Ik ben om 8:00 van de camping.
“Heb je nu al ontbeten ?”, vraagt de andere Nederlander.
“Ik koop zo wel een sandwich bij de bakker”.
Dus niet in Les Vans. Er is veel ‘s maandags dicht. Ik hou het, na wat straten op en neer te zijn gereden, op een rozijnenbroodje en een pain chocolat.
Kinderen worden om deze tijd naar (de lagere) school gebracht op hun eerste dag na de vakantie. Sommigen uitgelaten, anderen onwennig. Leuk om te zien.
Les Vans uit is het nog flink klimmen. Ben wel fris maar moet wel werken op deze de vroege morgen, terwijl elektrische mountainbikers mij vrolijk fluitend voorbij ‘fietsen’.
Het gaat daarna over een rustige weg in de schaduw verder.
Na 20 kilometer ben ik in Gagnières. Daar neem ik koffie. Een rustig kopje koffie wordt het niet. Er is iemand 20 meter verder met een bladblazer bezig. Het moet nog herfst worden. Het zou verboden moeten worden. Wat is er tegen een hark ?
Mijn tweede koffie neem ik binnen bij het televisiescherm.
Nog even naar de mairie voor een stempel.
Daarna verder, maar over een grotere drukkere weg naar Saint-Ambroix, wat een wat grotere en drukkere plaats is.
Ik zie weer de mensen uit Deventer.
Ik wil wat eten en doe dat bij een Boulangerie-Pâtisserie op de stoep. Ik neem om 11:45 een koffie en een sandwich tussen de dieseldampen. Het is al best wel druk op de weg.
Ik neem mijn tijd en water en cola en ga weer verder, maar ook in Saint-Ambroix haal ik een stempel bij de mairie.
Voor Mons is een begraafplaats, waar ik koel water haal voor in mijn bidons. Het water was inmiddels zo heet geworden dat ik er thee van zou kunnen zetten, en dan zou ik nog moeten blazen.
In Mons is de mairie open en ik wil daar ook een stempel halen.
Dat gaat zo maar niet. Ze hebben deze vraag nog niet eerder gehad. De dame achter de balie belt haar collega. Misschien is het wel de burgemeester (je weet het niet hè).
Ik ervaar geen belangstelling, maar eerder wantrouwen, als ze me allemaal vragen stellen. Ze willen mijn routekaart zien en als ze zien dat Mons erop staat is het goed.
Vreemd. Nooit eerder meegemaakt. Zij dus blijkbaar ook niet.
Ik kom om 16:00 aan op camping Beau Rivage in Cardet. Nederlands gesproken en er zijn ook veel Nederlanders onder de beperkt aantal gasten.
Het is nu 31 graden. De temperatuur heeft me vandaag wel weer parten gespeeld.
Ik wilde zon en ik heb nu zon. Niet zeuren Hans !
Ik hoor getik van een hamer. Het houdt op een keer op en vraag aan de Nederlanders of ik hem mag lenen.
“Nu niet, straks ! We zijn nu ook aan het hameren!”.
“Oké, dan niet”.
Hij is niet aan het hameren, hij zit gewoon in zijn stoel te zitten. Van je landgenoten moet je het maar hebben. Stop hem maar in je … denk ik en gebruik gewoon mijn eigen kracht om ze de grond in te steken. Ik heb geen hamer meer nodig.
Even later stuurt hij zijn vrouw met de hamer. Dan kennen ze Hans nog niet. Hou hem maar.
“Wij zijn net ook aangekomen”, zegt ze.
“Ja, dus ?”
Ja, in de auto. Met airco. Over de tolwegen. En alleen met de rechtervoet het gas ingedrukt. Of zelfs dat niet eens als er in dat autootje van je een cruise control zit.
Ik eet vanavond bœuf bourguignon. Uit blik. En een salade. Ook uit blik. Dat dan weer wel. Dat kan je in Frankrijk gewoon allemaal in de supermarché aanschaffen. Haute cuisine.
En weer verder met mijn nieuwe boek: Ik kom hier nog op terug van Rob van Essen.
Muziek van de dag:
Le soleil - Brigitte Bardot
Totaal 1546 km 9531 hm
Geschreven door Op-fietse