op mijn pad.
Rustig klim ik omhoog en zoek Els bij de vuurtoren op.
Als we onze diploma's hebben en hebben opgeborgen gaan we naar de haven voor een etappe biertje.
Daar vertel ik het Els.
De tranen zijn er maar het is goed zo.
We gaan lekker eten.
Morgen blijven we in Muxia en gaan we plannen maken.
Maar het lopen is even niet meer aan de orde.
Geschreven door Carolines.wandeldagboek