We keren natuurlijk niet écht terug naar het verleden, maar tijdens onze wandeling doorheen deze middeleeuwse stad, flitst het toch vaak door me heen dat we nu even een glimp opvangen van het Brugge zoals het vroeger was, voor er sprake was van massatoerisme, internet, facebook en instagram. Het is een beetje zoals ik mij herinner uit mijn kindertijd. Brugge was toen ook al een toeristenstad, maar nog niet zo erg als pakweg een paar weken geleden, voor het Covid-19 virus de wereld veranderde.
Ik moet eerlijk toegeven dat ik het niet eens zo erg vind om weer even rustig te flaneren doorheen mijn favoriete stad. Voor fotografen is het nu een waar feest om plekjes als het Begijnhof, de Stoofstraat, de Rozenhoedkaai - om er maar een paar te noemen - in een verlaten staat op die gevoelige plaat ; of sensor heden ten dage ; vast te leggen. Nu de Covid-19 maatregelen wat soepeler geworden zijn en er ook al eens een museum bezocht kan worden, wou ik Brugge in deze bijna desolate staat nog wel eens zien. En ik wil jullie ook graag visueel met me meenemen naar de "tijd van toen". Deze keer dus geen vrolijke kleuren in de foto's, maar eerder een vintage toets met wat artistieke vrijheid van mezelf erbij.
We waren al rond 11u in Brugge want we wilden eerst nog eens op bezoek bij Van Eyck. Er loopt een kleine tentoonstelling in het Groeningemuseum en ook al heb ik deze collectie al zoveel keer gezien, dan nog kan ik er blijven naar kijken. En het blijft boeiend om de wetenschappelijke benadering van deze schilderijen te ontdekken. Ook de permanente collectie blijft te bezichtigen en dat is in het recent vernieuwde museum nog zo aangenaam.
In deze Corona-tijd is het even aanpassen, want je moet minstens 10 minuten op voorhand online je ticket reserveren. Een mondmasker wordt warm aanbevolen en er wordt volop ontsmet. Het is nog onwennig, maar je krijgt er wel een rustig en sereen museumbezoek voor in de plaats.
Na ons bezoek wagen we ons weer naar buiten : frisse lucht en zon. Heerlijk ! Wat een mooie Pinksterzondag ! We kuieren verder doorheen het centrum. De horeca is nog gesloten, dus als je wat langer hier blijft, is het aan te raden om zelf je picnic mee te brengen. Ook een extra flesje water kan geen kwaad want door het mondmasker krijg je wel een droge keel.
"Doen we nog een museum, nu we toch hier zijn?" Waarom niet ? Ik was nog nooit in het Arentshuis, ook wel bekend als het Brangwynmuseum. Eventjes online reserveren en naar binnen. Als het rustig is wordt er niet zo nauw gekeken naar het exacte uur. Wij konden zo doorlopen want er was letterlijk geen kat. Het is dan ook niet het bekendste Brugse museum en als je niet echt een Brangwyn-fan bent zou ik ook niet speciaal tot hier komen. Op de benedenverdieping loopt momenteel een tentoonstelling over Joseph Ryelandt, een brugse componist, waar ik eerlijk gezegd nog nooit van gehoord had. Op de bovenverdieping vind je de permanente collectie van Brangwyn.
Via het Begijnhof lopen we terug naar de auto.
Het was uniek om Brugge eens mee te maken zonder toeristen, zonder het hoefgekletter van de paardenkoetsen, zonder de uitleg van de kapiteins van de bootjes en zonder je leven te moeten riskeren op de talloze anders zo drukke verkeerspunten.
Voor wie het zelf ook wil zien : haast je want voor je het weet is de rust weer voorbij.
Geschreven door Hilde.op.pad