Vandaag is de dag dat we naar het Shaolin klooster gaan, waar de originele Kungfu vandaan komt. Jan en ik hebben hier beiden erg naar uit gekeken, omdat het ons zeer interessant lijkt om te zien hoe de Kungfu wordt beoefend en om meer te leren over de geschiedenis van het klooster. We moesten er vroeg uit want we hebben gisteren avond een tour geboekt bij de balie van het hotel en worden tussen 7 uur en 7:30 opgepikt bij de ingang. Dit was te vroeg voor het ontbijt dat in het hotel geserveerd wordt, maar het personeel was zo vriendelijk om ons alvast wat te laten eten van het ontbijt buffetje dat werd opgebouwd. Na ons ontbijtje van wat (zeeer droge) broodjes en fruit wachtten we op de bus en de gids. We waren beiden goed verkouden en hadden keelpijn, maar Jan voelde zich daarnaast ook niet zo lekker en had wat moeite met het beginnen van de dag: zeg maar gerust een behoorlijk ochtendhumeur haha. Wat daarbij niet hielp was dat er bij de bar niemand aanwezig was die koffie kon zetten 😉. Ik had dit nog nooit meegmaakt, dat Jan zo chagrijnig was, maar kon er wel om lachen.
Uiteindelijk was de bus gearriveerd en stapten we (nog steeds koffieloos) in. Een jongen en meisje uit Singapore die ook in ons hotel verbleven en meegingen met de tour, bleken de enige personen te zijn die Engels spraken. De man die ons ophaalde bij het hotel sprak zeer gebrekkig Engels, maar bleek niet de gids te zijn maar de chauffeur en wij waren wederom de enige westerse toeristen. Na een tijdje stopte de bus opeens langs de kant van de weg. Jan en ik hadden geen idee waarom, maar gelukkig vertaalden onze hotelgenoten uit Singapore dat we moesten overstappen in een ander bus, omdat er twee tours waren en de groep zich hier verdeelde over twee bussen. Hierna reden we verder naar het klooster en ontmoetten we onze daadwerkelijke gids. Dit bleek een Chinese vrouw te zijn die letterlijk geen enkel woord Engels sprak. Helemaal niets.... We keken elkaar aan en moesten lachen. Dit wordt wat dachten we. Ze greep de microfoon in de bus en begon de volle anderhalf uur durende rit in het Chinees te ratelen. Jan was gelukkig (voor hem of toch voor mij? ;) ) na een tijdje in slaap gevallen, maar ik heb de volle rit kunnen genieten van haar schelle stem en de enige woorden die ik begreep waren “Shaolin” en “Kungfu”😂. Gelukkig waren de mensen uit Singapore zo vriendelijk om me te af en toe te updaten wanneer er iets belangrijks werd gezegd.
Na een mooie rit door de bergen kwamen we uiteindelijk aan bij het Klooster. Jan zijn ochtendhumeur was ondertussen over en hij kon weer lachen. De mensen uit de groep hadden oortjes gekregen waarmee ze de uitleg van de gids konden verstaan. Wij waren bij het uitdelen van de oortjes overgeslagen, wat we beiden niet erg vonden aangezien we er toch niets van begrepen. Het klooster was moderner dan we hadden verwacht. Het bestond uit een gigantisch terrein waar moderne gebouwen stonden waar de jongens die Kungfu leren verblijven en sportvelden waar ze de Kunfgu beoefenen. We na een half bevroren broodje met kip en koffie te hebben gescoord naar een gebouw waar een show zou worden opgevoerd. Eerst kwam er een kalligrafie-meester. Jan en ik waren beiden niet zo onder de indruk van de Chinese letters de de man op een groot vel tekende, maar in het China publiek was het schreeuwen om aandacht om de vellen te kunnen kopen. Hierna kwam er een optreden van een grote groep jonge jongens die allerlei kanten van Kungfu aan ons toonden. Ze lieten zien dat de bewegingen die ze maakten in essentie gebaseerd waren op de bewegingen van dieren. Ook was meditatie een groot onderdeel van de Kungfu. Zo focusten de jongens zich tijdens de show op een bepaalde plek in het lichaam voordat ze aan hun bewegingen begonnen. We ontdekten dat dit was tegen de pijn, want na de meditatie kregen de jongens op die plek bijvoorbeeld een speer gedrukt die ze met hun borst doormidden moesten breken. We waren erg onder de indruk van de overgave waarmee de bewegingen en oefeningen uitgevoerd en van de gevaarlijke vechtkunsten die ze ons toonden.
Hierna liepen we verder achter de groep aan. Jan en ik hadden het samen super gezellig en kletsten af en toe met onze hotelgenoten terwijl we de gids volgden. Ze moet een goede gids zijn geweest, want ook hier in het klooster hield haar geratel niet op en onze hotelgenoten uit Singapore vertelden dat ze de oortjes hadden opgeborgen omdat ze veel te veel informatie vertelde. Op het terrein stonden een aantal mooie tempels en ook het Pagoda forrest. Dit was geen echt bos, maar en terrein waar wel 248 pagoda’s stonden. Deze werden geplaatst wanneer een belangrijk persoon uit het klooster overleed. We reden met een shuttlebusje terug naar de ingang van het terrein en reden met de bus verder naar de plek waar we zouden lunchen. We waren beiden ondertussen echt heel verkouden en waren ondanks het mooie klooster blij dat we even konden zitten, wat konden eten en weer een nieuwe lading servetjes als zakdoekjes konden inslaan. Het was een traditionele Chinese lunch en tussen de kippenpoten (die met tenen en nageltjes) door zaten er lekkere groenten en vlees in de gerechten.
We reden hierna terug naar het hotel en keken in de bus nog naar Homeland. Alle andere personen die in de zaten stapten onderweg uit bij een tempel, maar we hadden beiden wel zin in om even lekker rustig aan te doen en een beetje bij te komen. We zaten als enige nog in de bus en werden keurig voor het hotel afgezet. Hier fristen we ons op, lazen we wat en keken we nog een aflevering Homeland. Jan was nu ondertussen echt grieperig en ik voelde me ook aardig beroerd, maar ik vond dat we op zoek moesten gaan naar neusspray, fruit en keelsnoepjes. Omdat het donker was en ik totaal de weg niet wist, sleepte ik Jan mee op onze zoektocht. Al snel vonden we een grote pharmacy. Jan heeft wel op 10 verschillende manieren uitgebeeld dat we neusspray wilden kopen en de dames die er werkten moesten erg lachen, maar begrepen ons niet.
Nadat het was gelukt liepen we verder om toch ergens wat te eten. Het was druk op straat en er was een enorme markt met honderden kraampjes. We waren blij dat ondanks we ons niet top voelden we toch die markt nog hadden gezien. We aten uitindelijk ergens kippenpoten (nu die zoals wij ze thuis kennen zonder tenen en nagels haha) en kwamen daarna bij een grote supermarkt. Hier waren allerlei vreemde Chinese etenswaren te vinden, kon je zelf allerlei soorten rijst in zakken scheppen en was er enorm veel vlees waarvan je soms het complete dier zag en soms juist geen enkel idee had wat het zou kunnen zijn. We haalden hier veel fruit en gingen met volle tas weer naar het hotel. Hier keken we een van de Hannibal films nadat we lekker gingen slapen. Welterusten!😴
Geschreven door Jantjemadesreisverhalen