Een rustige dag vandaag. De auto laten we bij het hotel staan en we lopen eerst naar de rivier om in de brandweerkazerne het museum daar te bekijken. Helaas zijn we een uur te vroeg dus dan eerst even langs de plaatselijke VVV om te checken of het andere museum wel al open is. De dame is nog even in verwarring vanwege het veranderen van het zomerschema naar het winterschema, maar op beide schema's gaat het om 10:00 open en kunnen we daar dus terecht. We lopen een paar blokken naar het museum. We zijn de enige bezoekers en kunnen dus rustig rondkijken.
Het museum is natuurlijk gericht op de goldrush van 1898 en de verdere geschiedenis van de stad. Het leuke is dat er een groot aantal levensechte en grote displays zijn, zoals de eerste bank, niet in een gebouw maar gestart in een tent. Een goudzoekers hut, verschillende winkels etc. Je krijgt een prima indruk hoe het er in die tijd aan toe ging. Ook hangen er overal oude foto's bij, er zijn er gelukkig veel bewaard gebleven.
In een andere zaal wordt uitgelegd hoe het claim systeem werkt, hoe er vanaf de eerste claim (Discovery claim) verder wordt genummerd en hoe de afbakening werd uitgezet. In het begin was dat natuurlijk nogal rommelig en ontstonden er ruzies over waar de verschillende claims begonnen en ophielden. Om deze te slechten kwam er een team van overheids medewerkers de claims bepalen en registreren.
In de begintijd kwam het merendeel van de prospectors uit de VS. Aangezien de stad onder Canadees recht en toezicht stond, was er een grote mate van orde. Er is geen moord gepleegd in die beginjaren, de Mounted Police hield de boel goed in de gaten. Gokken en prostitutie was toegestaan, alleen niet op zondag! Er is ooit een inwoner beboet voor het hakken van hout op zondag.
Weer een andere zaal is gevuld met allerlei gebruiksvoorwerpen. Van specifiek gereedschap voor het goud zoeken tot de gewone dagelijkse huishoudelijke zaken.
Als laatste is de plaatselijke rechtzaal nagebouwd in de laatste ruimte. Ook hier weer veel foto's aan de wand die verschillende verhalen vertellen.
Na dit museum, met een koffiestop ingelast, op weg weer naar het brandweer museum. Het is nu geopend en bestaat uit twee verschillende gebouwen. In de huidige kazerne is één ruimte ingericht met pomp wagens uit het begin van de goldrush. De voorste is de afgelopen twee jaar prachtig gerestaureerd en hij glimt aan alle kanten. Allemaal nieuw chroom, bladgoud voor de accenten op de rode verf en ook de stoompomp is gerestaureerd en weer werkend. Deze is in 1901 naar Dawson city gekomen en heeft tot de veertiger jaren dienst gedaan. Eerst getrokken door twee paarden, later door een auto. De restauratie is volledig door de brandweerlieden zelf betaald en het heeft zo'n 250.000 CAD gekost. Ze vragen voor het bezoeken een donatie van de bezoekers on zo dit weer terug te verdienen en andere wagens te kunnen restaureren.
Er staat ook nog een pompwagen uit dezelfde periode, die een grotere capaciteit heeft. De eerste pompt 500 liter water per minuut en deze 1300 liter. Hij is meer in de originele staat en glimt dus een stuk minder maar is niet minder mooi. Een collectie foto's van verschillend grote branden, helmen, gereedschappen en handblussers maakt het compleet.
In het andere gebouw staan verschillende auto's die in het verleden het dienst hebben gedaan. Ook hier staan weer een paar pareltjes tussen.
Na deze twee musea pakken we de auto om naar Bonanza Creek te rijden. Hier is het allemaal begonnen met de Discovery Claim. Hier wordt ook nu nog goud gezocht en gevonden. We zien boven op een enorme berg stenen shovels en spoel machines volop werken.
En overal liggen de bergen stenen die gezeefd zijn om het goud er uit te halen.
Verderop ligt een enorme machine, Dredge no.4. Met deze grote machines werd het goud delven op grote schaal toegepast. Niet meer met de handen eerst de permafrost door te graven en hout te verbranden zodat er weer wat grond smolt zodat je weer dieper kon graven, met deze machines ging het min of meer vanzelf. Nou ja, bijna. Je moet wel eerst de grond tot de rotsbodem afgraven, het gat vol laten lopen met water zodat de Dredge kon beginnen met het afgraven, zeven en de restanten steen aan de achterkant weer te lozen. De machine draaide bijna constant door en kon ongeveer een halve mijl afgraven in een seizoen van 4-5 maanden. Tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw was deze methode rendabel genoeg. Nu is er te weinig goud on het op dergelijke schaal naar boven te halen en doen ze het met graafmachines en zeven die nog steeds flink van formaat zijn, maar in het niet vallen bij de Dredge die zo'n vijf verdiepingen hoog is en van kop tot staart bijna honderd meter lang is.
Op een andere Claim staan nog wat oude gebouwtjes en machines dus daar kijken we ook nog erg rond. Het goud pannen wat je mag doen laten we aan ons voorbij gaan. We graag weer terug naar de stad, op naar de koffie.
We hebben ook de auto wat schoon gespoten, we herkennen hem bijna niet meer terug als we uit de koffieshop er heen lopen.
Vanavond rest ons nog één traditie, het drinken van de Sourtoe cocktail. om lid te kunnen worden van de gelijknamige club. En ja, er gaat een uitgedroogde teen in je drank. Er zijn een paar regels, je bestelt je drankje, meestal bourbon, je legt de eed af, je kijkt naar de teen die in je glas wordt gestopt en je drinkt je cocktail. Daarbij mag je hem snel of langzaam opdrinken, als je lippen de teen maar aanraken. Oh ja, je krijgt een boete als je de teen per ongeluk door slikt.
De oorsprong gaat terug naar 1920 toen een rum smokkelaar Louie Linken en zijn broer Otto tijdens een smokkeltocht werden overvallen door een hevige sneeuwstorm. Om zijn sledehonden te helpen stapte Louie van de slee in een hoop sneeuw waarbij zijn hele voet nat werd. Dat leidde ertoe dat zijn grote teen bevroor. Omdat ze bang waren dat er politie op hun pad liep, gingen ze verder totdat Louie niet verder kon. Met rum inwendig voor de verdoving en uitwendig om de wond te spoelen, en een bijl hakte ze de grote teen eraf, spoelde dus de wond schoon met de rum en bewaarden de teen in een fles alcohol.
Jaren later tijdens het opruimen van een verlaten cabin, werd de fles met teen gevonden door captain Dick Stevenson. Samen met zijn vrienden werd de club opgericht en de regels opgesteld. Sinds de oprichting heeft de club 10 tenen gedoneerd gekregen en inmiddels kent de club meer dan 100.000 leden.
Morgen verlaten we Dawson city en Canada, richting het westen, met de pont over de Yukon River naar de Top of the World highway, richting Tok in Alaska.
Geschreven door Frans-en-plonys.reisblog