We dineerden gisteravond in de refuge van het dorp, een menu de pelegrin aan 15 euro per persoon,wijn inbegrepen. We zaten samen met Didier, een 68 jarige man uit Montcuq , Cahors, die we deze week al enkele keren onderweg én ook met de fiets zijn tegen gekomen, een joviale mens, type bourgondiër en Kornelia, een Oostenrijkse dame van ruwweg geschat onze leeftijd die sinds april te voet onderweg was.
Het was een Frans, Engels, Duitse en Vlaamse conversatie, maar iedereen kon zich verstaanbaar maken. Het was me verder wat gisteravond, het dorpsfeest, waar aanvankelijk vooral veel jongeren uit alle hoeken van de omliggende gemeenten naartoe kwamen. Het deed ons denken aan de kermisdagen in Wuustwezel met de volksspelen de dag nadien. s’ Avonds op het dorpsplein, waar een zeer grote en gesofisticeerde podiumwagen opgesteld stond, gooide jong en oud de beentjes los op de muzikale begeleiding van dans-en muziekgroepjes.
Vandaag, vrijdag 2 september, vertrekken we omstreeks 7u45. We rijden met onze fiets voorzichtigheidshalve niet langs de uitgaansbuurt van gisterenavond. Bang dat we zijn om onze banden kapot te rijden op de kapotte flessen en glazen, die er nog liggen. Het ligt er werkelijk “begaaid” bij. De gemeentediensten gaan er werk mee hebben om alles terug proper te krijgen. En dit is nog maar dag 1 van de 5 kermisdagen volgens onze waardin, die het feestgedruis laat voor wat het is.
We zijn al een eindje weg eer we vinden dat we te licht gekleed zijn. Sokken, handschoenen en een lange broek worden opgediept uit onze fietstassen.
Eens uit het dorp hebben we een redelijke klim te doen, zeker 5 km lang en klimmen tot 990 meter. Vanop de heuvelrug waar we dan weer klimmen, dan weer dalen blijven we de ganse voormiddag genieten van weidse uitzichten, kilometers ver. Echter wijnstokken zien we niet meer, wel laatrijpe zonnebloemen en kale vlaktes van koren-of graanstoppels.
We vragen ons af waar al dat graan naar toe gaat, ik vrees echter dat er geen grote rendementen gehaald worden vanwege de stenige ondergrond.
We hebben de afgelopen weken vaak wind op kop gehad. Vandaag is het weer van dat, zelfs bergaf, bij wijze van spreken, moeten we bijtrappen om beneden te geraken. Onze vaders zaliger zouden zeggen dat de grond uitgepierd wordt door de warme wind. Hoewel ik vrees dat er hier geen pieren in de ondergrond kunnen zitten, het zijn allemaal stenen.
In de bermen zie ik veel onbekende bloemen, maar ook wilde lavathera die ik ooit in mijn tuin had staan.
Is het om praktische redenen of uit economische noodzaak, maar de bermen worden hier ook ecologisch gemaaid, zoals bij ons in Wuustwezel, slechts 1 meter vanuit de weg, al de overige meters mogen blijven staan. Niet zoals aan de Loire waar de kloosterzuster met kapje én met een bosmaaier alles wegmaaide tot tegen de kloostermuur. Naar ik vermoed in opdracht van moeder overste. Ik wilde haar over het ecologische aspect van maaien aanspreken, maar de jonge en op zicht lieve meid van nog geen dertig, gaf me een betoverende minzame glimlach waardoor mijn mond gesnoerd werd. Het kwaad was toch al geschied, zij het dat het nonnetje zich van geen kwaad bewust was.
Na 62 km bereiken we Burgos, de hoofdstad van het vroegere koninkrijk Castilië met de prachtige kathedraal, een weelderig uitgedijd monument uit het begin van de 13de eeuw , dat zowel van buiten als van binnen grote bewondering afdwingt. Tal van kunstenaars, ook uit Vlaanderen hebben er hun sporen nagelaten.
De Spaanse kerkfabrieken worden vindingrijker om in tijden van onbetaalbare energiefacturen extra centen binnen te rijven. Van oudsher zijn de kerkjes, kathedralen en zelfs de basilieken duistere instellingen. Niet omdat er perse zaken gebeuren die het daglicht niet mogen zien, neen eerder omdat het zonlicht er schaars binnenkomt. In vroegere tijden, toen de stroom amper geld kostte bleven de lampen de godganse dag branden om de rijkelijke, gepolychromeerde ornamenten te belichten zodat iedereen ze tot in detail en langdurig kon bewonderen. Tegenwoordig plaatst men per retabel, per kapel in de kathedraal, per beeldhouwwerk een timer en een offerblok met de vraag 1 euro te doneren. Eens de euro in het kastje valt brandt de lamp gedurende enkele minuten.
Net iets te kort om het uitgebreid te kunnen aanschouwen…
We nemen ons middagmaal in één van de talrijke kleine restaurantjes, tapas met een glaasje wijn.
Omstreeks 16 u bereiken we Estepar waar we besluiten te overnachten. We vinden echter alleen maar een hotelletje langs de hoofdbaan wat erg in trek is bij vrachtwagenchauffeurs.
Soit, we hebben bed, bad en brood, meer moet dat niet zijn.
Geschreven door Pelgrimsbelevenissen.sus.en.ingrid