Op amper een kwartiertje rijden van het hotel, ligt één van de mooiste dorpjes van Frankrijk : Baume-les-Messieurs. Nu moeten we eerlijk zijn, de Fransen plakken dit etiket op tal van hun dorpen. Maar, ook in de groene Michelingids wordt dit dorp gemarkeerd met 3-sterren, dus een absolute "niet te missen".
Een paar dagen geleden passeerden we hier al een keer, maar besloten toen om door te rijden en een andere dag terug te keren. En gezien het onze laatste vakantiedag is, gaan we afsluiten met een topper.
Baume-les-Messieurs is vooral bekend om zijn oude abdij, zijn Cascade des Tufs en zijn grotten. Het dorpje is daarenboven ook nog eens schitterend gelegen in een keteldal waardoor het terecht het label "un des plus beaux villages de France" verdient. Gevolg, het lokt heel wat toeristen. En die moeten in goede banen geleid worden, dus moet je een circulatieplan rondom en door het kleine centrum volgen.
Wij volgen onze eigen planning en rijden eerst naar het uitzichtpunt van Crançot. Hier sta je aan het eindpunt van het dal en zie je het dorp verderop liggen. Wauw, wat een mooi zicht. Je kunt van daaruit te voet naar nog een nabijgelegen belvédère. En daarna kun je eigenlijk nog naar beneden via de duivelstrappen van Crançot om aan de grotten uit te komen. Dat proberen we, maar op een gegeven moment is het ons toch te gevaarlijk. De treden zijn uitgehouwen uit de rotsen en zien er hoe langer hoe gevaarlijker uit. Neen, dat risico gaan we niet nemen. 1 keer vallen lijkt me genoeg deze vakantie. :-D Dus maken we rechtsomkeer naar de auto. We rijden richting het dorp via een mooie kronkelende weg tot we aan de abdij uitkomen. Het is er druk. Willen we de abdij eigenlijk wel bezoeken? Een paar gasten in het hotel vonden het te duur voor wat het was en dus besluiten we er niet voor in de rij te gaan staan. In plaats daarvan rijden we naar het eind van het dal. Daar is het gemakkelijker parkeren, en is het 5 minuten lopen naar de grotten.
Maar eerst komen we voorbij de "Cascade des Tufs". Tja, deze staat werkelijk kurkdroog. Geen druppel water te bespeuren. Dat wisten we gelukkig op voorhand, waardoor de teleurstelling onbestaande was. Bij de "waterval" staat een foto van hoe ze er normaal gezien uit zou moeten zien. Wie weet zien we dat ooit nog een keer in het echt.
Even verderop liggen de grotten van Baume-les-Messieurs. Hier twijfelden we ook of we ze al dan niet zouden doen. We deden een paar dagen geleden al grotten. Maar volgens dezelfde gasten uit het hotel was dit wel iets speciaals en de moeite waard. Bovendien is het ook fijn om even te gaan afkoelen. ;-)
Om het halfuur start een rondleiding van 50 minuten. Ik moet zeggen dat wij vanaf de eerste minuut al onder de indruk waren. Dit zijn de hoogste verticale grotten van de Jura. Sommige gangen en galerijen zijn tot 65m hoog. Het zijn grotten die gevormd werden/worden door (smelt)water, waardoor ze een groot deel van het jaar niet toegankelijk zijn. Door het stromende water worden weinig stalactieten en -mieten gevormd, maar wel kun je de draaikolken zien die door het kolkende water ontstaan. Ook zichtbaar zijn duizenden zwarte stipjes. Dit zijn sporen van de vleermuizen die hier overwinteren. Het parcours in de grotten is ongeveer 2km lang.
Als we een uurtje later terug in de zon staan, zijn we blij dat we deze toch wel unieke grotten gedaan hebben.
Er zijn heel wat wandelingen te doen in de omgeving, maar de meeste mag je pittig en moeilijk noemen. Ik ben er niet zo zeker van dat het nog iets voor ons is. Ook al wandelen we graag, toch merken we dat dat niet meer zo vlot gaat als pakweg 2 jaar geleden en met deze warmte al helemaal niet meer. Op ongekend terrein zijn we ook minder geneigd om zomaar een dagwandeling te starten. Daarvoor zouden we ons eerst nog wat meer over de wandelkaarten moeten buigen.
We verlaten het dorp en rijden via een omweg nog naar het Belvédère (het laatste van de reis) van Granges sur Baume. Een klein dorp, maar wat een uitzicht alweer! Hier kijken we in tegenovergestelde richting van deze ochtend, met Baume op de voorgrond. Ook hier heb je keuze uit verschillende uitzichtpunten.
Voor we wegrijden lopen we nog even binnen bij een "fruitière" of ambachtelijke kaasmakerij. We moeten toch een paar souvenirs meenemen naar huis, nietwaar?
We kiezen voor de meest gekende kazen van de Jura : Comté, Morbier, Bleu de Gex en Tomme de Jura. Daarnaast nog een verse geitenkaas en verse boter. Dat wordt straks nog nagenieten thuis!
Op 2 minuten van het hotel springen we ook nog even binnen bij de wijnboer in Darbonnay. Daar worden we heel vriendelijk ontvangen en worden er met veel plezier proevertjes uitgeschonken. Ik kan eindelijk ook eens proeven van een "Vin Jaune". Dit is dé specialiteit van de streek, maar je moet er wel voor zijn.
Verwacht geen gewone wijn, maar eerder iets dat aan sherry doet denken. Dat komt doordat de wijn erg lang op vat blijft rijpen en er na een bepaalde tijd een "voile" of schimmel laag ontstaat. Pas na 6 jaar en drie maanden wordt de wijn gebotteld in flessen van 62cl. Een raar formaat, maar wel logisch. Het illustreert nl het verlies door verdamping, wat hier ook wel het "part des anges" genoemd wordt . Een fles "Vin Jaune" mag dan wel na 6 jaar gebotteld worden, drinken doe je hem pas na ten minste 10 jaar. Een goede "Vin Jaune" kan tussen de 50 en 100 jaar bewaard worden. Vooral Château-Chalon, waar we aan het begin van onze reis waren staat bekend om zijn uitstekende "Vin Jaune".
Ok, ik heb geproefd en beslist om geen fles te kopen :-D Die zijn me nl. net iets te duur. Je telt minstens 40€ neer en dat heb ik er niet voor over.
We rijden terug naar het hotel, waar de koffers terug ingepakt worden en we op het terras nog genieten van een laatste aperitief en avondmaal.
A votre santé !
Geschreven door Hilde.op.pad