Ik kan niet beschrijven hoe het voelt om op een zondagmorgen te voet in Metz aan te komen. Het is in Nederland al bijzonder om een stad lopend binnen te gaan, tot nu toe liep ik Sittard, Maastricht en Visé in, maar vandaag bij Metz had ik toch een ander gevoel. Metz is een echte vakantiebestemming, of, zoals vorig jaar, een plek waar je op doorreis naar het zuiden overnacht.
En nu liep ik er gewoon in en even later weer uit.
Ik zag de stad al van veraf liggen, omdat het in een dal ligt. Ik vreesde aanvankelijk langs lelijke gebouwen of industrie te moeten lopen voor ik in de stad zelf zou komen, maar al heel snel liep ik langs de Moezel en de route bleef vlak langs het water lopen tot ver nadat je de stad alweer uit was. Natuurlijk wilde ik wel even de kathedraal, waar we vorig jaar voor een dichte deur stonden, van binnen bekijken. Ik viel midden in de mis van 10 uur, waar ik maar even aansloot, en nadien heb ik daar een mooie stempel in mijn pelgrimspaspoort gekregen. Daarna eerst een heerlijke cappuccino gedronken op een terras en toen mijn weg vervolgd. De vaart zat er niet zo in, even later sprak een man mij aan met wie ik zeker 20 minuten heb staan praten, maar haast voel ik eigenlijk helemaal nooit.
Ik belde heel lang met Elsje wat supergezellig was. Halverwege het telefoongesprek moest ik wel even ergens zitten en mijn lunch op eten, een lekkere pastasalade die nog over was van vrijdagavond, en toen we ophingen was ik al in een dorp hoog boven Metz van waaruit je een prachtig zicht op de stad had.
Daarna liep ik alleen maar door kleine dorpjes, alle kerken bleken op zondag wel open te zijn dus heb ik er een paar van binnen bekeken. Ik kwam langs het Maison de Robert Schuman en was even in verwarring, want ik ken alleen Robert Schumann, de componist, dat zal wel weer een gebrek aan algemene kennis zijn, zoals mij zo vaak overkomt. Robert Schuman blijkt de vader van Europa te zijn. Het huis, dat nu een museum is, heb ik niet bezocht.
Ik deed een dutje in een speeltuintje onder de appelbomen, plukte er daarna één voor onderweg, en kwam rond half 6 in Vaux. Ik voelde me vandaag weer helemaal beter gelukkig, maar ik had me wel voorgenomen niet meer dan zo'n 18 kilometer te lopen en dus moest Vaux mijn eindbestemming worden. Zodoende sprak ik een man aan die net een huis binnen wilde gaan, of hij iemand wist waar ik mijn tent op zou kunnen zetten, maar hij bleek hier niet te wonen en had geen idee. Ik liep door het dorp, dacht: ik bel wel weer bij het laatste huis, maar liep toen een enorme oude villa voorbij (aan de achterkant een beetje Villa Kakelbont-achtig) met een grote tuin en bedacht dat ik beter daar aan kon bellen, want als ze dan nee verkochten waren er nog een paar huizen over waar ik het kon proberen.
Een meisje van 17 deed een bovenraam open toen ik belde en ze zou het aan haar ouders vragen. Die ontvingen me, net als gisteren, als een gast. Drie kwartier later stond mijn tent, had ik gedoucht, zat mijn stinkende T-shirt in de wasmachine en zat ik buiten aan de gin-tonic. En als vanzelfsprekend at ik mee met het gezin met twee dochters en zouden ze morgenvroeg brood gaan halen om samen te ontbijten. Ik voel me helemaal op mijn gemak hier.
En gisteravond was ook al zo gezellig, bij Jean Pierre en Marie-Thérèse, die eigenlijk met z'n tweetjes wat salade zouden eten 's avonds, maar nu met de Nederlandse Rosemarijn en haar Franse man Yves en met mij gebarbecuede worstjes, rijst, ratatouille, een kaasplank en cheesecake tevoorschijn toverden terwijl we gesprekken voerden van leuke vakantieverhalen via de Franse gezondheidszorg tot de oorlog in Oekraïne en de "militaire oefeningen" van China bij Taiwan. Over pessimisme en optimisme, armoede, vrijheid en duurzaamheid.
Zoveel gastvrijheid. Zoveel geluk.
Geschreven door Hanneke.op.pelgrimage