Het werd een fijne avond: ik at weer eens een maaltijdsalade, een superhandige uitvinding die nog niet tot België is doorgedrongen, en later kwam Lia met een flesje witte wijn en hebben we een tijdje zitten kletsen. Iets na half 10 kroop ik mijn tent in.
En het was echt een fijn idyllisch plekje, maar pal naast een kerktoren slapen komt je nachtrust niet ten goede. Volgens mij moet ik tussen 2 en 5 even diep geslapen hebben, want toen heb ik de slagen niet gehoord, maar alle andere hele en halve uren schrok ik er wel wakker van.
Om klokslag 8 uur (heel letterlijk in dit geval!) vertrok ik weer uit Eben. Ik kwam langs het huis van Rob en omdat ik hem zag lopen in de kamer ging ik nog even gedag zeggen. Fijn om aardige mensen te ontmoeten, ik kan het eigenlijk niet vaak genoeg herhalen.
Er volgde een rustige, glooiende ochtend met weinig mensen, op twee leuke GR 5 wandelaars na. En al lopende ontdek ik dat pelgrimeren eigenlijk niet over lopen gaat: het gaat over ruimte scheppen voor wat er is. Te zien, te horen, te ruiken en te voelen - deze ochtend vooral een heel diepe rust, maar de afgelopen twee weken ook fysieke pijn, onrust, blijdschap, spanning, vermoeidheid, verdriet, verwondering....
Daarnaast is het lopen een vervoermiddel voor je gedachten. Ik denk langzaam dus ik loop ook langzaam, of misschien is het juist omgekeerd. En ik denk aan al die levens van de mensen die ik onderweg ontmoet heb en van de mensen uit mijn eigen naaste omgeving. Hoe iedereen moeilijkheden tegenkomt en daar zijn eigen weg in probeert te vinden. Hoeveel doorzettingsvermogen mensen hebben in lastige situaties of bij tegenslagen.
Na mijn ochtendmijmeringen en een gezellig telefoongesprek met Eva, bel ik ook mijn schoonmoeder nog eventjes voor ik de bebouwde kom inloop: eerst nog door een rustig Harcourt, daarna de Maas over bij Visé. Ik dacht al de hele tijd: waar ken ik Visé nou toch van, maar toen ik over de Maas liep en daar de snelweg langs zag lopen wist ik het meteen: de eerste plaats als je met de auto de grens over gaat, voordat je door Luik rijdt. Heel gek om het nu op een heel andere manier als wandelaar te ervaren. Ik vind ineens wel dat ik toch al een eind gekomen ben in twee weken tijd.
Want inderdaad, dit is mijn veertiende wandeldag en volgens mij heb ik nog nooit zoveel dagen achter elkaar wandelend rondgetrokken, noch ben ik ooit zoveel dagen van mijn gezin vandaan geweest.
De middagen zijn moeilijker dan de ochtenden: het wordt warmer, mijn linkerschouder doet even een tijdje pijn, de stad geeft wel afleiding maar is ook behoorlijk ongezellig. In een kerk rust ik even uit, maar ook hier vind ik geen plek waar iemand mijn pelgrimspaspoort zou kunnen stempelen.
Na wat boodschapjes loop ik ook zo de stad weer uit en dan is het meteen weer mooi. Gelukkig krijg ik Jetta nog aan de telefoon, die gisteren haar verjaardag vierde en me even helemaal bijpraat. In het eerstvolgende dorp vind ik eigenlijk dat het genoeg is voor vandaag. Er loopt een beekje en daarnaast zie ik een plekje waar ik misschien wel zou kunnen overnachten. Toch ga ik het even vragen bij de huizen aan de overkant, een mooi groot huis met twee spelende kinderen in de tuin. De heer des huizes biedt me een plekje in hun tuin aan een dat neem ik graag aan. Ik gebruik het buitenkraantje voor drinkwater en om me even helemaal te wassen. Een openbare wc staat toevallig naast de tuin dus daar kan ik ook gebruik van maken. Het contact is niet heel hartelijk, maar ik ben erg blij met deze fijne beschutte plek en bedank ze uiteraard omstandig. Mijn Frans moet ook weer even opgefrist worden natuurlijk, dat zal in de loop van de komende weken weer steeds beter gaan. En nu lekker soep eten, beetje lezen en vroeg slapen!
Geschreven door Hanneke.op.pelgrimage