Galicië

Spanje, A Fonsagrada

Dag 53, Van Castro naar Piñeiral
26 km, cumulatief 1344 km (incl. vorig jaar 2406 km), nog 150 km te gaan

Gisterenavond zeg ik nog door de telefoon tegen Ilona dat ik de grootste klimpartijen nu wel gehad heb. Als ik later de planning nog eens bekijk, blijkt dat niet te kloppen: de bergetappes houden nog enige dagen aan.
Vandaag begint mijn laatste wandelweek. Volgens de huidige planning kom ik vrijdag 15 oktober aan in Santiago. Ik heb op de maandag daarop mijn vlucht terug geboekt, dus ik heb nog wat speling.

Na een stevig ontbijt met muesli & yoghurt en brood & boter & jam, gaan Lopes en ik kwart over acht op pad, het begint net licht te worden. De opkomende zon straalt vanachter de bergen een zacht oranje gloed over het landschap. Het gezegde in Nederland is ‘Ochtendrood, water in de sloot’, maar dat gaat hier niet op: de komende dagen is stralend weer voorspeld, net boven de 20 graden. Zo zal het vandaag ook zijn.

Via een bospad lopen we langzaam maar gestaag omhoog, van zo’n 650 naar 1.100 meter. Boven op de bergkam leveren de windmolens suizend hun duurzame energie.
Vandaaruit gaat het telkens een beetje dalend en stijgend verder, veel door bos.

We lopen Galicië binnen, de provincie waarvan Santiago de Compostela de hoofdstad is. De schattige geëmailleerde coquille-tegels waarmee in Asturië de route wordt aangeduid, wordt vervangen door luxe palen, waarop tot op de meter nauwkeurig staat vermeld, hoe ver het nog is tot de kathedraal van Santiago. Ik probeer daar zo min mogelijk naar te kijken. Ik heb me afgeleerd om gedurende de dag voortdurend te kijken naar hoe ver al en hoe ver nog. Ik weet het ongeveer en zie wel, soms valt het tegen (vooral in de eerste weken), meestal valt het mee (altijd in de laatste weken).
Er is hier ook zichtbaar meer geïnvesteerd in de kwaliteit van wandelpaden, bijna allemaal onverhard, soms wel vlak langs een drukke autoweg.
Er sluit ook een ander type pelgrim aan, zoals jongeren die onderweg weed roken of hun favoriete muziek via een luidspreker laten horen. Op een gegeven moment loopt er een Spanjaard met dagrugzak te bellen voor ons, zonder op of om te kijken. Hij houdt een eindeloze monoloog, totdat Lopes en ik besluiten even in te houden, om van zijn getetter af te zijn. We zien hem nog een half uur lang met zijn telefoon aan zijn oor stoïcijns ver voor ons uit lopen. We fantaseren wie hij belt en waarover. We komen hem later nog een paar keer tegen en dopen hem tot ‘señor Blabla`.

Onderweg drinken we koffie en eten wat in een bar. We komen Duitse Rebecca tegen en de Slowaakse Rado.
Intussen heb ik rondgebeld voor vanavond, maar alles zit vol in onze beoogde eindbestemming: A Fonsagrada. Totdat ik mij bedenk dat ik een paar dagen geleden gehoord heb dat veel Spanjaarden vanwege de nationale feestdag op 12 oktober een lang weekend vrij zijn, wat sommigen aangrijpen om een paar dagen te gaan wandelen.
Via Booking.com kan ik alsnog een - in mijn verdere overzichten onbekende - albergue boeken in het centrum van het dorp. Ik bel meteen om slaapplaatsen voor de komende drie dagen te reserveren. Dat gaat me al aardig af in het Spaans, en Lopes is er maar wat blij mee, want hij spreekt alleen Portugees en Frans, verstaat alleen een beetje Spaans, maar spreekt het niet.

Van verre zien we A Fonsagrada al liggen. Op het eind moeten we nog even 150 meter steil omhoog om het dorp tegen twee uur te bereiken. Vervolgens gaan we op zoek naar de albergue, maar kunnen die nergens vinden. Na wat navragen blijkt de informatie op Booking.com onjuist: de albergue bevindt zich ruim vier kilometer verderop. Gelukkig zijn we vroeg, was de etappe tot nu toe niet te lang en hebben we nog energie over, hoewel Lopes sinds gisteren last heeft van zijn lies. Ook prettig dat de albergue langs de caminoroute ligt. Dat scheelt ons morgen een aantal kilometers.

We lunchen (ik neem een lekkere salade met gevogelte en champignons) en lopen door, over een relatief vlak pad. Voor we het weten zijn we op onze eindbestemming.
De albergue hier is een formule die we wel vaker zien: een hotel heeft een aparte slaapzaal met stapelbedden, en een gemeenschappelijke douche- en toiletruimte. Je krijgt - als in iedere albergue - een papieren wegwerp hoeslaken en sloop, om over de afwasbare matras en het kussen te spannen. Je gebruikt vervolgens je eigen handdoek, zeep en slaapzak. Zo nodig zijn er extra dekens beschikbaar. En dat alles voor een prijs van gemiddeld twaalf euro per persoon per nacht.

Even later komt ook Rado binnen. Ik leen hem mijn wasmiddel en omdat ik hem gisteren geholpen heb om zijn oplader terug te vinden, trakteert hij mij op een grote pul bier.
We zitten hier ruim boven de 900 meter. De hoogste verblijfplaats tot nu toe.

Ik eet samen met Rado en Lopes. Het enige gerecht dat we bestellen is voor ons allemaal te veel, en vooral te veel vlees. We krijgen het niet op.

Geschreven door

Al 3 reacties bij dit reisverslag

Geniet van de laatste stappen...

jannie 2021-10-09 22:59:01

Wat een mooie foto's weer. De eersten van vandaag lijken wel schilderijtjes. De route lijkt met de dag mooier te worden. Ook drukker met af en toe een stoorzender. Fijn dat het lukte om toch nog een slaapplaats te vinden voor vannacht en de komende dagen, voor jou en Lopes. Veel succes en plezier in deze laatste wandelweek, het einde komt in zicht.

Doke 2021-10-09 23:41:45

Wee prachtige foto’s en een mooi verhaal. Nog een paar nachtjes slapen en dan ben je weer in Nederland en zijn er weer 65 dagen voorbij :-)

Carin 2021-10-10 22:27:00
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.