Dag 47, Van Oviedo naar Grado
30 km, cumulatief 1200 km
Vanochtend eet ik een ontbijt in een bar en vertrek even over kwart over acht. Eerder is het niet licht.
Er is de laatste dagen veel regen voorspeld vandaag, ik heb nog getwijfeld of ik niet beter een dag in Oviedo kan blijven, maar gisteren was al duidelijk dat de regen vooral zou vallen in de vroege ochtend. Ik zie echter helemaal geen regen vandaag. Alles is vannacht gevallen en intussen is het regenfront dat heel West-Europa teistert - inclusief Nederland en Noord-Spanje - voorbij getrokken. De zon gaat enige tijd schijnen. Fris blijft het wel. Voor het eerst heb ik bijna de hele dag een shirt met lange mouwen over mijn T-shirt aan.
Net op weg loopt een Frans/Portugese pelgrim achter me aan, die ik nog niet ken. We praten even bij, maar al snel ga ik mijn eigen weg, want ik heb besloten een omleiding te nemen - inclusief klim - om twee pre-romaanse kerkjes te bewonderen uit de negende eeuw. Dat is de moeite waard.
Terug op de route kom ik Juan tegen, een 41-jarige kapper uit Murcia (Andelusië), voor wie het zijn eerste caminodag is en die graag met me meeloopt. Hij spreekt geen woord over de grens, dus ik moet volledig aan de bak met mijn Spaans. De conversatie heeft geen grote diepgang maar we redden het samen.
Het is mooi heuvelachtig landschap, over weggetjes en paden door de heuvels en bossen, langs velden, beken en de rivier Rio Nalón.
Op een gegeven moment hoor ik Juan een soort flamenco neuriën en ik zeg dat ik dat mooie muziek vind. Meteen haalt hij een grote luidspeaker uit zijn rugzak en laat wat horen van wat hij de ‘mooiste flamenco’ noemt. De Andelusische flamenco schalt in het landschap van Asturië, dat past niet helemaal. We lopen vooral in onbewoond gebied, maar ik vraag me af of de mensen hier dit op prijs stellen. Asturië heeft een eigen taal en vlag, je ziet er wel veel Spaanse vlaggen (iets wat in Baskenland niet voorkomt) maar net als in veel Spaanse gebieden is ook hier een hang naar onafhankelijkheid of autonomie.
We eten onderweg een lunchmenu van een salade met rauwe ham en vis met salade.
In de albergue waar we tegen vijven arriveren, ontmoet ik weer de Frans/Portugese pelgrim Lopes van vanochtend.
Ik schrijf mijn blog en doe nog wat andere klusjes, iedereen die ik ken is weg. Ik loop de stad in en kan niemand vinden. Daarom eet ik in m’n eentje een pizza, zo groot dat ik ‘m niet op kan.
In het stapelbed naast mij slapen een Italiaanse man en Duitse vrouw, maar het blijft bij een korte begroeting. Pas dagen later zal ik nader kennismaken met Francesco en Rebecca.
Geschreven door Frans.de.kruif