Om precies acht uur stond la donna Claudia weer in de keuken van haar B&B. Ze liep als een truus de mier om me heen de ratelen. Een eitje? Sapje, fruitsalade, koffie, thee, yoghurt, croissantje? Ze verwent me alsof ik haar langverloren dochter ben. We proberen nog een selfie, maar zien alleen onze voeten, omdat ze haar mobieltje niet kan richten. Dan gaan we solo op de foto voor haar gastenboek. Half negen, 10 meter weer op pad, is al een groenteboerin in een piepklein winkeltje. Omdat ik Claudia contant moest betalen heb ik nog één euro over. Ik maak een grapje daarover en vraag una banana en una mela. ‘Een euro’, zegt ze. Ik kijk haar verbaasd aan. Meteen pakt ze nog twee mandarijntjes, die lust ik niet. Ik wijs naar de druiven en er gaat een grote tros bij de banaan en appel in het zakje. Een euro, oké.
Gniffelend loop ik verder. Ja, mij zet je niet af hoor! Om kwart over negen piept de zon door de overwegend bewolkte hemel. Het is een stuk minder warm, vannacht schijnt het geregend te hebben. Niets van gemerkt.
Vandaag is de sterfdag van mijn vader. Hij is maar 66 geworden. Zijn jeugd was moeilijk, een moeder die acht mondjes moest vullen en een vader die de centjes opdronk (zo heb ik vernomen). Het was begin twintigste eeuw en lang geleden, maar ik heb het er nooit met hem over gehad. Vandaag even sterk aan hem gedacht...
Hier buiten ruikt het naar oerwoud en er zijn veel insecten die mij proberen bij te houden.
Ik ga niet uitrusten, dat gun ik ze niet. Ik ben sowieso al dagenlang feestmaal geweest, basta cosi! Mijn benen zijn een geolied onderstel, totaal betrouwbaar om tot Rome door te lopen. Niks verzuring meer.
Er wordt hier gevarieerd verbouwd, druiven, kersen, olijven, appels. Allemaal netjes op rijen gerangschikt, maar huizen ho maar.
Ik hoor nu regelmatig vliegtuigen, de grote stad komt dichterbij. Het landschap verandert, de bergen liggen achter me, de heuvels zijn nu de vriendelijke omlijsting van deze wereld. Om tien voor half elf loop ik over de Strada Nomentana, één van de oude Romeinse wegen die naar Rome leiden.
Om kwart voor twaalf begint het er dreigend uit te zien boven mijn hoofd. Van die donderwolken met de punt naar boven en zwarte lucht in de verte, met de wind deze kant op. Ik probeer de richting vast te stellen, maar het waait nauwelijks. Rondom mij geen schuilhut zoals op de golfbaan met een bliksemafleider op het dak. Goed, dan ga ik het tempo opvoeren. Lunchtijd sla ik over, banaantje, druifjes eet ik al snelwandelend. Om twee uur precies barst het onweer los, de regen komt met bakken uit de hemel en ik sta gewoon lekker onder de hete douche bij Albergo Dei Leoni in Monterotondo. Precies op tijd binnen!
Pace e bene
José