Laatste niet werken dag. Dat wordt nog een rondje lopen.
Ik had al een route uitgezocht bij Kaag en Braasem. Ongeveer 26 km dus goed te doen.
Niet veel verder want morgen moet ik wel uitgerust zijn als om half 6 de wekker gaat.
Ik wil op tijd op pad. Mooi weer en zo heb ik een heerlijke lange dag om te lanterfanten. En ik heb er zin in.
Eenmaal buiten kom ik erachter dat ik toch echt weer zo gek kijk. Lens verloren. He jak 2e keer al. Terug naar binnen en.... Gewoon maar 1 lens ingedaan. De ander zit nog in het doosje.
Ik zucht maar eens diep.
Tweede poging. Ik ben de straat nog niet uit of lens zit niet goed. Potver, denk ik. Niet weer terug ik kijk straks wel.
Het is niet ver rijden maar bij het startpunt is geen parkeerplaats. Dat wordt zoeken en zo is het toch pas kwart voor 10 als ik in Leiderdorp sta. Parkeerplek in mijn telefoon zetten anders wordt het zoeken en het gedoe met mijn lens. Het duurt even voor ie goed zit, maar dan heb ik er verder geen last meer van. Hop de rugzak op mijn rug.
De stokken er vandaag maar eens bij pakken. Als ik die eenmaal heb bedenk ik me dat dat niet handig is gezien ik een route loop waarbij ik op de telefoon moet kijken. Hup stokken weer de auto in.
Maar dan kan ik op pad.
Ik loop al vrij snel de Boterhuis polder in en wat zie ik tot mijn grote vreugde?
3 koeien in de wei. Ooooo jubel ik de lente komt eraan.
Het is geen lang stuk door de polder en al snel loop ik Leiderdorp in.
Langs het water gaat het en dan zie ik Zijlzicht bootjes, een werf met allerlei zeilbootjes.
En de zeilvakanties schieten door mijn hoofd. De keer in Noorwegen dat we op een lichtmast klapten, De nachten op zee met die onmetelijke sterrenhemel. De rust als je wacht had en met een kan koffie buiten zat terwijl onder me de rest lag te slapen.Alleen af en toe wat rustig geklets over de marifoon van andere schepen was er dan te horen.
De kwallen die licht gingen geven als ze tegen de boot aan kwamen, De dolfijnen en walvissen en die schattige zeehondjes. De keer dat de boot bijna verging en de angstige momenten toen de fok eruit liep en de boot ineens onbestuurbaar werd, vlak bij de rotsen. Of de keer dat ik wegens zieke bemanning een vreemde boot in mijn up over de griekse zee moest varen met aan 3 kanten onweer. Het waren mooie tijden.
Met een lach om alle gekkigheid aan boord loop ik langs de drukke weg. Buiten de auto´s hoor ik alleen het schelle geschreeuw van de parkieten die ook hier overbevolkt zijn. En ineens schiet het door mijn hoofd dat Blaricum al vanaf dat ik wakker ben niet in mijn gedachten is geweest. Dat is pas fijn.
Ik kan het ook vrij snel weer vergeten. De hele dag schiet het idee soms even door me heen dat ik er niet aan denk en los van ben. Daarna is het ook weer weg.
Ondertussen baal ik een beetje van de route. Ik dacht dat het rustiger zou zijn.
Maar dan loop ik een park in.
Ik heb de koffie gemist vanmorgen en ik ben een beetje brak. Dus op een bankje gaat er een halve liter cola in. Daarna ben ik herrezen.
En dan zie ik ook, dat ik het water over moet via boomstammetjes en dat vind ik eng. Voorzichtig om niet in het water te belanden ga ik naar de overkant.
Mijn evenwicht is niet meer wat het geweest is. Maar ook door moeheid heb ik meer moeite.
Eenmaal het park uit loop ik Warmond in. Ook al geen leuk stuk. Ik kom langs een golf terrein en dan moet ik vreselijk lachen. Twee dames. 1 met een roze golfkar, een roze jas en petje. De ander in het blauw. Het ziet er heel erg grappig uit. Als ik op de kruising van wegen, kom loop ik een paar keer toch verkeerd. Een man wijst me een smalle doorgang. En dan loop ik langs de haven waar de motorboot Vrouwe Stien altijd ligt als we gaan varen met de patienten. De herinneringen schieten omhoog. Wat een leuke dagen zijn dat toch. Ook een week vakantie was toen zo vreselijk leuk.
