Vandaag verlaten we Puglia en gaan we iets verder naar het zuiden, de hak van de laars in.
Maar eerst nog even terug naar Monopoli om de kathedraal te bezoeken die gisteren gesloten was. We zijn er zo tegen 10 uur en parkeren de auto weer op het parkeerterrein vlak naast de kathedraal en lopen het oude stadsdeel in. In het straatje naar de kathedraal zien we eerst nog een ander, klein kerkje waarvan de deur nu ook open staat. Dus eerst hier naar binnen en ook dit is een mooi, klein kerkje. In het oude Italië lijkt het wel of er een kerk in iedere straat (soms verborgen) is. Je struikelt er bijna over zoveel zijn het er, Niet allemaal meer in gebruik, maar de meeste toch nog wel.
De kathedraal is van binnen natuurlijk veel mooier dan de barokke stijl aan de buitenkant. Het is een prachtige kerk met veel marmer en ook heel veel bloemen. Er staan hier, net als in het eerdere, kleine kerkje, enorme boeketten opgesteld.
We lopen ruim een half uur rond in de kathedraal voor we in de auto stappen naar het zuiden.
Aangezien het niet al te ver is, hebben we ruim de tijd om een paar stops te maken onderweg en de eerst is in Ceglie Messapica. Weer zo'n klein stadje op een heuvel met een historisch centrum vol oude en kleine straatjes. Langzaam aan naar het zuiden valt ook de barokke bouwstijl op die hier steeds meer voor komt. Ook dit stadje toont weer een paar fraaie voorbeelden van deze bouwstijl.
Omdat het nog te vroeg is voor de lunch rijden we nog wat verder naar Francavilla Fontana. Dit is een iets grotere stad die veel barokke paleizen en kerken heeft staan in het centrum. Denk bij een paleis nu niet aan iets op de Dam, want een Palazzo hier is meer wat wij een herenhuis zouden noemen. Een mooi, groot pand met meerdere verdiepingen en bijna altijd met een royale binnenplaats, patio. Sommige zijn te bezichtigen, maar de meeste mag je alleen aan de buitenkant bewonderen. Hetzelfde geldt voor de Dom hier, want omdat het inmiddels na twaalven is, zijn de deuren van deze kerk ook gesloten. We lunchen wat voor we de auto weer ingaan om naar onze eindbestemming van vandaag te rijden, Gallipoli.
Dit ligt aan de Ionische zee, aan de westkant van de hak van de laars in de provincie Salento. Het oude stadsdeel ligt gebouwd op een grote rots in de zee en is via een Brig verbonden met het vaste land, waar de nieuwe stad is gebouwd. Gallipoli betekent mooie stad, en is ook van oorsprong Grieks. Het oude stadsdeel is bijna geheel omringd door een verdedigingsmuur. De mensen leven hier van de visserij en het toerisme.
In Salente, de provincie, is olijfolie het belangrijkste product. Hier wordt ongeveer een kwart van alle Italiaanse olijfolie geproduceerd, en dat is onderweg te zien. Naast asfalt kom je niet veel anders dan olijfbomen tegen hier.
De olijvenoogst vindt in het late najaar plaats. Er zijn verschillende manieren om de olijven te plukken. Ten eerste kan met een emmertje de boom in geklommen worden, waarna de olijven in het emmertje geritst worden. Ten tweede kan er een net of (plastic) kleed onder de boom gelegd, waarna de boom geschud wordt, en de takken met stokken bewerkt worden zodat de olijven in het net of kleed vallen. Ten derde kunnen de olijven met een soort harkjes van de takken getrokken worden. Ook dan vallen de olijven in een net of kleed, dat daarna samengevouwen wordt, waarna de olijven in een mand of krat geschud worden. Er is ook een elektrische variant van de hark in gebruik, waarbij de 'hark' ronddraait.
Na de oogst worden de vruchten naargelang van hun soort ingelegd in zuur, alkalisch of aan de lucht blootgesteld. Olijven worden niet vers van de boom gegeten want ze zijn dan nog oneetbaar bitter. Ze worden eerst een paar maanden tot een jaar in een zoutwaterbadje gelegd om de bittere smaak te verwijderen. Het proces kan worden versneld door de schil in te kerven of door de olijven na het plukken kort in te vriezen, waardoor het zout sneller door de vrucht wordt opgenomen. Dit pekelen is de traditionele manier van bereiden, de olijven die eerst nog vele tinten groen tot geelbruin hadden worden op natuurlijke manier zwart. Er is dus geen kleurstof nodig. Omdat dit veel tijd vraagt, zijn de gepekelde olijven duurder dan de fabrieksmatig geproduceerde maar de geur en smaak is meer intens.
Het logeren op een oude rots heeft als nadeel dat er naast de rots een parkeerterrein is waar de auto mag worden geparkeerd, omdat in het oude stadje alleen de bewoners mogen rijden met hun auto. Die moet dan wel van formaat Fiat of kleiner zijn, want anders past het niet in de smalle straatjes. Dus eerst maar ons onderkomen opgezocht om daar de spullen uit de auto omhoog te slepen. Juist vandaag is het niet alleen wat warmer dan de afgelopen twee weken, maar voor het eerst ook wat vochtiger. Dus eerst maar opfrissen na het gesjouw voor we het stadje voor de eerste keer gaan verkennen.
We lopen kris-kras door de straatjes en stegen en zien een hoop leuke winkels, restaurantjes en een boulevard langs de zeekant waar ook menig barretje en restaurant zit. Dus voor vanavond geen probleem om wat te vinden. We gaan eerst om een uur of half acht wat drinken om een uurtje later een restaurant op te zoeken. Hier is het vinden van een goed visrestaurant niet moeilijk, het lastige is een restaurant te vinden dat naast vis ook nog wat andere keuzes heeft. Maar ook dat lukt en toen elven lopen we moe maar voldaan zoals het heet, terug naar ons onderkomen. Dat is trouwens zeer ruim. Het bestaat uit een appartement van twee verdiepingen, met op beide verdiepingen een slaapkamer en badkamer, en op de onderste verdieping twee zitkamers en een keuken plus een groot terras. Heel vervelend dus.
Morgen hebben we de hele dag om Gallipoli en de omgeving verder te verkennen.
Geschreven door Frans-en-plonys.reisblog