Pijpenstelen en zon
Dag 18, Van Mont-de-Marsan naar Saint-Sever
24 km, cumulatief 475 km
René en ik genieten in het hotel van een uitgebreid ontbijt met allerlei lekkere baksels en vertrekken dan, na eerst belegde broodjes voor de lunch te hebben gekocht bij de bakker.
Het regent een beetje, even later gaat het harder regenen en dan gaat het plenzen. We ploegen ons door de nattigheid tot we in het dorpje Benguet even een schuilplaats zoeken in de kerk. Daar ontmoeten we een oudere, Nederlandse pelgrim, die zijn chagrijn over het slechte weer niet onder stoelen of banken steekt, en al snel vertrekt. Wij gaan even later ook verder. Na een paar honderd meter ontwaren we een bar waar we neerstrijken voor een kop koffie. De Nederlandse pelgrim zit daar ook, in een zichtbaar beter humeur. We maken kennis met Bert, een oud-journalist uit Noord-Holland, die de camino in delen loopt, dit jaar van Limoges naar Saint-Jean-Pied-de-Port. We besluiten samen verder te wandelen. Intussen is het opgeklaard en later gaat zelfs de zon weer schijnen en wordt het vochtig warm. We lopen al pratend door en langs bos en maisvelden (ik heb overigens begrepen dat mais de tabak vervangt die hier vroeger veel werd verbouwd). De tocht is vlak tot we de laatste kilometer steil omhoog naar Saint-Sever lopen.
Daar registreren we ons bij het toeristenbureau, die ons de toegangscode tot de refuge municipal verstrekt, en we drinken een weizen bier op het terras. In de refuge komt even later een beheerder die ons in een beetje gebrekkig Nederlands, met een Vlaams accent aanspreekt. Ik denk dat het een Waal is, maar het blijkt gewoon een Fransman uit de Vogezen die veel talen spreekt. Hij komt alle spullen brengen die we in het toeristenbureau hebben laten liggen: ik mijn wandelstok, René zijn waterfles en Bert z’n credential (= pelgrimspaspoort annex stempelboekje, dat je overal moet laten zien om toegang te krijgen tot refuges).
Aan het einde van de middag gaan we gedrieën het stadje in en zoeken en restaurantje. Het eten is redelijk, de service is onder de maat. Zelfs over het geven van een fooi wordt moeilijk gedaan.
Formeel zitten we nog in Les Landes, morgen lopen we het departement uit. De laatste klim van vandaag is de voorbode van de naderende Pyreneeën.
Ik had verwacht dat het landschap veel saaier zou zijn in de afgelopen dagen, met eindeloze naaldbossen. Dat is alleszins meegevallen.
Geschreven door Frans.de.kruif