Eén dag, zo lang duurt ons bezoek aan dit land. We lijken wel Amerikanen, om je dood te schamen. Maar het is niet anders. Via de Serpentines rijden we naar de grens met Albanië waar we willen wandelen in het Teth-gebergte. Geen internet in Montenegro, het ging te snel om echt te missen. Google maps bleef trouwens werken.
Gisteravond na het eten liepen we door het oude centrum van Kotor, wat binnen de vesting èn groter bleek dan gedacht èn nog mooier ook. Vele kleine straatjes met prachtig plaveisel, kerkjes en vele pleinen en pleintjes. De eerdere aanduiding "klein Dubrovnik" is eigenlijk wel terecht. Toen we langs het terrasje van een bruin kroegje liepen, werden we aangesproken door een Nijmeegs stel, die gelijk met ons op de parkeerplaats arriveerden. Na wat geklets terwijl we van de een op de andere voet heen en weer stonden te wiebelen bij hun hoge kruktafeltje, besloten we met hen aan een vrijkomend tafeltje nog een biertje te drinken. Leuk, alleen halverwege begon het te stortregenen tot diep in de nacht. We kwamen dus niet meer droog thuis.
Zij leek erg op een typetje uit Toren C, inclusief haar grappige streekaccent, het harde lachen om haar eigen onverstaanbare verhalen en een guitige oogopslag, hij leek te worstelen met een burn-out. Wij waren er na een half uurtje ook al doodmoe van, oeps. Maar ze waren wel enthousiast en aardig. Ze willen trouwens graag onze pindat gaan volgen, maar of dat na de episode van vandaag nog zo is, is maar de vraag.
Evenzogoed vertrekken we om 8 uur om de smalle en zeer bochtige route van de Serpentine te rijden. We willen de weg graag gereden hebben voor de touringcars ons tegemoet komen op deze slingerweg, waar het passeren van tegemoetkomende personenauto's al een uitdaging is. Zestien slaloms op een rij, de hele berg is er zo'n beetje mee bedekt. "De mooiste weg van Europa", lezen we opnieuw. En inderdaad, de uitzichten op de baai van Kotor blijken prachtig. Tot ongeveer bij slalom 9, waar de lage bewolking en miezerregen overgaan in mist. Dan is het gedaan met de uitzicht-pret. Gelukkig zijn de foto's van de vergezichten dan al gemaakt. Over blijft de uitdaging van omhoog slalomrijden in dichte mist op een bergweg die nauwelijks breder is dan de camper.
Gelukkig betaalt het vroege vertrek zich ook uit, we krijgen niet meer dan 5 of 6 tegenliggers maar geen enkele touringcar-bus.
De grensovergang Montenegro/Albanië wordt een vergelijkbare ervaring als gisterochtend. Kost veel tijd, maar verloopt verder probleemloos.
In Albanië begint het zonnetje na de ochtendregen te schijnen, maar niet in de bergen voor ons waar we naar toe op weg zijn. Volgens de weer-app van het vriendelijke meisje in het eerste het beste Albanese plaatsje Koplik waar we doorheen komen en bij wie we een Albanese internetkaart kopen, wordt het pas overmorgen droog en zonniger in het Teth-gebergte. Dus druipen we eerst liever af naar een prachtige Acsi-camping aan de oever van het meer van Shkodër. In de zon.
Albanië, wat toch een volstrekt gesloten land was tijdens de koude oorlog, ziet er netjes en best welvarend uit. Er zijn ontzettend veel tankstations onderweg. Sommige, spookachtig en al een poos verlaten, andere fonkelnieuw en heel modern met luxueuze uitstraling. Er zijn veel kleine lokake winkeltjes.
Betalen doe je hier in Lek, maar ze lusten ook graag Euro's. Als je een Euromunt van 50 cent geeft voor wat groente, knikken ze van "nou vooruit dan" en stoppen het zonder wisselgeld in de zak. Als we daarna een 10 centmuntje opduikelen voor eenzelfde portie groente is dat met een enkel knikje ook oké. Maar wat echt de prijs is? Dat zeggen ze niet. Schiet ons maar lek.
Geschreven door BartKhorsandoppad