De Wildernisroute is onder camperaars een bekende route over de meest noordelijke geasfalteerde weg van Zweden. Een deel van deze weg is pas op 6 juni open vanwege sneeuw. Maar het was ook niet onze bedoeling de volledige route te rijden.
Na vertrek van de camping stoppen we nog even bij de Döda Fallet. Een drooggevallen waterval. Dat gebeurde allemaal binnen 4 uur tijd op een junidag in 1796. Het was allemaal de schuld van de energieke en opstandige Magnus Huss. Deze koopman uit Sundsvall, die ook wel “Vildhussen” (Wilde Huss) genoemd werd, probeerde een houtvlotkanaal te bouwen langs de rivier de Storforsen, maar de dammen braken opeens door.
Nu zijn er vlonders gebouwd waar je kunt wandelen. Zoals met veel van dit soort monumenten valt op dat het uitgestorven is. Het is maar een heel kort seizoen hier.
We rijden door en doen boodschappen in Stromsund. Het stadje zelf vinden we niet inspirerend. We rijden naar de camping, die ligt aan de doorgaande weg. Dat is ook niet de bedoeling.
Een halfuurtje verderop vinden we een kleine gratis zgn Natuurcamping. Tot onze verbazing staan er al 3 campers. Verder een plek zonder voorzieningen (behalve de bekende droge toilet).
De plek is wederom schitterend. De Zweden en Duitsers om ons heen blijven bij hun camper zitten. De Zweden zij nooit zo spraakzaam.
Wij zetten onze stoelen bij het meer.
Het water kabbelt aan onze voeten.
De paar muggen houden we uit de buurt met wierook stokjes.
En ja dan valt het avondlicht maar donker zal het vannacht niet worden.
Geschreven door Peter.en.Eelke.op.stap