De afgelopen maanden waren, zeker met het oog op mijn pelgrimstocht, erg onzeker. Zó moe, nog te vaak benauwd of een beklemd gevoel bij mijn ribben, een hart dat soms ineens pijn ging doen, wandelingen die me dan weer meevielen (5,5 kilometer met halverwege een half uur pauze) dan weer tegen (4 kilometer met onderweg drie keer stoppen en het gevoel niet meer verder te kunnen). Een conditie, kortom, waar ik nog lang niet op kon vertrouwen.
Toen ik mijn ergotherapeut, die me ondersteunt met het indelen van mijn dagen, vroeg of ik mijn pelgrimageplan voor deze zomer maar uit mijn hoofd moest zetten, verraste hij mij met zijn antwoord.
“De mens is gemaakt om te lopen. Als jij het aantal uur en het aantal kilometers dat je per dag had willen lopen, misschien zelfs je eindbestemming of de duur van je tocht kunt loslaten, dan zou het juist een goede manier kunnen zijn om beter te worden. Want je alledaagse beslommeringen zijn eenvoudig: lopen, eten en slapen. Je hoeft niet met zoveel mensen rekening te houden, aan zoveel dingen tegelijk te denken als thuis.”
Ja, maar……..
ik moet toch een redelijke basisconditie hebben? Ik moet van alles regelen vantevoren, lukt me dat nu wel? En kan ik, op het moment dat ik juist weer alles langzaam kan gaan opbouwen, iedereen opnieuw in de steek laten voor wat op sommige momenten voelt als een onzalig plan?
“Loop elke dag met je rugzak op, of er nu gewicht in zit of niet. En ga een tochtje maken met bepakking, zo ontdek je het vanzelf.”
Ik heb een wijze ergotherapeut en volgde zijn raad op.
(Wordt vervolgd)
Geschreven door Hanneke.op.pelgrimage