Onze reis begon eigenlijk al voordat we vertrokken. En dan niet alleen met voorbereiden.
Op zaterdag rond 12 uur kwamen helemaal onverwacht Aukje, Janneke en Theo met Thijn en Anna met een tas vol met lekkere spullen bij ons lunchen. Wat een verrassing. En wat is het dan ook leuk dat Anna en Thijn al zo groot zijn dat ze dat ook al meespelen. "Papa had de auto om de hoek geparkeerd en toen zijn we heel stiekum naar jullie huis geslopen zodat jullie ons niet zagen komen."
Zondag rijden we om half 11 heerlijk relaxed de straat uit. Hans zet ons voor de deur van de vertrekhal af, koffer afgeven is een eitje, gelukkig hadden we online ingecheckt en dat heeft het voordeel dat we niet achteraan een lange rij aan hoeven te sluiten, maar meteen naar een apart loket door kunnen lopen waar we meteen geholpen worden.
Klokslag half 3 vertrekken we, in een grote Airbus 380. Wat een indrukwekkend groot maar ook lelijk vliegtuig! Maar ook heel comfortabel. Ik (Jan) kijk zelfs in het vliegtuig rechtstreeks naar de topper Liverpool - Manchester United. De techniek staat voor niets, er is zelfs wifi in het vliegtuig, waar is de tijd dat alle elektrische apparaten uit moesten.
Marlene heeft het wat minder getroffen. Links van haar zit een normaal geproportioneerde passagier (ik), maar rechts een Duitser die zo ongeveer de dubbele omvang van mij heeft en die ook de helft van haar stoel nodig heeft. Gevolg is wel dat wij een uitermate intieme vlucht hebben wat betreft elkaars nabijheid.
Na ruim 6 uur vliegen stappen we in Dubai over om aan het 2e deel van de reis te beginnen, 8 uur vliegen naar Denpassar op Bali. Hoewel we onderweg allebei wat slapen, een lange zit.
Gelukkig zien we bij aankomst al heel snel de chauffeur die ons op staat te wachten en ons naar het hotel in Sanur brengt. Wat een drukte en wat is het warm.
In het hotel frissen we ons op om nog, snel voor het donker wordt, Sanur wat te verkennen. Net Benidorm in Spanje. Het spreekt ons dan ook niet zo aan. Maar 's avonds op het strand eten spreekt ons weer wel aan.
De volgende morgen, het is inmiddels dinsdag, worden we om 9 uur opgehaald door gids Ateng en chauffeur Ketoet. Zij zullen ons naar KebunKita brengen, onze eerste halteplaats in het westen van Bali. Onderweg zien we veel.
We bekijken Pura Tanah Lot (pura is het Balinese woord voor tempel). Een tempel, in de 16e eeuw gebouwd op een rots in zee. Tijdens eb kun je erheen lopen. We hebben geluk, het is eb. Helaas zijn we er niet de enigen, maar wat wil je, het is een van de meest bezochte toeristische bezienswaardigheden. We aaien er ook een slang, een heilig dier hier. Tijdens het aaien mogen we een wens doen, die volgens Hindoestaans geloof uit zal komen.
We bezoeken de lokale markt in Tabanan, altijd weer heel bijzonder. Ateng geeft uitleg bij menig stalletje en laat ons allerlei dingen proeven.
Dan laten we de drukte achter ons en gaan we de binnenlanden in. En dan verandert er veel. Veeĺ bossen, afgewisseld met prachtige rijst terrassen. Echt dat beeld zoals we verwachten van Bali. Langs de weg zien we kleine apen, makaken, spelen. Regelmatiģ stoppen we voor oh en ah momenten.
Rond 3 uur eindigen we in het dorpje Padangan, waar ons onderkomen voor de komende dagen ligt, Kebun Kita wat "onze tuin" betekent. Maar ......... het ligt wel 15 minuten lopen van de weg af. Onze koffers worden achterop een brommer geladen, vastgesjord met een oude fiets binnenband. En wij lopen door het bos naar ons verblijf, waar we een kleine bungalow met balkon betrekken. Alleen ligt het zo verscholen in het bos dat we nauwelijks uitzicht hebben helaas. Maar verder is het heel paradijselijk. Het bos levert veel op, de mensen halen er een groot deel van hun dagelijkse behoefte uit. Vanaf ons balkon zien kokosnoten, bananen, mango's, dorians, papaya, koffie- en cacao-struiken, ...... teveel om op te noemen. Maar het nadeel van dit paradijs is wel, dat er alleen maar paradijs is, verder valt er niets te beleven. Dat is wel even wennen voor ons actievelingen, gedwongen nietsdoen. Maar ook goed voor ons. We verkennen het terrein wat, drinken wat op het terras en 's avonds eten we er. Heel eenvoudig maar ook heel lekker.
's Nachts koelt het heerlijk af en vallen er een paar heerlijk verfrissende regenbuien.
Na het ontbijt maken we, met onze gastvrouw als gids een prachtige wandeling door de omgeving. Door het bos met koffie plantages naar de tuin van de familie, waar haar man met een oom aan het werk is. Oomlief klimt op zijn blote voeten in een hoge palmboom om voor ons verse kokosnoten te oogsten, die we ter plaatse leegdrinken. Door de rijstvelden lopen we naar het dorp, waar ik naar de kapper ga. Dat is hard nodig volgens Marlene. Maar eerst bekijken we de plaatselijke bakkerij. Brood wordt hier eigenlijk niet gegeten. Het wordt vooral gebakken voor de westerse hotels in de toeristische steden. Sommige vrouwen die er werken doen dat met hun baby bij zich.
Terwijl ik geknipt wordt gaat Marlene op zoek naar de herkomst van religieuze Hindoe muziek. Wat blijkt, in een tempel is een offer ceremonie gaande. De mensen benaderen ons uiterst vriendelijk, alleen kunnen we niet naar binnen omdat we niet ceremonieel gekleed zijn. Wat wordt er veel geofferd, als je bedenkt hoe weinig de mensen hier hebben. We zien er zelfs een compleet speenvarken bij liggen.
We worden wel uitgenodigd op het plein van de naastgelegen zondagsschool. De "schoolmama" zoals ze zichzelf noemt maakt een heerlijke beker vruchtensap, foto's worden gemaakt en Marlene krijgt een hoed van haar. Ook de burgemeester van het dorpje komt even langs om zijn gezicht te laten zien en om met ons op de foto te gaan. Aan het einde, bij het weggaan, worden we door de schoolmama uitgenodigd om morgen, donderdag, bij haar te komen eten. Ze zal echt Balinees voor ons gaan koken. Toch heel bijzonder en gastvrij.
Hoezo een paradijs waar naast paradijs niets te beleven zou zijn?
Geschreven door Janenmarlene