De franse fietser zit ook in de albergue. Wel toevallig weer. Hij kon ook geen camping vinden.
Uitstekend geslapen en een uitstekend ontbijt. Ik zei dat ik het zou aanbevelen, dus bij deze; albergue Casa las Águadas.
Om 9.00 weg met zon, maar weer is het fris in de vroege ochtend. Jasje aan, maar al gauw weer uit, want van het klimmen heb ik het al gauw warm.
Er zijn steeds meer (wandel) pelgrims. Bijvoorbeeld de 67 jarige vrolijke Duitser. Die über die Pyreneeën geklauterd war und mit Klettersteig of zoiets. Er hat zwei Tagen kein Mensch gesehen.
Maar ook fietsers, zoals de twee dertigers met atletisch lichaam en nauwelijks bagage uit Barcelona. Ze vinden dat ik wel veel bij me heb. Dat klopt, maar al gauw laat deze (zware) zestiger, als ware ik Wilco Kelderman, hun mijn achterspatbord zien, wat langzaam uit hun zicht verdwijnt. Ze roepen nog: "man you're a professional".
Er zijn ook fietsers zonder bagage die moeten lopen. Vrolijk fluitend fiets ik ze voorbij, om dan uit hun zicht even uit te hijgen.
De weg naar de Cruz de Ferro valt eigenlijk wel mee. Wel stijgen natuurlijk, maar geleidelijker dan ik had verwacht.
Onderweg zie ik nog een stuk afgebrande helling.
Daarna ook een kruis als monument voor een Braziliaan die daar het leven liet.
Er is weinig wind en het uitzicht wordt steeds mooier.
Vlak voor de Cruz de Ferro neem ik voor de laatste klim in Foncebadón nog een koffie bij een albergue. Er staat een oude brommert binnen. Die zou ik nu wel kunnen gebruiken.
Bij de Cruz de Ferro aankomen was een bijzonder moment. Het is eigenlijk een simpel kruis, maar velen laten hier wat achter.
De last van het leven in de vorm van stenen of berichten of foto's van mensen.
Ik laat ook steentjes achter die meegenomen zijn van huis. Uit Driebergen en Houten.
Ik heb zelf een speciaal steentje met een verhaal meegenomen.
Tussen Driebergen en Houten is er een bos bij kasteel Beverweerd. Daarin is een gedenkteken van een in de tweede wereldoorlog omgekomen franse piloot. Vaak stop ik even als ik daar langsfiets. Zo ook twee maanden geleden. Toen heb ik daar een steentje meegenomen, wat nu bij de Cruz de Ferro ligt. Het heeft, met een beetje fantasie, de vorm van een fietszadel of, als je hem omdraait, van een voet.
Nadat ik de last kwijt was liep ik nog een stukje naar boven en zag daar prachtige bloemen in het gras.
Toeval ?
Na een korte afdaling toch weer een klimmetje. Bij Manjarin kom ik een bijzondere plek tegen. Heel primitief. Met allemaal borden met afstanden naar plaatsen in de wereld.
Daarna gaat het snel en steil naar beneden in een prachtig landschap, wat helemaal vol staat met windmolens en elektriciteitsmasten.
Ik kom nog door een mooi dorpje El Acebo, waar weer veel pelgrims pauze houden. Ook kom ik de fransen weer tegen, die ik in Astorga sprak. Twee oudere mannen. Ze komen uit noord-oost Frankrijk. Ze heten Gerard en Remy. Van het boek ? Ja, maar ook van de cognac, zegt hij.
De volgende afdaling is heerlijk.
In Molinaseca wil ik even wat simpels eten, maar de prijzen schieten omhoog nu je dichter bij Santiago komt. Één kilometer verder is een albergue waar je wel redelijk goedkoop kan eten. Daar stop ik om 14.30 en eet voor weinig een pan linzensoep en een omelet. Bij deze albergue staat een boom met prachtig houtsnijwerk.
Daarna eerst weer een klimmetje en toen een lekkere afdaling naar Ponferrada. Je mocht niet harder dan 50. Daar bleef ik net onder.
In Ponferrada is een tempeliersburcht. Heel apart.
Wat ook heel apart is , is de muurtekening die ik zie. Eenzelfde figuur was in het beeld bij de kathedraal van Astorga verwerkt. KKK maar dan met zwarte cape.
Cacabellos, even verderop, heeft weer een mooi oud centrum.
Richting Villafranca del Bierzo moet ik weer klimmen. Ik vind, na even zoeken, om 18.45 een camping vlak bij Villafranca.
Deze camping bestaat volgend jaar denk ik niet meer. Hij is enigszins verwaarloosd, en dan ben ik nog positief. Samen met de fransman zijn we de enige gasten.
Het Wonder Van De Camino:
Mijn fiets kraakt al twee dagen niet. Ik heb er niets aan gedaan en het is spontaan opgehouden. Nu kan ik het wel drie keer afkloppen op onbehandeld hout, maar dat is bijgeloof, dus dat doe ik maar even niet.
Het fietst wel erg lekker zonder gekraak en hoor nu alleen stilte, het ruisen van de wind door mijn helm of mijn eigen gehijg.
Geschreven door Op-fietse