Na een onstuimige nacht met heel veel regen en wind, begint deze dag net als gisteren. Druilerig, nat en met beslagen ramen. Salamanca hebben we uitgebreid bekeken, we hebben ook weer erg genoten van het gemak om rond te kunnen fietsen. Vandaag trekken we verder op zoek naar wat mooie natuur, een Sierra niet ver van Madrid.

De eerste tussenstop is Ávila, waar we meer tijd doorbrengen dan we van plan waren, omdat het echt de moeite waard is. Weliswaar nog geen natuur, maar zeker ook geen grote stad. We wandelen eenvoudig van het parkeerterreintje bij een uitzichtspunt op de vestingsmuur (ruim 2 km lang, volledig in tact en met maar liefst 88 torens), waar dit plaatsje beroemd om is, naar het oude centrum waar we op de lokale markt heerlijke kazen en noten kopen. De kathedraal lopen we stiekum voorbij, in het kader van oververzadiging. De sfeer is zeer ontspannen in dit provinciale vestingsstadje, waar de locals in groepjes van drie, mannen en vrouwen apart, met de handjes op de rug genoegzaam voorbij keuvelen. Als halverwege de zon begint te schijnen, kunnen we eenmaal terug bij onze parkeerplek gauw even betere foto's van de vestingsmuur maken.

Onderweg wordt het mooier, heuvelachtiger, met meer begroeiing en de bergen van de Sierra de Guadarrama op de achtergrond, waar we na een bezoek aan Segovia waarschijnlijk doorheen trekken.

Als we de tweede stop Ségovia (of is het Segóvia of Segovía? Google weet het ook niet) binnenrijden, schijnt de zon inmiddels volop waardoor alles er meteen vriendelijker uitziet. Wij hebben eigenlijk wel weer genoeg gereden voor vandaag en zoeken de opnieuw mooie gemeentelijke voorziening voor camperaars op, op de parkeerplaats voor de stierenarena, het Plaza de Toros de Segovis. Aangezien de camperplekken morgenochtend om 7 uur vrij moeten zijn voor de weekmarkt, besluiten we op het aanpalende parkeerterrein te gaan staan, lekker in het zonnetje. Recht tegenover de stiereningang. Morgen verder.