Dag 29, van Chaumard via Montreuillon naar Corbigny
15 km, cumulatief: 700 km
Vanochtend moet ik - als voorzitter van de ondernemingsraad - even uit mijn rol, en deelnemen aan een belangrijke meeting via Teams. Ik kan pas na 10:00 uur vertrekken, de geplande 29 kilometer terug naar de Sint-Jacobsroute is niet reëel, dus word ik met de auto halverwege naar Montreuillon gebracht, vanwaar de route door een bos begint.
Eerst mijn waterfles vullen, met een snufje zout, en afscheid nemen van Maud, Albert, Jan, Diana en natuurlijk Ilona. Bedankt allemaal voor de gastvrijheid, het prettige verblijf en samenzijn!
Dat bos valt tegen. De route loopt over een lelijk, breed, besteend pad, gemaakt om bosbouwmachines over te laten denderen, de zon schijnt achter me, de bomen bieden me geen schaduw. Ik voel me futloos, moet me inhouden om niet snel te pauzeren want ik wil ook niet te lang onderweg zijn. Ben ik zo uit mijn ritme na één rustdag? Ik ben in ieder geval het wandelen in de hitte helemaal beu! Voor de 12e dag in de afgelopen twee weken is het rond de 30 graden en ik vind dat echt niet leuk meer. Mijn tevredenheid over de route wordt intussen volledig bepaald door de aanwezigheid van schaduw, mijn benen en schouders zouden intussen wel 30 kilometer per dag aankunnen, maar de hitte zuigt de energie uit mijn lijf en na 15 of 20 kilometer wordt het afzien.
Vanaf morgen is voorspeld dat de temperaturen gaan dalen en de regenkansen stijgen. De verandering hangt in de lucht, er staat een stevige maar warme wind, hoog in de lucht hangen dunne wolkenveren, als zeiler weet je dan dat er slecht weer op komst is. Maar tijdens het wandelen vandaag heb ik het geduld niet om daar op te wachten. Na het bos moet ik nog 6 kilometer door de felle zon tussen de behaagde velden en akkers door naar Corbigny, mijn wandelstok blijft zo nu en dan plakken aan het asfalt.
Ik proef het zout in mijn water niet maar krijg wel sneller dorst, mijn mond is droog.
Bij het gemeentehuis haal ik de sleutel voor het lokale pelgrimsonderdak. Er staan hier zes bedden, maar ik ben alleen. ’Het is dit jaar erg rustig met pelgrims’, verklaart de betrokken ambtenaar, een vriendelijke dame.
In het restaurant vanavond word ik prompt als alleenstaande gast in een ver hoekje weggezet. Het eten is wel lekker.
Het voelt een beetje eenzaam.
Geschreven door Frans.de.kruif