Dag 4 Emmen.
Gisterenavond nog een paar Belgen gesproken die op de terugweg zijn vanuit Denemarken. Man, vrouw en kind. Het kind zit in een aanhanger en kan meetrappen (als hij dat wilt). Nog wat tips gekregen.
Buienradar is mijn vriend. Althans, dat dacht ik. Gisteren al gefopt en deze morgen weer. Ik was vanmorgen erg vroeg wakker voor mijn doen. Het is een automatisme om altijd even buienradar te checken. Zeker als ik aan het fietsen ben. Buienradar geeft aan dat het om kwart over zes gaat regenen. Er staat een hele pluim op het overzicht. Dat betekent dat ik nog een klein half uur heb om alles droog in te pakken !
Ik ben nog nooit zo actief geweest zo vroeg in de morgen. En dan blijkt het loos alarm te zijn. Beter zo dan andersom zullen we maar omdenken. Dus.
En wat blijkt, als het echt moet kan ik best wel snel zijn.
Buienradar hou ik overigens nog maar even te vriend.
Op pad richting Ter Apel. Ik mis een afslag en fiets via een hoofdweg door. Ter Apel is een langgerekt dorp, net als Nieuw-Weerdingen wat er voor ligt. De afslag voor de refugees sla ik over en fiets rechtdoor.
Kom nog langs een oud klooster en fiets naar de grens waar ik na 27 km aankom. Aardappelen, aardappelen en bieten.
Ik maak een foto van een, ja wat is het eigenlijk ? Beeld, voorstelling, nog af te maken kunstwerk, hobbyproject van iemand die tijd teveel heeft ? Het moet een bootje voorstellen waar men vroeger de rivier de Ems mee overstak.
Ik knak het kabeltje van de telefoon en het uiteinde blijft in de telefoon zitten (grrr#!^]}). Heb ík dat weer. Wat moet je zonder telefoon tegenwoordig.
Ik fiets langs een magneetzweefbaan. Die ken ik nog van toen ik de Hanzeroute fietste. Hier overlapt deze een stukje met de Jutlandroute. De magneetbaan was een proefopstelling en na een ernstig ongeluk wordt hij niet meer gebruikt.
In Wippingen neem ik koffie bij de plaatselijke kruidenier. Ik ben maar bij de Lieblingsplatz gaan zitten. Mijn Duits is niet zo goed dat ik weet of dit op de plaats slaat of op degene die er gaat zitten. Ik hou het maar op het laatste. In Wippingen staat een molen en er staan wat oude huisjes. Een soort Openluchtmuseum maar dan anders.
Ik fiets verder naar Neubörger. Bij een benzinepomp koop ik een kabel voor de telefoon. Op zelfde moment gaan de hemelsluizen open. Een stortbui, welke een uur duurt. Dus koffie en een broodje en nog maar een koffie, die van het huis is omdat ik zo lang moet wachten tot het weer droog wordt.
Onderweg staan fietsers op het fietspad aan een fiets te sleutelen. Het zijn Belgen die pech hebben. Het voorspatbord zit los. En, je raadt het niet, ze fietsen ook de Jutlandroute. Wel met ondersteuning. Ik help ze aan wat tie-rips en ik mag zijn tang gebruiken om het stukje van de oplaadkabel uit de telefoon te halen. De ene dienst is de andere waard.
De laatste kilometers voor de geplande camping rijdt Trude uit Katwijk me achterop. Zij fietst, je raadt het niet, de Jutlandroute. Zij gaat naar dezelfde camping als waar ik van plan ben heen te gaan. Daar aangekomen is er niemand aanwezig. Het begint weer te regenen. De fietsen kunnen onder de carport staan en wij ook. Na een telefoontje (“u kunt gewoon Nederlands praten hoor”) weten we waar de tenten kunnen staan. Het sanitair is binnen in het woonhuis en is prima in orde. De camping ligt aan een drukke weg, maar in de avond is het rustig.
Ze hebben ook een aantal dieren, waaronder een haan. Daar ga ik nog veel plezier aan beleven.
Geschreven door Op-fietse