Morgen als ik weer mag gelijk maar kijken of er al een vaarschema is zodat ik dat kan gaan regelen.
Het is een enorm kabaal van een stel ruzie makende ganzen. Wat een geluid produceren die dieren. Langs de huizen gaat het verder en dan loop ik Oegstgeest binnen. Oef weer een drukke weg. Gelukkig duurt het niet lang en ga ik langs de Haarlemmervaart. Tijd voor een loos pauze, bankje banaan en boterham. De andere boterham bewaar ik voor later op de dag. Bodywarmer gaat ook de tas in. Alleen een sweater is meer dan genoeg. Niet veel later stroop ik de mouwen ook nog op.
Langs de Haarlemmervaart kom ik dan aan de Klinkenbergerplas. En dan gaat het grote genieten beginnen. Ik moet om de plas heen. Veel mensen zijn er aan de wandel. Ik loop twee meiden voorbij en hoor ze praten. "Ja", zegt de een, "jij bent de enige die dit tempo aan kan voor anderen loop ik altijd te hard". Klinkt herkenbaar als ik het op mijn heupen heb. Maar zij lopen echt niet hard. Het alarm op de telefoon schrikt me op. Bij Warmond had ik al een enorme brede band bewolking gezien. Toen ik erop lette leek het alsof er ergens iets flink aan het branden was. Nu komt het alarm. Binnen blijven en ramen en deuren dicht vanwege grote brand met veel rook. Geen idee of het ook voor mij geld maar ik heb niks om binnen te gaan dus loop ik door. Dan moet ik van de plas af het bos in.
Er komt een hond van het pad afrennen en er zijn dames hun hond aan het uitlaten. Succes verzekerd. Een van de dames begint te gillen.
Als de man de hoek om komt zeg ik vrolijk, "ooo paniek in de tent". De man is niet onder de indruk van het geschreeuw van de vrouw. Ze bekijken het maar zegt hij en loopt door.
De honden willen gewoon spelen en ik lig slap van het lachen.
En dan zie ik ineens een bekende weg. Terug in Warmond bij de kruising van wegen, waar ik het niet kon vinden.
Maar nu loop ik wel goed. Een soort fabrieken gebeuren met een wellness, een enorme kapsalon, en fittness centrum.
En wederom een groot golfterrein waar ik een stukje overheen moet. Ik denk de andere kant van waar ik de roze en blauwe dame zag.
Dan sta ik ineens bij het grote water. Als ik uit puzzel waar ik ben, zie ik bij t Joppe te zijn. Oooo dat is echt leuk de kagerplassen.
Wat ken ik dit gebied goed van alle zeiltochtjes die we gemaakt hebben.
Wat een lol hebben we hier ook gehad. Het water ken ik, het land deels en hier heb ik nog niet eerder gelopen. En het is zo mooi hier.
Het zonnetje, de warmte, de natuur het is einderloos genieten. Het is druk met fietsers. Zeker veel mensen vrij vandaag.
Er staat een mooie achtkante molen. De Broekdijk molen. Hij is uit 1840. In de nacht van 12 op 13 november sloeg de molen op hol bij een storm.
Ze wisten hem te stoppen maar de volgende dag vloog hij alsnog in brand.
Bij Haarlem moest er een achtkante molen weg en die past precies op de onderbouw van deze molen.
Dus ze kregen weer een molen. In 1986 komt er een gemaal en wordt de molen buiten werking gesteld. De vooruit gang.
Even voorbij de molen moet ik rechtsaf maar linksaf zie ik een vogelkijkhut en bosachtig gebied. Ach een klein stukje erin kan geen kwaad. Bovendien moet ik wat vocht zien kwijt te raken. Prachtig gebied en ik vind het jammer dat ik niet veel verder kan. Later nog maar eens een keer induiken.
Als ik denk rustig te kunnen lossen loopt er ineens een wandelaar voorbij. Hij ziet me niet en ik moet er om grinikken. Ik moet denken toen ik het kloosterpad liep er ineens een vrouw over me struikelde. Met haar heb ik toen nog een poosje opgelopen en gezellig geboomd over de zorg in corona tijd.
Eenmaal terug op de weg loop ik naar de pont. Ik zie hem nog niet komen. Twee dames die op het bankje zitten vraag ik of de pont nog komt. Nee hoor die komt pas in de lente. Zo en dan sta ik met beide benen op de grond. Gunst, zeg ik dan moet ik nog een heel eind. Ja zegt de dame of je moet wachten. Een bankje ernaast nodigt uit om eens te kijken. Nee ik blijf niet wachten tot de lente. Een jongen die voorbij loopt vraag ik waar ik het water over kan. Gewoon langs het water blijven lopen tot aan de brug en dan weer terug.
