De regen was voorbij, het zonnetje scheen weer zoals we al een tijdje gewend zijn. We zijn verder om de Baai van Kotor gereden. Aan de waterkant, vlak voor het stadje Kotor, was een grote betaalde parkeerplaats(3 euro/h). Vandaar was het een paar minuten lopen om door een van de stadspoorten het oude stadje binnen te gaan. Het is een heel leuk stadje met veel kerken en leuke winkeltjes. Het stadje(Werelderfgoed) is omringd door een stadsmuur die ook op de steile berghelling gebouwd is en uitkomt bij een fort op de top(San Giovanni).
Het stadje was al in 168 v.C. bekend bij de Romeinen. Het werd door de Saracenen geplunderd, was onderdeel van het eerste Bulgaarse rijk, werd het Servisch, kwam het bij het Hongaarse koninkrijk en later bij het Bosnische koninkrijk. Vanaf de Middeleeuwen is het een kolonie(4 eeuwen) geweest van Venetië, later kwam het afwisselend onder Oostenrijks en Italiaans bestuur. Kortom er is heel wat gebeurd in dit gebied.
Redelijk grote cruiseschepen kunnen hier aanleggen en samen met bussen brengen ze veel toeristen naar deze oude stad.
In het stadje staan heel veel kerken en herenhuizen. We hebben niet bij alle foto's commentaar gezet, gewoon een impressie wat we hebben gezien.
Het stadje Kotor heeft iets met katten. Ze schijnen hier altijd al geweest te zijn. Een havenstad, schepen met voedsel, dus muizen. En wie moesten die muizen vangen? Juist, de katten!
In veel winkeltjes zie je katten in allerlei vormen, groottes, kleuren, van allerlei materiaal, twee - en driedimensionaal. Echte katten lopen er rond. Veel winkeltje met gewelven en oude muren zijn ondergebracht in oude panden.
De verleiding voor Mike was groot om de wandeling over de muur naar het fort te maken, maar hij heeft het uiteindelijk niet gedaan. Wel heeft hij nog een geocache gevonden.
Tegen enen zijn we van de parkeerplaats gereden en hebben we hogerop een plekje gevonden om te lunchen.
Toen kwam de verrassing: we wilden via een smalle weg, niet langs de kust, naar Cetinje en dan via een grotere weg naar Podgorica.
Het eerste stuk van de smalle, klimmende weg ging prima. Je moest opletten bij de bochten, maar er waren geen tegenliggers. Tot we een grote toeristenbus tegen kwamen. Aan de linkerkant van de weg heeft Wilma de camper stijf tegen de kant gezet. Aan de andere kant was een laag stenen muurtje. De buschauffeur liet aan de kant van het muurtje iets te veel ruimte, moest nog een keer terug steken en schaafde toch zachtjes onze luifel. Er kwam nog een bus langs, die chauffeur deed het beter. Door dat gedoe, was er een hele rij auto's achter de bussen ontstaan, maar ook achter ons. Er waren auto's die ons toch voorbij reden tot ergernis van de buschauffeurs. Er was achter ons ook een bergingsauto die het nodig vond om, na een tijdje gewacht te hebben, ons toch voorbij te rijden. Een eindje verderop moest hij naar de kant en dat deed hij niet voorzichtig. Een eindje verderop ramde hij ook een muurtje.
Toen de hele dalende file voorbij was, konden we een stukje doorrijden. En plotseling zagen we een rij stijgende auto's stil staan. Foute boel er kwamen weer grote bussen aan. Wilma in de achteruit terug naar een haarspeldbocht. Aan de binnenkant konden we de camper parkeren. Personenauto's stonden aan de buitenkant, maar moesten verder achteruit vnaar beneden of keren, anders konden de bussen de haarspeldbocht niet nemen. Een patserige, grote man in een Mercedes stond op een gegeven moment met de neus voor de dalende bus en stapte zelfs uit. Uiteindelijk ging hij achteruit naar het begin van de haarspeldbocht. Ook hier wilde hij op een gegeven moment niet aan de kant gaan. Uiteindelijk kwamen de bussen en de achterop gekomen auto's allemaal door de haarspeldbocht. Daarna moesten we nog een paar keer naar de kant, soms waren er kleine inhammetjes, maar we kwamen na 25 haarspeldbochten boven. Daarna kwamen er minder bochten en al gauw kwamen we op de tweebaansweg naar Podgorica. Het is maar goed geweest dat Mike niet is gaan wandelen in Kotor, want deze rit kostte veel tijd.
Na Podgorica kwamen we op een smalle weg met kuilen en slechte kanten die ons leidde naar een mooie waterval van de Cijevnarivier die hier door een kleine canyon moest stromen.
Daar aangekomen bleek de rivier droog te staan, helemaal geen water, dus ook geen waterval!
We hebben even overwogen om hier te blijven slapen, maar zijn toch maar doorgereden naar de grens met Albanië.
Aan de Montenegrijnse kant hebben we niet lang gestaan. Dit keer hebben ze de papieren van de camper goed bekeken en ingevoerd in de computer. Iets langer(20 minuten) hebben we voor de Albanese grens gewacht. Hier hebben ze onze ID-kaarten gescanned en toen konden we doorrijden.We zijn over een goede weg langs een groot meer(Skadarsko Jezero) naar Shkoder gereden.
Je kon meteen zien dat je in een ander land gekomen was. Veel verspreid staande huizen, veel nieuwbouw met opvallende kleuren en kitserige villa's/hotels, minaretten. Hard rijdende, inhalende auto's! Dichtbij Shkoder veel bromfietsen, we hebben het eerste paard met een tweewielkar er achter gezien en veel fietsers
Shkoder is een redelijk grote stad. De stad doet Turks aan. Op de namiddag veel mannen op de terrassen, dubbel geparkeerde auto's, fietsers die tegen de rijrichting in fietsen en veel winkeltjes.
Net voor het donker kwamen we aan op onze eerste camping in Albanië. Morgen gaan we bekijken wat we hier gaan doen.
Gereden afstand: 176km.
Geschreven door De.Vlietjes.op.reis