De camping in Estella is een grote camping, met zwembad, bar en winkeltje. Er zijn ook vaste staanplaatsen. Ik sta uiteindelijk gewoon op een parkeerplaats bij een kampeerplek. De buren achter mij hebben een hond, die waaks is. De andere buren een klein kind, wat van huilen een hobby heeft gemaakt.
Mijn buren naast mij hebben stevige muziek op tijdens het eten. Ik kan dát wel waarderen.
Het is nog laat onrustig.
Ik fiets ‘s morgens rustig naar Estella, waar ik eerst ergens koffie drink en dan in een kerk ga kijken. Om deze kerk binnen te komen kan je een hoge trap op of een lift nemen. Ik neem de trap.
De kerk heeft ook een kloostertuin met een hele mooie boom.
Ook heeft iemand bedacht om een pilaar gedraaid weer te geven. Dat vind ik nou mooi, dat er lang geleden over nagedacht is om het net even anders te doen, en dat we dat nu nog kunnen bewonderen. Ik had zoiets nog niet eerder gezien.
Ze zijn in Spanje wel slim. In een kerk is het donker en je moet betalen om het licht te laten schijnen op al het moois wat er te zien is. Vaak van een overweldigende schoonheid. Soms ook helemaal niet.
Ik eet een broodje op een terras en zie iemand met een helm voorbij fietsen. Ik denk, verrek, die ben ik vergeten. Dus ik weer terug naar de camping om mijn helm te halen en gelijk fietskleding aan te doen. Ik ga toch maar een stukje fietsen. Je moet wat.
Ik ga richting Los Arcos fietsen en doe veel plaatsjes aan waar ik langskom.
Eerst naar Irache. Daar is een groot klooster, wat ze, net als twee jaar geleden aan het verbouwen zijn, en een bodega. De bodega heeft voor pelgrims een tap voor wijn en een tap voor water. Er zijn een Spaanse moeder en dochter, die ik vraag of ze een foto willen maken.
“Say cheese”, zegt de dochter.
Ik kijk blijkbaar niet vrolijk genoeg.
De moeder zegt dat ze in Spanje “patattas” zeggen in plaats van “cheese”.
Ik kijk nog even in het naastgelegen wijnmuseum, wat gewoon een verkapte winkel is, en fiets een stukje over het pad van de wandelaars tot de grotere weg.
In Villa Mayor wijst een man me de weg en wordt bijna boos als ik links i.p.v. rechts ga. Hij was niet te volgen.
De kerk in deze plaats lijkt gesloten, maar is toch open. Het is een zware deur en er komt iemand uit. Weer één euro voor verlichting, maar het interieur is ditmaal heel sober. In de meeste kerken is het heel uitbundig met houtsnijwerk en bladgoud en al wat je maar kan bedenken aan moois en creativiteit uit vorige tijden.
Ik ben tot Luquin gekomen, alwaar de kerk op slottos was evenals in Urbiola. In Urbiola drink ik binnen wat tussen de vele ventilatoren, en kan intussen een deel van de Vuelta kijken. Ze moeten nog 75 kilometer, dus de finish ga ik hier niet meemaken.
Wel een andere wielerwedstrijd, want als ik buiten kom is de weg afgezet. Er staat een politieagent en iemand met een geel hesje en een vlag. Ik vraag de agent of ik wel door kan rijden naar Estella. Estella is geen probleem. Ik blijf toch maar even wachten en zie even later de wielrenners en volgauto’s voorbij komen.
Vervolgens rij ik mijn eigen etappe verder naar de camping in Estella en warm mijn blikje witte bonen op, wat weer gewicht scheelt voor de fietstocht van morgen.
Geschreven door Op-fietse