Na een rustig nachtje met twee camperburen verderop zeggen we de zee gedag en vertrekken we landinwaarts naar het westen.
Na het Parque Naturel rijden we op weg naar Sorbas door een prachtige vallei, over een bergweggetje slingerend langs het dorpje Los Molinos del Rio Aguas, waar we spontaan besluiten om een Komoot-wandeling te maken, die aangeprezen wordt met "fenomenaal panorama".
Meteen tegenover de toch vrij willekeurig gekozen parkeerplek, dalen we een smal paadje af tussen twee huizen die je vanaf de weg niet zag liggen. Het zijn de eerste huizen van het kleine dorpje dat nog iets lager ligt en net zo charmant als onbekend is. Bijna niet te fotograferen, maar met prachtige verwilderde tuinen en daarbuiten, groentetuintjes en boomgaarden. Inclusief een bloeiende cactusgaard.
Het gebied bestaat voornamelijk uit leem. Gelukkig is het gortdroog en verkruimeld, want sinds oudjaar weten we dat natte leem erg glad is en ook niet erg draagkrachtig (voor onze camper dan toch). We zien bergen van grote stukken gekristalliseerde steen met verglaasde brokken er tussen. Stollingsgesteente menen wij. Heel apart, dat hebben we niet vaak eerder gezien onderweg.
"Wat een cadeau, wat een schitterend cadeau", hoort Bart tijdens het wandelen steeds naast zich mompelen. En dat is het. De kloof loopt langs een vriendelijk vergrast en begroeid beekje, de Rio Aguas op zijn smalst, niet meer dan een stroompje hier waar je zo overheen stapt. Er zijn te veel fotomomentjes om vlot op te schieten, maar "who cares"? De zijwanden met steile rotsen zijn zo versleten dat er enorme blokken naar beneden zijn gekomen die half over elkaar het pad blokkeren en vormen. Er zijn grotten, nauwe (onder)doorgangen en spleten ontstaan en het is echt prachtig.
Na een poosje verwijdt de kloof zich weer en krijg je ruim zicht op de vlakte daar achter met als begrenzing bergen en bergplateaus in de verte. De indianen en cowboys denk je er zo bij. Daar klimmen we aan de andere zijde van de kloof weer omhoog voor een tea-break.
We lopen al een half uur over een hoogplateau als ineens het pad ophoudt. Vlak voor een ravijn. Terwijl Komoot gewoon rechtdoor loopt......
Na een goed kwartier zoeken vinden we een soort van doorgang naar beneden wat geen echt pad blijkt. Dat pad zien we dan inmiddels al wel beneden in de diepte liggen. Maar voor dat we daar zijn hebben we nog heel wat sprongen in de hoogte te overbruggen, want er liggen allemaal ruïnes met terrassen tussen waar de toegangspaadjes allang van zijn verdwenen. Al met al kost het ons een uur extra, waarna de wandeling langs de helling boven de kloof ons terug brengt bij de camper. Daarna rijden we in 10 minuten naar Sorbas, een stadje hoog gelegen op de rand van een rots. In de ondergaande zon. Vanavond daar maar even een wandelingetje doorheen maken. Voor de afwisseling.
Geschreven door BartKhorsandoppad