Vandaag wordt weer een lange dag, alweer zullen jullie wel zeggen. Maar we besteden onze tijd heel goed hier. Per slot van rekening hebben we maar een week hier.
De tocht zal vooral in het teken staan van de kustvlakte met links van ons de bergen met gletsjers en rechts van ons de zee.
Om het bijzondere van onze tocht van vandaag te begrijpen, eerst een stukje uitleg over dat landschap. Per slot van rekening zal ik volgens Marlene altijd een leraar blijven.
In het zuidoosten van IJsland ligt de Vatnajőkull, met zijn 8100 km2 verreweg de grootste gletsjer van Europa, Groenland niet meegerekend. Deze Vatnajökull is zo groot en dik, dat hij als een dik pakket van ijs over de bergtoppen heenligt. Je ziet die toppen alleen aan de randen en dan stromen vaak gletsjertongen uit de tussenliggende dalen, regelmatig tot vlak bij de weg. De bergtoppen die onder het ijs liggen zijn allemaal vulkanen, die nog steecs actief zijn. Denk maar aan de Eyjafjallajökull, die in 2010 zo hevig uitbarstte dat in een groot deel van West Europa geen vliegverkeer mogelijk was. Behalve het normale smeltwater dat je bij iedere gletsjer ziet, speelt hier nog wat anders. Door de warmte van de vulkanen kunnen aan de onderkant van de gletsjers enorme hoeveelheden ijs smelten, waarvan het smeltwater niet weg kan doordat die meren door ijsdammen afgedamd zijn. En als zo'n dam dan doorbreekt, dan kan er een enorme hoeveelheid water plotseling over het voorland uitstromen. Er zijn dergelijke overstromingen bekend met een afvoer van 300.000 m3 water per seconde. Dat is veel als je bedenkt dat de Amazone 40.000 m3 afvoert gemiddeld. En dat water vervoert dan ook enorme hoeveelheden gletsjerpuin.
Dus tussen de vulkanen/bergen en de zee liggen overal van dit soort puinvlaktes, spoelzandwaaiers genaamd. En daarover gaat onze weg van vandaag grotendeels. Respect voor de IJslanders dat ze hierover wegen aan kunnen leggen en onderhouden.
We bezoeken de plek met de huizen die aan de voet van de Eyafjallajökull liggen, niet te geloven wat voor inferno dit in 2010 geweest moet zijn.
We rijden met de motoren over een slechte onverharde weg tot vlak bij zo'n gletsjertong en maken daar een wandeling.
We proberen over zo'n spoelzandwaaier te rijden, wat Gijsbert enigszins lukt, mij helemaal niet.
Omdat we geen tijd hebben om te lunchen maken we onderweg zelf lekkere soep. Midden op zo'n vlakte, maar gelukkig ging er wel een verhard pad naartoe.
We bezoeken een ijsmeer. Hier mondt een gletsjertong in uit waarvan regelmatig brokken ijs afbreken en in het water vallen. Ze drijven daar een tijdje rond en stromen dan via een nauwe doorgang naar zee. Daar drijven ze dan weg of komen op het strand te liggen.
O ja, en we rijden ook nog ongeveer 320 km, best veel voor zo'n volle dag. Kun je nagaan hoe groot de gletsjer is want we zijn er tijdens onze tocht aan de zuid- en oostkant omheen gereden.
Maar het was de moeite waard. Op onze bestemming in Höfn aangekomen kijken wij we in de ondergaande zon nog eens terug naar de gletsjer, we zijn nog steeds onder de indruk.
We eten lekkere vis en lamsvlees in een plaatselijk restaurant.
Dat hebben we wel verdiend vinden we.
Geschreven door Janenmarlene