Na een heerlijk rustige nacht, waarin hooguit 4 auto's langskwamen waarvan 1 grappenmaker toeterde, worden we zonovergoten wakker. Na een rustige start met water, thee en koffie besluiten we een paar kilometer en 8 tunneltjes terug te rijden om de wandeling van ruim 3 uur, waar we gisteren een stukje van deden, helemaal te gaan maken. Op papier een ideale wandeling, die begint met stijgen om daarna alleen maar te dalen.
En dat klopt. Het eerste stuk is echt cardio-training: een onafgebroken klim van 400 meter hoogteverschil, waar ongeveer 75 minuten over doen. En dat is volgens het boekje. Volgens ons aloude bergsport-wandelboekje, stijg je ongeveer 300 meter per uur en daal je 400 meter per uur. Dat we de beenspieren ook echt wel voelen, vertellen we er maar niet bij.
We wandelen in de bergen inmiddels al enige jaren met een telescopische wandelstok, maar met dit parcours bedenken we dat we de inmiddels aangeschafte tweede stok ook maar eens moeten gaan gebruiken. Goed ook voor de armspieren.
Bij het parkeerterrein aan het begin van onze wandeling geeft een jonge natuurpark-ranger in uniform uitleg over het gebied aan een paar klassen van basisschoolkinderen. Die beginnen hun schoolweek in elk geval mooi met een bergboswandeling. De dame van het park vraagt ons verderop te parkeren om de kinderen tijdens de uitleg niet te storen en het informatiebord ter plaatse niet te blokkeren. De voormalige schooljuf onder ons geeft daar begripsvol en iets enthousiaster gehoor aan dan de brommende mopperkont naast haar. Of voelt die zich onterecht als een schoolkind terecht gewezen?
Onderweg komen we niemand meer tegen behalve vlak voor de top waar een vermoedelijke wandelclub van senioren even op adem komt van de klim. Ze vertrekken weer snel in een straf tempo een spoor van luid kwetterend geklets achter hen latend in deze verder stille omgeving. Op de top eten we iets na twaalf uur ons intermittent fasting ontbijt. Even later treffen we de krasse knarren met een lunchstokbroodje in het veld aan. We worden vrolijk begroet als soortgenoten.
Het is wonderlijk hoe tijdens het schrijven verhalen tot je komen. Allerlei waarnemingen associëren met eerdere ervaringen of kennis waardoor zich nieuwe beelden en belevenissen vormen. Zo lazen we vanmorgen in de krant bij een recensie over een voorstelling van cabaretier Theo Maassen (58), dat hij leeftijd niet zo maar een getal vindt, maar een ballast die je als kilo's met je mee draagt. Een mooie vergelijking, waar wij nog even op doorkauwen. Zeker tijdens het klimmen.
Als we driekwart rond zijn (na een paar dikke druppels regen), komen we weer bij het Point Sublime, waar we nog iets verder dan gisteren over een zijpaadje doorlopen naar het verstgelegen plateau. Daar zijn de schoolkinderen inmiddels ook neergestreken. We zien nog spectaculairdere uitzichten op de Gorge, de snelstromende rivier en de besneeuwde bergtoppen.
Op de terugweg mengt jong en oud zich: de schoolkinderen en de pensionado- wandelclub staan door elkaar heen rondom hetzelfde informatiebord. Grappig om te zien, hoe jong en oud geïnteresseerd zijn in dezelfde informatie. Overigens vinden we de wijnrode kleur van het Pelite bij nader inzien eigenlijk meer chocoladebruin.
Ons rest nog een kleine afdaling en een kort ritje naar dezelfde overnachtingsplek als gisteren. Nix meer aan doen. De rest van de middag brengen we al luierend door.
Geschreven door BartKhorsandoppad