Ik heb wel aardig geslapen op de uitklapbank. Ik denk dat het bier daar ook wel bij heeft geholpen. Met de airco bleef het lekker koel.
Het is buiten uit de zon nog wel lekker. Ik ga om 8:15 weg. Het is dan al/pas 26 graden.
Ik stop onderweg bij elke gelegenheid om water te drinken.
Vanaf de afslag naar Faléria is het, op de langs scheurende auto’s na, verder rustig en landelijk.
Onderweg zie ik wel een paar plekken waar brand is geweest. Ook in een hazelnotenboomgaard en in een wijngaard.
Bij Faléria drink ik koffie en water op het plein bij een bar. Als ik goedendag zeg reageert geen enkele van de (oude) mannen.
Hoe dichter ik bij Rome kom, hoe meer troep langs de weg en ook veel glas. Oppassen dus.
Na Faleria wordt het verkeer wat minder. De weg blijft vaak nog heel slecht.
Na 20 kilometer ben ik in Magliano Romano. Ook daar weer even pauze. Ik heb er al wat klimmetjes opzitten.
Het blijft nog redelijk landelijk tot Prima Porte. Daarna wordt het steeds drukker en de omgeving minder aantrekkelijk.
Voordat ik verder ga neem ik in een bar bij de airco nog een broodje, koffie en water.
Er zit naast me iemand heel hard te praten. Blijkt dat hij het tegen mij heeft. Ik zeg dat ik uit Hollanda kom, het niet begrijp en zeg nog “Gullit en Van Basten”. Hij snapt het niet en is volgens mij niet zo oud dat hij dat heeft meegemaakt.
Ik fiets verder en het wordt steeds drukker tot het fietspad langs de Tiber. Dat fiets wel rustig, ondanks dat het in de barende zon is. Langzaam kom ik de binnenstad in.
Na 2.271 kilometer fietsen vanaf Houten kom ik om 15:30 aan op het Sint Pietersplein.
Nou dat is het dan. Ik ben er. Dus.
Het viel soms mee, maar soms ook tegen om er te komen. Vooral de laatste week was het zwaar vanwege de klimmen in combinatie met de, toch wel extreme, warmte.
Ik klamp verschillende mensen aan om een foto van me te maken.
Ik vraag een paar ongeïnteresseerd kijkende politieagenten naar de Tourist Info. Ze wijzen me naar een kiosk waar net zo goed loten hadden kunnen worden verkocht.
Vervolgens probeer ik daar een stempel te krijgen. Nou, dat gaat dus niet. Dan moet ik dus in de basiliek zijn, in de lange rij gaan staan wachten in de zon en me netjes kleden. Ik dacht het niet. Er zijn grenzen.
Na een beetje heen en weer te hebben gefietst spreek ik nog iemand uit Nijmegen, die de Toscane route heeft gedaan. Verder zie ik geen fietsers.
Daarna weer een groot deel dezelfde weg terug langs de Tiber als dat ik heen ben gefietst om bij de camping te komen.
Na enkele halsbrekende toeren op een vierbaans autoweg kom ik dan eindelijk om 16:00 bij de camping Village Flaminio aan. Ik boek voor twee nachten. Dan zie ik wel verder. Morgen maar eens verder informeren naar treinen richting Assisi. Toen ik er naar vroeg op de camping keek hij wel bedenkelijk. Hij heeft weinig vertrouwen in het openbaar vervoer in Italië.
Het is een redelijk luxe camping, met golfkarretje om me naar de ingang te brengen en weer terug. Een beetje decadent is dat wel, maar wel lekker.
Alleen is mijn tentplaats op de harde grond. Ik krijg er geen haring in.
Ik loop einde middag nog naar de supermarkt in de buurt, ga nog even in het zwembad liggen en sluit de dag af met wat eten bij het restaurant.
Daarna probeer ik te slapen bij 27 graden.
Geschreven door Op-fietse