Dag 24, van Accolay naar Lac Sauvin/La Jarre
20 km, cumulatief: 614 km
Na een heerlijk Hollands ontbijt (bruinbrood, kaas, chocopasta) bij Petra gaan we om 9 uur op pad. Een groot deel van de dag wandelen we door het bos, vlak langs het riviertje Le Cure, dat belooft een vlakke tocht te worden. Maar niets is minder waar: het pad gaat klimmend en dalend over de steile helling langs de rivier. Het pad is meest egaal en onbegrind, de beklimmingen zijn aanvankelijk steiler dan de afdalingen, ik voel mijn knie nauwelijks. Totdat het pad ineens griezelig steil gaat dalen, bang denk ik terug aan de tocht met Hester tussen Dinant en Givet, toen we ook zo steil moesten dalen en ik mijn knieblessure heb opgelopen. Met een slakkengang, gesteund door twee stokken, ga ik voetje voor voetje naar beneden. Ik begin door te krijgen hoe ik mijn knie het beste kan ontzien tijdens het lopen en tijdens het afdalen. Uiteindelijk heb ik minder last dan gisteren.
Ik had me vast voorgenomen om volgende week een van mijn twee stokken aan Ilona mee terug te geven, omdat ik er altijd met één loop. Dat scheelt weer 350 gram, maar misschien moet ik dat heroverwegen, die tweede stok komt incidenteel heel goed van pas.
Hoewel slechts een beperkt deel van de route onbeschaduwd is, is het daar meteen bijna niet uit te houden heet. Vandaag is het boven de 30 graden voorspeld, de komende dagen gaat het naar de 35.
Rond drie uur zijn we op onze bestemming. Aan de reservering daar ging het een en ander vooraf. Ik had gebeld, volgens contactpersoon Olivier was er plek, maar ik kon geen maaltijd of ontbijt krijgen, er was ook geen winkel of restaurant in het dorp, wel een magnetron om eten op te warmen. Nadat ik bij hem doorvroeg, zei hij dat ik de volgende ochtend kon terugbellen, hij zou kijken wat hij kon regelen. Even later belde hij zelf terug: hij was er zelf niet maar ik kon me vervoegen bij een buurvrouw die ook eten kon verzorgen. Per sms stuurde hij een uitgebreide beschrijving van het huis van de buurvrouw (ik moest vooral letten op de blauwe luiken). Voor de zekerheid vroeg ik per sms nog of ik inderdaad kon rekenen op maaltijd en ontbijt. Antwoord: ’Buurvrouw kan geweldig koken.’ Toen Tine hoorde dat ik hier kon overnachten, belde zij ook om te reserveren, en dat verliep exact hetzelfde als bij mij.
Aangekomen blijkt het hier een vakantie-accommodatie voor groepen, waar ook circus-workshops voor met name kinderen worden gegeven, diverse gebouwen inclusief een enorme circustent. Door covid ligt alles al maanden stil. Buurvrouw Marie wijst onze kamers en komt even later spontaan twee Leffe blond en een fles water brengen. We eten bij haar een overheerlijk Frans viergangendiner, vergezeld met rosé en een zeer geanimeerd gesprek. In haar werkzame leven was Marie in Parijs styliste van textielstoffen, zelfs nog gewerkt aan ontwerpen van Afrikaanse stoffen voor het Nederlandse Vlisco (zie de foto met schort). Ze kan er nog vol passie over vertellen.
Ik had tot nu toe contact met twee andere wandelaars: Nils en Richard. Nils heeft mij eergisteren bericht dat hij in Vezelay is aangekomen en - zoals gepland - naar huis zou gaan. Richard (die geen Frans spreekt en mij in een noodtempo aan het inhalen was) liet gisteren weten dat hij met een scheenbeenontsteking heeft moeten opgeven en op weg naar huis is. Triest, maar hij heeft zichzelf misschien wat overschat.
Morgen zijn we in Vezelay, een knooppunt van diverse routes en voor velen een startpunt. Ik hoop daar en vanaf daar meer ‘medepelgrims’ tegen te komen.
Geschreven door Frans.de.kruif