Dag 25: Van Bidarray naar Saint-Pée-sur-Nivelle
32 km, cumulatief 648 km
Tijdens het ontbijt praat ik bij met het Nederlandse stel dat de GR-10 loopt. Even over achten vertrek ik.
Vanochtend is de kans op regen volgens de voorspelling 80%. Het is wel bewolkt maar het blijft droog. ‘s Middags laat de zon zich zo nu en dan zien.
De tocht gaat eerst licht klimmend en dalend over een asfaltweg langs een riviertje La Nive (’Errobi’ in het Baskisch). Ik krijg een half uur lang gezelschap van een hond die braaf met me meeloopt, alsof ik zijn baas ben, maar uiteindelijk toch een andere kant op gaat. Ik maak een praatje met een politieagent, die een aantal ecologen begeleidt, die in het water bezig zijn met het tellen van vissen.
Dan ga ik van de rivier af en maak een lange, steile klim die me ruim 300 meter hoger brengt (later bereken ik dat het stijgenspercentage gemiddeld 13% is), om vervolgens aan de andere kant van de bergkam heel steil te dalen. Ik heb een ver uitzicht naar het noord-westen. Zie ik de Atlantische oceaan in de verte? Ik twijfel, maar als ik in de loop van de dag verder naar het westen wandel en nog een aantal van dit soort uitzichten heb, is het duidelijk: de zee komt in zicht!
Het wordt een dag van veel klimmen en dalen. Ik heb tijdens mijn camino nog nooit zoveel hoogtemeters overbrugd, alles bij elkaar zijn het er meer dan 1000 vandaag. ‘s Middags gebruik ik voor het eerst mijn tweede wandelstok. Twee stokken helpen voelbaar om mijn benen en vooral knieën bij zowel het klimmen als het dalen te ontlasten.
Omdat ik zoveel positieve opmerkingen ontving over mijn foto’s van gisteren, maak ik er vandaag extra veel.
Aan het einde van de ochtend wijzen de bordjes in het bos een andere kant op dan mijn navigatie-app aangeeft. Ik kies voor de bordjes en zie op mijn app dat ik dan mogelijk een paar kilometer bespaar. Ik moet door een hek, door een wei en raak vervolgens helemaal de weg kwijt. Ik zie verschillende sporen in het gras, verderop loopt een weg, maar wat ik ook probeer, door weiland, akkerland, bos, beken en modder, ik loop overal stuk tegen onneembare hekken, hellingen en beken. Met veel moeite weet ik na drie kwartier de weg terug te vinden, terug het hek door, om te constateren dat de bordjes echt die kant op wijzen en er geen alternatieve paden zijn. Via mijn app weet ik uiteindelijk via een andere route de weg terug te vinden. Ik baal dat ik zoveel tijd, energie en kilometers heb verloren. Het is intussen half twee, ik heb honger, maar ik wilde niet rusten en lunchen voordat ik terug was op het ‘rechte pad’.
Daardoor loop ik vandaag meer kilometers dan gepland. Alles bij elkaar een pittige wandeldag, maar het voelt goed. In de eerste wandelweek waren mijn voeten echt moe na 30 kilometer en snakte ik naar de bestemming. Daar heb ik nu geen last van.
Ik slaap vanavond in een wat luxer hotelletje. Het was het enige dat ik kon vinden via internet, maar vreemd genoeg, zie ik de laatste kilometers diverse bordjes naar andere accomodaties. Maar het is weleens lekker om een eigen kamer en een eigen douche te hebben, niet te hoeven slapen in je eigen slaapzak en een paar grote handdoeken te hebben, in plaats van mijn eigen, relatief kleine, lichtgewicht handdoek.
Ik eet een heerlijk menu in het (zo te zien populaire) restaurant bij het hotel. Vooral het voorgerecht (zalmcarpaccio met dun gesneden rauwe zalm, ui, tomaat, basilicum en veel olijfolie) is heel apart.
Estaré en España mañana por la noche*.
Dit voorjaar heb ik twee cursussen Spaans gevolgd. Dat ging heel aardig, maar na bijna vier weken Frankrijk is dat behoorlijk weggezakt. Ik hoop dat ik het snel kan ophalen.
Alles bij elkaar heb ik afgelopen en dit jaar 60 dagen nodig gehad om heel Frankrijk door te wandelen. Wat me vooral is opgevallen dat ik toch relatief veel over asfalt en drukkere wegen heb gewandeld, ook al die stukken die samenvielen met een Grand Randonnee (GR) route. In Nederland staan die bekend als de Lange Afstands Wandelpaden (LAW). Voor zover ik die ken vind ik de Nederlandse wandelpaden veel ‘wandelvriendelijker’ dan in Frankrijk en zelden over asfalt. Ik vraag me af hoe dat kan. Ik vermoed dat het iets te maken heeft met het eigendomsrecht in Frankrijk. Het rode bordje ‘Proprieté privée’ kom je hier tot vervelens toe tegen de hele dag. De zeldzame keren dat een pad over privéterrein loopt, wordt dat heel uitdrukkelijk aangegeven. Ik denk dat iets als ‘recht op overpad’ in het Nederlandse rechtssysteem veel beter geregeld is dan in Frankrijk en dat dat hier vooral een ‘gunst’ is van de eigenaar.
*Morgenavond zal ik in Spanje zijn.
Geschreven door Frans.de.kruif