Het is bewolkt en fris als ik vertrek.
Ik ga naar Mittenwald en wil eerst wat eten. Bij de eerste bakkerij kan ik alleen iets meenemen en niet ter plekke opeten.
Buiten en binnen staan allemaal stoelen en tafels, maar het is nicht möglich.
Dus ik op zoek naar iets anders. Dat viel nog niet mee. Dat wat er is is gesloten óf dicht. Dat lijkt hetzelfde maar is toch echt iets anders. Als iets dicht is kan het ook weer open, maar als het gesloten is niet. Of toch wel ?
Afijn.
Nog even naar de Netto Markt en uiteindelijk bij de Bahnhof wat kunnen eten bij Das Lokal. Meestal is er wel iets bij een station.
“Wo ist der Bahnhof ?”
“Do ist der Bahnhof”.
De vliegen vechten om mijn broodje.
Het blijft bewolkt en ik klim mijzelf Oostenrijk in.
Pff, dat valt nog niet mee op de vroege morgen. En dan komen van die kekke e-bikes volgepakt mij relaxed voorbij rijden.
Als ik verder fiets is het weer redelijk vlak tussen de bergen. Bij de Buchener Höhe begint het te spetteren. Ervoor moet ik nog omhoog fietsen. Je verwacht boven toch iets waar je even wat kan nuttigen, maar niets van dat alles.
Helaas regent het iets als ik de afdaling maak van 7 km met 9-10% naar beneden. Nu is een afdaling altijd naar beneden, dus dat komt goed uit.
Ik durf niet harder dan 45-50 km met al mijn bagage, al is het wel aardig stabiel. De remblokjes maken overuren.
Ik kom aan in Telfs, een redelijk grote plaats en gun mezelf een stop bij een Konditorei.
Het begint wat te spetteren als ik Telfs uit fiets. Ik ga de Innradweg op. Langs de Inn dus, die hier in een breed dal loopt. In het dal de snelweg, spoorlijn, autoweg en een fietspad etc..
Al snel ben ik in Stams waar ik in het klooster een kamer heb gereserveerd bij Bruder Leo. Ik moet me melden bij de Laden. Daar proberen ze hem te bellen. Eerst krijgt de dame geen contact, maar uiteindelijk wordt hij toch gevonden.
Ik moet iets verderop zijn, waar hij me opwacht. De fiets kan ik binnen zetten en hij helpt me met de tassen. Toevallig geef ik hem de zwaarste tassen.
We lopen een gang in en hij wijst naar een kruisbeeld.
“Dat is voor jou een oriëntatiepunt. Rechtdoor uitgang, rechts kerk en links de kamer”.
Ik zal er nog aan denken, want je kan hier verdwalen.
We lopen verder naar de kamer door een gang met allemaal deuren. Achter één van die deuren is mijn Gästezimmer. De Zimmer ziet er mooi uit. Bed, bureau, bijbel, kasten en modern sanitair. Geen televisie.
Het is hier heerlijk stil.
Er mogen hier alleen mannen komen. Ik hoefde niet te bewijzen dat ik een man ben.
Mijn buurman is ook een broeder en heet toevallig ook Johannes. Hij heeft wel televisie.
Na het installeren loop ik even de kerk/basiliek in. Er is verder niemand. Het is een overdadig gedecoreerde kerk. Plafonds en muren allemaal even mooi geschilderd en veel goud.
Ik loop ook even het dorp, van een paar straten, in. Kijk wat rond en kom bij de camping uit. Vandaag even geen tent en matje, maar een kamer en bed. De weersverwachting geeft aan dat er tot en met morgenochtend regen is. Dus dat komt voor nu ook goed uit.
Om ongeveer 18:30 wordt er op de deur geklopt. Bruder Leo. Of ik al gegeten heb, en zo nee, of ik mee wil eten ?
Dat doe ik dus.
Er zitten in een grote eetzaal, ook weer weldadig gedecoreerd, nog een paar broeders. Ik val op omdat ik de enige zonder pij ben.
Er is tomaten-groentesoep en pizza.
In totaal wonen hier nog zo’n veertien man, maar nu zijn er ook een stuk of vijf Vietnamezen op bezoek voor studie.
De conversatie in het Duits gaat me redelijk af, al zeg ik het zelf. Ik weet alleen niet of de anderen dat ook vinden …
Geschreven door Op-fietse