Jan neemt een rustdag. Ik fiets verder.
Ik heb goed geslapen en kies ervoor de geplande afstand in te korten. Wel eerst de berg op en over.
Ik ga om 8:45 weg en het is maar 24 graden. Dat valt nog mee, maar de temperatuur zal snel oplopen tot ‘hitteplan’ hoogte.
Om de camping uit te komen gaat de weg gelijk omhoog en dat geldt ook voor mijn hartslag.
Na 500 meter zie ik een bar voor eten en koffie. Stop.
En na 1 kilometer een prachtig romaans kerkje. Stop.
Dat schiet lekker op zo !
Daarna weer omhoog fietsen. Dat levert wel mooie uitzichten op, maar die krijg ik dus niet voor niets.
Om 11:00 ben ik in Badia Tedalda. Ik ga naar de Tourist Info voor een stempel. Er is hier in een kerk een oude afbeelding van Maria. Ik vraag waar dat is. Ik moet wel weer omhoog. Dat is me even teveel nu en ik doe het wel met de folder en de ansichtkaart die ik meekrijg.
Bij een bar, iets verderop, toch maar weer drinken. Het zwaarste deel van de klim komt na deze plaats, dan heb ik in ieder geval genoeg vocht tot me genomen.
De barvrouw kijkt niet bepaalt vrolijk en doet ook niet zo.
Volgens mij is er wel vaker tegen haar gezegd: “Als de klok twaalf slaat blijft je gezicht zo staan.”
“Ja maar, dit is mijn gezicht !”.
Na de stop dus weer omhoog. Had ik in het begin van de ochtend nog af en toe schaduw, daar is nu geen sprake meer van.
Vijf kilometer verder toch maar weer gestopt voor vochtinname in de vorm van water en cola.
Het wordt wel zwaarder en ik stop regelmatig.
Na 28 km ben ik om 13:00 op de top. De Valico di Viamággio (968 m).
De bar boven is open en ik doe net als de Italianen en ga daar zitten om wat te eten en te drinken.
De eerste serveerster spreekt geen Engels en haalt een collega erbij. Dat lukt beter. Het is natuurlijk mijn gebrek dat ik de taal niet enigszins machtig ben van het land waar ik vertoef, maar het valt me wel op dat zelfs de jeugd hier nauwelijks Engels (of eigenlijk helemaal niet) spreekt.
Gisteren hadden we het er nog met een bediende van het restaurant ook nog over. Een jongen van een jaar of 17, die nauwelijks Engels sprak, maar zich er wel ongemakkelijk bij voelde. We hebben hem proberen duidelijk te maken dat het aan ons ligt.
Op televisie wordt ook alles hier nagesynchroniseerd en dat helpt natuurlijk ook niet.
Afijn.
Ik neem een panini kaas.
“Strong cheese?”
“Yes, please, I’m from Holland”.
Dat wordt dus twee plakken wit brood zonder boter en dikke hompen kaas. Ook goed, ik spoel het wel weg met cola.
Daarna de afdaling, met al snel een prachtig uitzicht. In de verte het Lago di Montedóglio. De foto’s kunnen nooit de werkelijkheid en het gevoel daarbij weergeven, maar het is werkelijk prachtig.
Het meer komt steeds dichterbij, en ineens is het ook weer weg.
Ik kom aan bij Sansepolcro.
Ik moet langs een heel drukke weg en omgeving naar de Agriturismo, die 6 kilometer verder ligt.
Een motorrijder vindt het nog nodig mij af te snijden.
Ik navigeer erheen via de telefoon die ik onder het plastic van de stuurtas leg. Ik krijg de melding dat hij moet afkoelen voordat hij weer goed functioneert, vanwege te hoge temperatuur. Daar heb ik nu ook last van.
Ik sta bij de Agriturismo helemaal alleen met de tent. Er zijn wel wat gasten op kamers.
Geschreven door Op-fietse