Dag 23, van Chablis naar Accolay
26 km, cumulatief: 594 km
Vroeg uit de veren, om half zeven loop ik in het donker naar de bakker om vers brood te kopen, ik voel me fris en fruitig als een chablis-wijn. Om kwart voor acht vertrekken we omdat het alweer warm gaat worden. Het is circa 10 graden, je kunt je bijna niet voorstellen dat daar straks bijna 20 graden bijkomt. Na een lange, trage klim door de wijngaarden voelt het net warm genoeg om alleen een t-shirt te dragen. Dat blijft zo tot een uur of elf, er staat een fris briesje. We kruizen de drukke snelweg die we kennen als de Route du Soleil, en die vandaag zijn naam eer aandoet.
Daarna wordt het heet, alsnog zweten, maar gelukkig lopen we meer door het bos. Het laatste stuk loop ik alleen, Tine wil nog even pauzeren. Het voornemen om een aantal kilometers te sparen door niet het ommetje door het dorpje Cravant te lopen, laat ik varen. Ik heb nog energie over, en van een afstand ziet het er mooi uit, al blijkt alles dicht en verlaten als ik er binnenloop. Tot mijn geluk loop ik langs een begraafplaats. Niet dat ik morbide ben of necrofiele neigingen heb, maar een kerkhof betekent: er is een kraan om water bij te vullen, en er staat een vuilnisbak om zwerfvuil te dumpen. Tine neemt later de doorsteek wel, zodat we elkaar vlak voor aankomst weer tegenkomen en samen naar onze overnachtingsplaats lopen.
Een Nederlandse vrouw, dans- en yogalerares, ze heet Petra, is hier sinds vorig jaar komen wonen, is met haar eigen handen bezig een krot te verbouwen tot een mooie locatie, en ontvangt pelgrims. Na het diner zitten we gedrieën nog lang buiten aan tafel te praten, totdat het fris begint te worden.
Mijn rechter knie is nog altijd gevoelig, maar vandaag heb ik voor het eerst sinds een week weer meer last van, ik denk door het vele stijgen en vooral dalen, vandaag veel over onverharde paden met relatief grote stenen. Je kunt je voeten bijna niet recht neerzetten en dat belast mijn knie. Ik volg vanmiddag Tines tip om dan maar in het open veld ernaast te gaan lopen. Het is te hopen dat het niet erger wordt.
Sinds ik op pad ben, voelt het wandelen als een ritme: 1, 2, 1, 2, …. Zeker als ik alleen loop, komt er dan een liedje in mijn hoofd dat ik onbewust meeneurie en soms meefluit op dat ritme. Dagen was dat een voor mij onbekend (zelf bedacht?) liedje, het leek iets Spaans, waarop ik eindeloos kon improviseren. Na een tijdje ging me dat vervelen en zelfs irriteren, maar ik kreeg het niet uit mijn hoofd, tot ik andere liedjes bedacht die passend zijn voor mijn wandelritme: ‘Het land van Maas en Waal’ en ‘Noordzee’ van Boudewijn de Groot, ‘Het vlooiencircus’ van het Cocktail Trio (mijn moeder had vroeger een bandrecorder waarop ze muziek van de radio opnam, dit was een van haar favorieten, grijs gedraaid in mijn jeugd, en ik kan niet ontkennen: ideaal om tijdens een wandeling te fluiten of neuriën). Ik heb ook Het Goede Doel geprobeerd maar dat paste niet.
Toen we vorige week vanuit de gite per auto werden teruggebracht naar de route stond er een bekende opera-aria op (welke ook alweer? Het is van je ‘ha-ha-ha-ha-ha-ha-ha-ha-ha’ en dat tweemaal) en die komt nog steeds zo nu en dan in me op. Ik moest voor een overnachtingsplek een paar keer een nummer bellen voordat ik iemand te pakken kreeg, en telkens werd er dan een maf muziekje afgespeeld. Het zit intussen in mijn repertoire. Hetzelfde gebeurde toen ik een paar dagen terug op de achtergrond de Eurythmics hoorde tijdens het ontbijt.
Maar sinds eergisteren verandert er iets: ik merk dat het stiller wordt in mijn hoofd. Ik kan uren lopen zonder een deuntje en als het er wel is, klinkt het zachter, verder weg. Natuurlijk neem ik waar, denk (bijvoorbeeld hoe ik iets wat ik zie of meemaak mooi kan formuleren in deze blog) maar er daalt ook een rust in me neer. Een liedje kan lekker zijn, meefluiten helpt om mezelf op te peppen, maar het is ook heerlijk als het even stil is in mezelf.
Geschreven door Frans.de.kruif