Vannacht heb ik regen gehad. De tent moet ik dus nat inpakken. Weer een kilo meer als bagage. Het is, als ik vertrek, erg heiig, maar gelukkig droog.
De zon breekt door. De route loopt door bossen en is prachtig. Ik kom geen mens tegen. Het is afwisselend heuvels en afdalingen, en allemaal goed te doen.
Het landschap verandert langszaam in eindeloze druivenvelden.
Om een uur of twee eet ik in Puisseguin wat bij Le bistrot de la Gare. Een menu du jour. Dat kan toch niet fout gaan denk ik. Het voorgerecht en desert zijn wel goed, maar het vlees niet en de frites zijn moddervet. Er moet nog wel wat gebeuren voordat ze hier een Michelinster krijgen.
Het blijft bewolkt vandaag en er staat gelukkig weinig wind.
Even verder ben ik in Saint-Émilion. Ineens is het weer verschrikkelijk druk. Het lijkt de Kalverstraat op zaterdagmiddag wel. Allemaal toeristen, voornamelijk Engelsen, die zich een veel te dure fles wijn laten aansmeren.
Er is wel een mooie kerk. Ik zie een oud vrouwtje wat rommelen met wat rozenkransen die je kan kopen en ga ervan uit dat ze bij de kerk hoort. Dat klopt. Ik vraag om een tampon en ik mag haar volgen naar een aparte ruimte. Daar haalt ze uit een la een stempelkussen en een stempel. Ze beademt eerst de stempel zorgvuldig om om hem vervolgens te plaatsen.
Als ik later in Branne bij een supermarkt wat afreken zegt de dame achter de kassa dat ik de juiste kassa heb gekozen.
“De juiste ?”
“Ja, ik fiets ook”
Vervolgens vertelt ze enthousiast waar ze allemaal gefietst heeft.
Bij Branne ben ik de Dordogne overgestoken.
Bij de Hotel de Ville van Guillac is de vrouw achter de balie heel enthousiast als ze hoort waar ik naar toe ga. Ze vertelt dat ze een deel van de route de Saint-Jacques gelopen heeft van Cahors naar Pamplona. Ze vraagt of ik water wil en geeft informatie over een omweg die ik wil maken over La Sauve. Ze belt voor mij zelfs naar de camping in Créon om te vragen of er plaats is voor mij en dat ik eraan kom. Er is nog plaats. Dat is wel fijn om te weten dat er na 15 kilometer aan het eind van de dag nog een camping is.
Ze spreekt wel erg snel Frans, maar het is te volgen... denk ik.
De omweg gaat via La Sauve, een oud pelgrimplaatsje over een voormalige spoorbaan en is dus bijna vlak. La Sauve bewaar ik voor morgen en fiets door naar de camping in Créon. Ook dat gaat via een mooi fietspad.
De camping is best wel netjes. Naast me staan Spanjaarden. Waar ik naar toe ga ?
”Pamplona”
“That’s my city !”
Geschreven door Op-fietse