De eerste regels van dit verslag schrijf ik in de haventerminal van Rostock.
Ik verlaat de Duitse bodem... (oei, dat klinkt niet correct) en straks scheep ik in voor Gedser, de meest zuidelijke stad op het eiland Seeland in Denemarken.
Maar eerst nog verhalen wat ik vandaag heb gezien en beleefd.
Biendorf, waar ik dus geslapen heb, ligt een eindje van de kust, dus moest ik eerst nog opboksen tegen een strakke en koude noordenwind, richting zee. De zon doet verwoede pogingen om door het wolkendek te breken, maar slaagt daar voorlopig niet in. Ik ben al blij als het droog blijft...
Hoewel ik binnendoor korter ben naar Rostock, wil ik, en hoop ik, de Ostseekust nog eens onder de zon te zien.
Ik bereik de kust in Kuhlungsborn-Ost en rij parallel met het strand richting Heiligendamm.
Mijn wens wordt vervuld, de Ostsee kleurt blauw onder een aanvankelijk nog weifelende zon, maar ze doet haar best en mijn laatste km's langs de kust geniet ik van haar warmte. Ik moet mijn beeld van gisteren wat bijstellen. Het grijs maakt plaats voor kleur en de gestreepte strandkorven pimpen alles nog wat extra op.
Heiligendamm moet zowat het Knokke van de Ostsee zijn, tenminste het deel dat ik heb gezien. Mondain, luxehotels met kuurbaden, strakke gazons en een veel grotere dichtheid aan Porches dan elders in Duitsland. Alles ook "ganz sauber" en glimmend in de witte verf.
Met dit beeld verlaat ik de Ostseekust en rij terug het binnenland in naar Bad Doberan. Daar moet, volgens een gezaghebbende, geschreven bron (den "Trotter"), één van de mooiste abdijcomplexen van Duitsland liggen. Daar kan ik dus niet aan voorbij.
En ook deze keer heeft mijn gids gelijk.
Een uitgestrekt domein, waarop nog enkele indrukwekkende restanten van het Cistercienzerklooster, dat hier in de 13de e is gesticht. Vooreerst de imposante gotische kerk. Opnieuw een staaltje van vroege baksteenarchitectuur. Vooral het interieur is verrassend. Muren en kolommen zijn beschilderd in een baksteenrood en wit en enkele kolommen dragen opvallende geometrische kleurpatronen. Gelukkig is daar nog de zon die via de glas-in-loodramen hier en daar de kleuren nog extra doet oplichten.
Een grootse graanschuur is er ook te zien. Weliswaar is de dakstructuur door een brand in de jaren 70 van vorige eeuw vernield, maar de bakstenen structuur laat niets aan de verbeelding over. Ze doet me denken aan de monumentale tiendenschuren bij ons in de polders (Lissewege, Ten Bogaerde).
Een korenschuur ook, waar het gedorste graan werd opgeslagen.
Bad Doresan heeft zijn ontstaan trouwens te danken aan het klooster en is op vandaag een aangename pleisterplaats.
Maar ik moet verder naar Rostock, mijn laatste bestemming in Duitsland en vertrekhaven van mijn volgend doel, Denemarken.
Mijn laatste km's rij ik door een striemende regen, en een sombere havenbuurt. Duitsland gunt me geen vrolijke uitgeleide...
De ferry heeft wat vertraging en als enige fietser(!), mag ik eerst de boot op (en straks terug af). In ijltempo waren de 2 niveaus, met vooral vrachtwagens, gevuld. Ik laat mijn fiets achter tussen de wegreuzen en neem de lift naar het passagiersverdiep. Daar geniet ik ervan hoe we de kust achter ons laten. Er staat een ruwe zee, maar die heeft geen vat op het vaartuig. De overtocht duurt 1u45 min.
Duitsland is een groot land, dat besef je des te meer als je het met de fiets doorkruist. Noord-Duitsland is bovendien niet wat wij ons vaak van het Duitse landschap voorstellen: beboste heuvels, valleien met een brede rivier, vakwerkhuizen met bebloemde balkons, of besneeuwde bergtoppen.
Noord-Duitsland is vooral uitgestrektheid en een voorspelbare afwisseling van bossen en akkerland zover het oog reikt. De afstanden zijn bedrieglijk groot, de dorpen liggen er ver uit elkaar en het duurde wat voor ik de schaal van mijn kaarten kon interpreteren : alles bleek altijd verder dan verwacht.
Ook de gelegenheden voor een koffiestop waren te zeldzaam...
Benieuwd naar Denemarken...ik zet er voor het eerst voet aan wal. In dit geval, letterlijk.
Geschreven door Niet.alle.wegen.leiden.naar