Als ik kijk welke brug zie ik 2,5 km. Dat worden dan 5 km extra. En dan ook maar even door kachelen. Ik loop een stad in en als ik op google maps kijk hoever het nog naar de auto is zie, ik tot mijn verassing nog 3 km staan. Dat is mooi dan ben ik vroeg thuis om boodschappen te doen en te koken.
Maar dan heb ik de route niet uitgelopen. En wat zal ik dan allemaal nog missen.
En ik ben zo blij vandaag en nog zo aan het genieten. En er zitten pas 19 km op dus ik kan nog best terug lopen.
Het schiet allemaal door mijn hoofd. En inderdaag eindigen in de drukte van Leiderdorp daar heb ik geen zin in. Dus ik loop aan de andere kant van het water, de 2,5 km terug naar de route.
En laat ik daar nou ook nog eens geen spijt van krijgen. Ik loop weer langs t Joppe. Het is super rustig op de dijk. Wat fietsers gaan er voorbij en het enige wat stoort zijn twee keer een paar kinderen die langs fietsen met keiharde boem boem boem muziek.
De meeste bankjes zijn bezet. Allemaal mensen die aan het genieten zijn van het uitzicht over het water. Er staat een kar met melkbussen.
Ach ja ik had hem graag van Blaricum willen mee nemen maar mijn broer wilde hem ook. Dus geen ruzie om gemaakt. Misschien kom ik er ooit nog eens 1 tegen.
En dan een lege bank en nog even zitten en genieten van de wijdsheid en de boterham die nog in mijn tas huist.
En dan neem ik afscheid van het water en duik de Boterhuis polder in. Het is pas kwart voor 4, maar je merkt dat de avond al zijn intrede doet. De rust op het land is zo voelbaar. Een boer is er bezig met gesnoeide bomen weg te slepen. Hij komt van de enige boerderij die ik zie. Een lakenvelder boerderij. Ee kleinschalige duurzame fokkerij van Lakenvelder runderen. Mooie runderen vind ik dat.
In de sloot zitten twee witte reigers. Overal hoor ik het gekwetter van vogels. De hele natuur ademt de lente al. En dat terwijl ik 2 jaar terug in de sneeuw liep met dikke jas, muts en wanten. De hazen zijn aan het spelen en rennen achter elkaar aan. Mooi om te zien. Een stel dat aan het fietsen is komt me achterop en ik hoor er een zeggen dat je wandelend wel meer ziet. "Zeker weten" zeg ik.
En dan ben ik bij de weg en weet ik dat de wandeling op zijn eind loopt. Ik ga nog een klein stukje van de route af door de polder naar de auto. Beter dan langs de weg.
Om dan aan de overkant van de weg te komen moet ik een laag tunneltje onderdoor. Er staat uitleg bij. Vroeger als de koeien van het ene naar het andere weiland moesten staken ze gewoon een weggetje over.
Maar in 1912 werd de Haarlemmermeer spoorlijn tussen Leiden en Hoofddorp geopend. In 1908 sloot veehouder den Hollander een contract met de spoorweg maatschappij. Hij verkocht land voor de aanleg en in ruil kreeg hij een overpad onder het spoor door zodat zijn koeien toch verplaats konden worden. Dat werd een doorgang van een meter breed deze vee tunnel dus.
Het spoor werd in 1935 opgeheven en er kwam een weg.
In 1938 reden er ongeveer 100000 auto's. Kan je je nou toch ook niks meer bij voorstellen. De tunnel was te smal en de boer kreeg toestemming de tunnel te verbreden.
Als ik er onderdoor ben zie ik dat er geen echt weiland meer is. Wel veel huizen.
En ik bedenk me, nu er zoveel boeren weg moeten er steeds minder polderlandschap over blijft. De nieuwe generaties zullen generaties worden van nog meer huizen en nog meer wegen.
En dan voel ik me zo een enorme bofkont dat ik nog zo kan en mag genieten van deze prachtige natuur. Laat het nog maar even duren denk ik.
En dan ben ik bij de auto.
Tijd voor boodschappen, koken en douchen.
31 km werden het uiteinderlijk.
31 km genieten van een prachtige route waarin het pontje verstek liet gaan.
Geschreven door Carolines.wandeldagboek