Als we wakker worden met het geluid van kabbelend water van de beek, is het zwaar bewolkt na een regenachtige nacht. We maken er een reisdagje van en verlaten de prachtige canyon op weg naar de kust. Met als enige "to do" dingen tanken en (na 5 nachten vrij kamperen) de toiletcassette legen. Dat klinkt als een haalbare dagtaak. Intussen vullen we onderweg onze schoonwatertank uit een permanent stromend kraantje met water uit de bergen.
We lezen dat bijna 60% van de Albanese bevolking zijn geld nog verdient in de landbouw (niet zo verwonderlijk na 45 jaar communisme) en dat er veel meer wordt geïmporteerd dan zelf wordt geproduceerd en uitgevoerd. Het gaat dan om textiel en schoeisel (schapen en geiten zien we hier inderdaad in overvloed).
Verder hebben ze hier de grootste olievelden van Europa (waarvan we onderweg de olieopslag in zeer roestige oliecontainers zien staan), aardgas en bruinkool. En er wordt hier koper, chroom, bauxiet (aluminium) en in grote hoeveelheden zout gewonnen. Als ze niet te veel weggeven aan de buitenlandse investeerders en hun aandeelhouders heeft het land dus voldoende kansen (zoals met de olie al wel gebeurd is. Daarin is een Canadese olieboer de grootste investeerder). Albanië wordt nu nog beschouwd als ontwikkelingsland.
Het land heeft bovendien verscheidene stuwmeren, die in de stroombehoefte van het hele land voorzien.
Ook bijzonder: er zijn nog steeds enorm veel tankstations onderweg van verschillende (Albanese?) maatschappijen, maar niet één van de bij ons bekende merken als Esso, Mobil, Shell, BP of Totall. Zouden de communistische leiders van weleer hun bevolking hebben gepaaid met veel benzine? Hmmm, dan toch niet die mensen die hier nu nog rondrijden op een ezeltje of met paard en wagen.
Bij de plaats Vlorë komen we eindelijk en voor het eerst in Albanië bij de Middellandse Zeekust. We zitten nu ongeveer 70 km pal oostwaarts van de uiterste hak van Italië, net onder Lecce. Zoals we lazen is Vlorë al een volwassen badplaats die volledig kan concurreren met de Spaanse costa's. Inclusief de grote hotels van vermoedelijk buitenlandse investeerders. De kustweg daarna, naar het zuiden, is vast hun volgende prooi, want zowel de weg als de kuststrook is volledig omgeploegd. We moeten om de bulldozers heen laveren. Op een klein stukje waar ze nu nog niet aan toe zijn gekomen, vinden we een ongerept P4N-plekje aan het kiezelstrand met kleine eettentjes, die over een paar jaar waarschijnlijk zijn opgegeten door de grote jongens. Het is er lekker warm. En winderig.
Geschreven door BartKhorsandoppad