Na een lange, maar vooral slapeloze nacht ( eigenlijk is heel dat tentgebeuren niks meer voor een 60+- er), en een koninklijk ontbijt op de Marktplaats in Goes zijn wij via de Zeelandbrug in een mooie stad in Schouwen - Duivenland aanbeland. Je waant je er bij momenten in een Zuid- Europese stad, waar weliswaar de zon niet voorbij de wolken komt. Op andere momenten denk je aan ons prachtige Brugge, waar oude huizen uit de vorige eeuwen ( te beginnen vanaf de 17de eeuw) statig vooroverbuigen, maar defintief uit het lood geslagen.
Wanneer we de stad uitrijden zien we op een naambord: Zierikzee, monumentenstad. Dit mag ik beamen, monumenten bij de vleet. Hier komen we nog terug. We rijden het eiland terug af via de Oosterscheldebrug. Deze brug roept nostalgische herinneringen op, vanwege de bezoeken samen met men vader, zo’n 40 jaar geleden. Wat zijn die hollanders goed in dat bedwingen van het water.
Onderweg merken wij als kinderen van landbouwers vooral grote akkers op met granen, bieten, bloemen, ajuinen, selder en bonen op.
Momenteel is er weinig werk op de akkers. Stilaan wordt het graan geoogst, de andere gewassen rijpen. Landbouw bepaalt in grote mate het landschap.
“Als zoon van” volg je dat to h onwillekeurig mee op, hoe staan de gewassen, hebben ze te lijden van de droogte, staat het vuil of proper rond de boerderijen. We zien het allemaal.We merken ook de verbreding in de sector op. Minicampings en landwinkels rijzen er als paddestoelen uit de grond.
Het vlees van de vleesboerderij gelegen aan de “Taeyenweg” kan ons echter vanwege de straatnaam niet bekoren.
Dank zij de goddelijke voorzienigheid van Ingrid hebben we gelukkig wat mondvoorraad en drank bij. Dat is op zondag hier wel nodig, landelijk is alles dicht vanwege het oerprotestantse geloof. Zondag is en blijft rustdag.
Het liedje van Alexander Curley speelt zich ondertussen af in mijn hoofd. In mijn versie: Suus kom nar huus want de koeien staan op springen, de varkens moeten vreten en het hooi moet van het land…
De druk van thuis heeft in grote lijnen mijn leven mee bepaald. Toch gaan we nog een paar dagen blijven…
Na een blitzbezoek aan het Domburgs strandpaviljoen “ de stenen Toko, alleen God weet waar die naam vandaan komt, rijden we verder naar onze campingplek Duinenvliet in Zoutelande. Ondertussen is het lekker warm en schijnt de zon volop.
Na onze tent te hebben opgesteld rijden we op advies van de “ boerin” naar de Zeeuwse Riviera, een restaurant op het strand van Zoutelande. “ Ik ben blij dat je hier bent” roepen ze nog net niet en ook het oude strandhuis hebben we niet gezien. Voor de rest was het een byzonder geslaagde avond.
Geschreven door Pelgrimsbelevenissen.sus.en.ingrid