Dag 30, van Corbigny naar Saint-Révérien
22 km, 27100 stappen
Cumulatief: 722 km, 1.008.000 stappen
Vandaag heb ik - voor wat het waard is - een mijlpaal bereikt: Na een maand heb ik meer dan 1 miljoen stappen gemaakt.
Vanochtend ontbijt ik met door Ilona klaargemaakt brood van gisteren, een yoghurtje en tomaatjes. Gisteren heb ik al flink ingeslagen bij de supermarkt, want ik kom mogelijk geen restaurants en winkels in de komende twee dagen. De routebeschrijving en Google Maps zijn daar niet altijd betrouwbaar in of geven tegenstrijdige informatie. Bij de bakker haal ik vers brood en lekkere broodjes en ik drink koffie bij een barretje.
De route loopt een groot deel van de dag over kleine, stille, geasfalteerde D-weggetjes, door een heggenlandschap waar de troepen huismussen van heg naar heg voor me uit zwermen. Ik zie ook andere zangvogeltjes, maar zonder verrekijker kan ik niet zien wat het zijn, ik ben niet zo’n goede vogelaar dat ik alle roepjes, het silhouet en vliegpatroon van ieder klein vogeltje herken.
Is het half-zonnig of halfbewolkt vandaag? Het is maar hoe je ertegen aankijkt. Vooral ‘s ochtends is het dun bewolkt, de zon schijnt er als een haren zak* doorheen, er staat een lekker windje. ‘s Middags overheerst die verdomde zon.
Rond 12:00 uur kom ik een café-restaurant annex kruidenier tegen in Guipy, zoals vermeld in de routebeschrijving, maar Google maps is er niet bekend mee, dus ik was niet zeker of die er echt zou zijn. Voor nog geen € 16 eet ik een eenvoudige doch voedzame driegangenlunch inclusief drank en koffie.
In Saint-Révérien slaap ik - net als in Corbigny - in de lokale refuge municipal, gevestigd in het voormalige postkantoor. Eergisteren heb ik het gemeentehuis gebeld en een code gekregen van het sleutelkastje naast de voordeur. De aanspraak beperkt zich tot 10 lege bedden, ik voorzie een avond als de vorige.
Rond zes uur komen er ineens twee Franse dames binnen, Margorie en Dephine, die vanochtend al een stuk voor Corbigny zijn gestart. Ze bieden me een biertje aan. We wisselen wat ervaringen uit totdat de beheerder van de refuge binnenkomt, samen met ons in de tuin gaat zitten, meebabbelt, ons aan het lachen maakt met zijn droge humor over de bureaucratie van de gemeente die eist dat hij de bonnetjes voor het verblijf in drievoud opmaakt en hoe hij van de ‘inspecteur’ een reprimande heeft gehad omdat hij de ontvangst van bedragen niet precies in de goede kolom heeft genoteerd. Dan biedt hij aan ons de 12e eeuwse romaanse kerk te laten zien die hiernaast ligt, hij heeft de sleutel. We krijgen een indrukwekkende uitleg over de structuur en symboliek van de romaanse kerk en van alle gebeeldhouwde afbeeldingen van deze kerk. Als ik op het einde iets niet helemaal begrijp, begint hij tot mijn stomme verbazing de uitleg in het Nederlands herhalen. Hij blijkt al 40 jaar voor de helft van de tijd hier te wonen.
Het is pas na negenen als ik samen met Margorie en Dephine een pastamaaltijd bereidt, op basis van wat we samen bij ons hebben. Zo werd het toch nog een verrassende avond.
* Ontleend aan het prachtige korte en komische verhaal van Belcampo, ‘Het laatste oordeel’, over de schrijver die zich verstopt heeft in het bible-beltse Rijssen en daar observeert hoe het laatste oordeel zich voltrekt, zoals beschreven in de Bijbel. Prompt wordt de schijnheilige strenggereformeerde dominee door Hieronymus-Bosachtige duivelsfiguren meegesleurd, en wordt de lieve vrouw die naam heeft als ‘hoer’ van het dorp, weggedragen door de engelen. Zo herinner ik me het althans. Ik schreef er een werkstuk over op de Havo, samen met de miskende parel in de Nederlandse literatuur: ‘De kelner en de levenden’ van Simon Vestdijk, met zijn eigen, moderne versie van het laatste oordeel. Ik kreeg er een 10 voor. De docente Nederlands, ze heette geloof ik juffrouw Colenbrander, heeft me de liefde voor de Nederlandse literatuur, een onuitwisbare kennis van de Nederlandse literatuurgeschiedenis en de kunst van het maken van een goed uittreksel bijgebracht.
Geschreven door Frans.de.kruif