Dag 28: Van Saint Sebastian naar Getaria
28 km, cumulatief 736 km
Kamergenoot Oscar hoor ik om zeven uur al weggaan. Ik vertrek een half uur later. Janos slaapt nog, en wacht op een vriend uit Zwitserland, met wie hij gaat lopen.
Het is even zoeken naar een ontbijtplek in de buurt, maar uiteindelijk vind ik wat en kan me tegoed doen aan een heerlijke kop koffie, een croissant en een belegd broodje.
Vanochtend is er zon en vanmiddag onweer voorspeld. Het is echter de hele dag warm en bewolkt en het gaat in de loop van de ochtend even flink waaien.
Vanuit San Sebastian is het meteen klimmen. Dat is het patroon van deze Camino del Norte, zolang die direct langs de kust loopt: Je begint telkens op zeeniveau, moet dan flink omhoog om weer af te dalen tot de zee bij iedere volgende badplaats, riviermonding of haven.
Tijdens het klimmen word ik ingehaald door een pelgrim uit Italië, Aziz. We raken aan de praat (hij spreekt Frans op mijn niveau) en het wordt snel duidelijk dat het klikt tussen ons, en dat we het beiden leuk vinden om met elkaar op te trekken. Even later ontmoeten we twee meiden: Monalisa uit Oostenrijk en Alicia uit de Verenigde Staten. Ze lopen te snel voor ons, maar als we rond 12 uur in het havendorp Orio aankomen en daar gaan lunchen, nodigen ze ons uit om bij hen te gaan zitten. Even later sluit ook een Spaanse man van mijn leeftijd aan: Juan uit Barcelona. Het is gezellig. En ik kan niet ontkennen dat ik - zoals wel vaker - als de grote held wordt beschouwd, omdat alle anderen ‘pas’ in Irun of een paar etappes eerder zijn begonnen aan hun wandeling.
Na de lunch lopen Aziz, Juan en ik samen verder, we besluiten voor het volgende dorp, de badplaats Arautz, de GR-variant via het strand te nemen, en terwijl we samen steil naar beneden afdalen, zingen we de bekende Spaanse hit ‘Vamos a la playa, o, o, o, o, o’.*
Om twee uur zijn we in Arautz en tja, voor Spaanse Juan is het nu pas lunchtijd, de belangrijkste maaltijd in Spanje, en hij neemt afscheid om ergens te gaan eten. Aziz en ik drinken nog wat op een terras langs het strand en besluiten door te lopen naar Getaria, weer via een alternatieve GR-route, die nog even een flinke klimpartij vergt. Ook Oscar kom ik onderweg nog een paar keer tegen.
Rond vier uur dalen we via wijngaarden af naar Getaria en arriveren bij een albergue (zo heten de refuges/gites in Spanje) die Belgische Tine me heeft aanbevolen. Daar zijn diverse pelgrims, waaronder Jacqueline. Ik heb haar onderweg niet gezien, maar ze had gisterenavond een afspraak met haar zoon in San Sebastian die hier met zijn camper rondrijdt en haar vandaag naar deze plek heeft toegereden.
Na douchen, wassen en uitrusten gaan Aziz en ik de stad in, we drinken en eten wat pinchos (de Baskische variant van tapas), praten met een Frans stel (Mireille en Joël) dat we ook al eerder hebben ontmoet vandaag, en gaan eten in een restaurantje. Ik bestel een voorgerecht van vis, maar krijg het niet op, zoveel is het. Ik ben blij dat ik nog geen hoofdgerecht heb besteld. Dan arriveert er nog een Italiaanse vrouw op de fiets en een hond, die zich beklaagt dat ze nergens terecht kan met haar dier. Tja, uiteindelijk gaat ze kamperen op het strand.
Het is een dag met veel ontmoetingen. Met Aziz ga ik morgen verder lopen.
* ‘We gaan naar het strand, o, o, o, o, o’
Geschreven door Frans.de.kruif