26 mei Dag 11 Naar de oude stad Bergamo
De dag begint feestelijk, want Oliver, de jongste van de twee kleinzonen, wordt 6. Heel vroeg facetimen we even, en ik beloof een vrijkaartje naar de speelgoedwinkel. Twee uurtjes later rijden we de ‘sosta’ af. De ‘receptionist’, blote bast, hangbuik over korte broek, type Jan Cremer, zit al in zijn hokje en hoeft alleen het geld (niks genoteerd, namelijk). Arrivederci! Mmm… Het plan is Bergamo, en ik zet de nav op een camperparkeerplaats in de stad. We ontsnappen aan een ongeluk dat mijn plan bijna verpestte. Ik voeg in op een autoweg via een korte invoegstrook (zoals bijna overal, past net de lengte van een camper op), dus ik kijk vooral in mijn linkerspiegel of ze me erin laten, ja, weg is vrij… en op dat moment haalt een tegenligger in en rijdt op mijn weghelft. Doorgetrokken streep is in Italië meer dat je weet waar het midden van de weg is. Ik wijk uit naar de berm en rem stevig. Rakelings gemist. Als hij niet heel doof is heeft hij gehoord wat ik van hem vond. En weer verder. In Bergamo rijd ik naar die camperparking, groezelig plekje, geen mens te zien, kan ik net zo goed de camper openlaten, dat scheelt weer schade. Dus op naar de volgende, 2 km verderop midden door de stad. Veel beter én bewaakt. Om elf uur lopen we naar Via La Mura, een pad langs een machtige hoop stenen waarachter ver erboven het oude centrum ligt. We krijgen een plattegrond mee (nee, hè). Trappetjes en trappetjes langs een slingerend pad tot helemaal boven, denk ik. Nee, dat was de oprijlaan, er komt nog zo’n stuk. Boven kiezen we een terras met rode parasols, volwassen platanen en veel genietende mensen. Na twintig minuten aandacht trekken zijn we het ‘genieten’ zat. Doei! Verderop zit niemand en we ploffen neer in de schaduw want het is ondertussen 33 graden. Heerlijke café Americano (dubbele espresso met kannetje heet water) en een zalige muffin die ik er van tevoren al heb afgelopen. Voor het eerste zie ik Amerikanen, witte hoeden, zwierige zomerjurken, witte sandaaltjes, in groepjes fotograferen ze elkaar. Ze willen allemaal Bobbie aaien en die staat er klaar voor. Een half uurtje later zit ik weer op een terrasje met een spaghetti Bolognese voor mijn neus. Iedereen eet hier tussen de middag warm en ik doe maar gezellig mee. De oude stad zelf is prachtig, ongeverfde klassieke schoonheid. Heel grote pleinen met veel bogen, kleine piazza’s, veel oude schaduwrijke bomen, een grote antieke wasplaats en een mooie kerk (van binnen vooral). Terug naar beneden is weer een dingetje. Ik loop de verkeerde muur naar beneden en kom ver van de camper uit. Ik ga terug omhoog metzo’n kabeltrekgeval, Bobbie mag mee als… Heeft u een museruola? Ja, hoor… altijd bij me! Dan ga ik wél naar beneden zoals ik naar boven ben gekomen, was even zoeken, maar ik raak eraan gewend, dat verkeerd lopen. Mijn trappenrecord vast gebroken, denk ik. De camper is van binnen 60 graden en de was is droog.We zetten koers naar Como, camping aan het water. Ook nog even boodschappen bij de voorbijkomende Aldi. Weer een dagje gevierd!
A domani
C en Bobbie
Geschreven door JoselooptGR5vanMaastrichtnaarNice