Vandaag is het maandag 13 mei en ga ik de eerste etappe lopen. De dag begint met een ontbijt bestaande uit twee croissants en thee, het is nog een beetje te vroeg, vindt de dienstdoende jongeman, voor een volwaardig ontbijt. Er staat wel een mand met broodjes in een hoek, maar dat is voor mensen die op een normale tijd opstaan, denk ik. Of ze zijn nog een beetje te warm...
Vraagje aan hem, waar is de bushalte naar Florence centrum? Dat is dus rechts, rechts, links...half zeven 's morgens, want het zou zeven+ uur lopen zijn en ik wil wel een beetje op tijd aankomen in Fontisterni. Met de tram naar Santa Croce (denk ik) maar als ik iemand vraag waar ik eruit moet zegt een aardige meneer in vloeiend Engels dat ik direct en nú uit de tram moet om de bus te halen, die halte daar aan de overkant van de straat. Hij wijst zelfs de plek aan. Oké, drukke straat overgerend met de reeds bekende rugzak, hup, komt de bus al aan, rennen maar weer. Ja, net gehaald, geen kaartje natuurlijk, maar dat kan op de bus voor het dubbele tarief. Leuk hoor, in zo'n bus door het centrum van Florence, maar voor dat ik het weet is de bus Santa Croce voorbij en de Arno over. Wat te doen, teruglopen of maar doorgaan? Santa Croce is mijn startpunt, maar de eerste etappe gaat over de Arno naar links, weet ik. Nou, ja, Santa Croce mag ook wel mijn eindpunt zijn, als ik terugkom uit Assisi, dus uitgestapt en door...het is nog ver genoeg, vandaag. Die stempel komt wel als ik terug ben.
Lopend langs de Arno, eerst een verharde straat, dan een jaagpad, tot de weg naar rechts en naar boven gaat, zie ik die prachtige rivier langzaam wild worden, kolkend en bruisend in wit en groen, opgejaagd lijkt hij door zwermen zwaluwen die ongeduldig over het water scheren, op zoek naar vliegjes en meer van dat lekkers. Prachtig, prachtig, maar doorlopen nu.
In Rimaggio kan ik koffie krijgen in een winkeltje (zo vroeg lukt dat niet in Nederland) en die was zó lekker, maar ik liep er ook al even aan te denken, dus dat voegt toe aan de koffievreugde. Daar zit ik dan, met mijn kopje koffie, geheel niet wetend wat mij te wachten staat, in ieder geval geen gebaande paden zoals ik thuis had gedacht.
En het gaat omhoog, écht steil omhoog, eerst over de weg en later door het bos. Met waanzinnig uitzicht op Florence, met luchten die dreigen, zwart bijna, jagend op de wind tot de zon kans ziet door de wolken te breken en over Toscane neerdaalt als een warm voetlicht over al die pasteltinten. Waar doe ik het voor? De foto's geven het antwoord op die vraag. De weg gaat verder door bossen, weggetjes, paadjes bijna verstopt als hazenpad, dat is leuk maar zwaar, zulke ruige, steile paden. Maar er loopt iemand vóór mij uit, een 12e eeuwse padvinder met een emmer oranje verf en die kliedert en kloddert werkelijk overal een pijl of vlek of streep op. Franciscus is hier langs gekomen, zie pijl, vlek, punt en klodders oranje. En dan natuurlijk de andere herkenningstekens, het rood-wit-rood van de LAW paden, overal, elke tak, boom, steen, paal...ik kán echt niet verdwalen (denk ik), tja, maar toch twee keer loop ik behoorlijk verkeerd, want als je even niet oplet duikt de route ineens een greppel in naar links of rechts. Gelukkig heb ik ook mijn GPS waarop ik dan kan zien dat ik niet op het goede pad loop. Er is een zwart streepje dat bijhoudt waar ik loop, met mij meeloopt als het ware en een rood streepje dat aangeeft wáár ik moet lopen, de hele route aangeeft.
Dus als ik twijfel kijk ik daarop. Er zit ook nog een alarm op, maar dat krijg ik niet aan de praat. Veel kijken en checken dus, want ik wil hier niet de weg kwijt raken in mijn uppie. In Rignano sull Arno aangekomen, moet ik een klein stukje met de trein zodat ik niet langs een drukke verkeersweg hoef te lopen, kaartje gekocht met behulp van een paar vriendelijke Belgen (beetje onnozel, C) , eerst nog stokken laten staan bij de kaartjesautomaat in mijn haast die trein te halen, maar gelukkig wacht die wel even op die oude pelgrim daar, de machinist zwaaide vriendelijk, haal maar even op hoor, en door naar S. Ellero. Daar moet ik nog 2,2 km lopen om in Fontisterni te komen. Zit ik me net af te vragen hoe ik daar naar toe moet lopen, waar het verder gaat, moe als ik ben van mijn eerste 20 km, zittend op een bankje bij het station, komt er een man met een hondje langs. Ik praat met het hondje en later met deze aardige man. Hij vraagt waar ik heen ga. Vertel hem dat ik gebeld heb naar mijn overnachtingsadres, maar dat ze niet opnemen. Hij zegt dat hij de eigenaresse goed kent en belt zelf ook even. Geen antwoord. Hij biedt aan om me er heen te brengen in zijn 'machina'. Het blijkt Renato Zanella te zijn van het B&B in S. Ellero (maar dat weet ik pas later) die mijn agriturismo eigenaresse ook goed kent en hij heeft ook nog 'mijn' gidsje van Pelgrimswegen in de hand. Dat gidsje geeft de doorslag, Dankbaar stap ik bij hem in de auto en binnen tien minuutjes zijn we in Fontisterni. Prego, lieve Italiaan! Er was blijkbaar onduidelijkheid over de dag van aankomst en daarom was de eigenaresse van het B&B niet aanwezig. Ze was van mening dat ik de dag ervoor zou overnachten. Maar geen probleem, van harte welkom. Nu heb ik een heerlijk maaltje op, pasta was vóórgerecht, dus ik zit hier tonnetjerond te typen in mijn eerste plekje voor de nacht, een studio met eigen keukentje. Morgen gaat het 1100 meter omhoog, dus ik ga nu slapen en dromen van deze heerlijke tocht. Want de eerste dag is zwaar geweest en mijn lijf is moe, maar mijn geest heeft ontzettend genoten van deze eerste etappe. Nu ben ik echt een pelgrim!
Pace e bene...
Liefs José
Geschreven door JoselooptGR5vanMaastrichtnaarNice