Wekker op zes uur en ver weg van mijn bedje gelegd, geen geluier op een wandeldag. En dat is prima gelukt want om zeven uur lopen we aan de achterkant de camping af. Daar ergens moeten we de route kunnen oppikken en voor het eerst lopen we geen meter verkeerd. Ping, route naar Vianden volgt via GPS al onze stappen en gaan we ergens verkeerd dan gaat binnen 40 meter zijn alarmpje af. Het is lekker fris, maar de wolkeloze lucht belooft een mooie dag. Bobbie loopt voor me uit op een smal richeltje dat als een knikkerbaan rond de heuvel steil omhoog loopt. Vandaag zijn er twee behoorlijk hoge (500 meter) klimmetjes en nog een paar venijnige kuitenbijters ertussenin. Omdat het nog zo vroeg is, hangen de misflarden nog in het dal en komt de zon op alsof hij vandaag jarig is, wat een fantastische kleuren. Na de richel volgt een geasfalteerd weggetje waar heel af en toe een vrachtwagen ons naar de berm dwingt. Om acht uur zijn we boven op de berg in Wahlhousen. Lekkere koeienstrontlucht doet me terugdenken aan mijn jeugd in Son, toen de boeren daar nog plek genoeg hadden en ik welkom was in elke schuur en iedere hooiberg. Er komt een zilveren ronde melkwagen voorbij, dat is vast verse melk van deze ochtend. De koeien staan trouwens op stal en hun kinderen in kooitjes buiten. Niet leuk.
Verderop lopen we een pad voorbij, niet gezien, ping ping, u verlaat de route! Oei, gauw terug, nauwelijks te zien dat paadje. Richelpaadjes zijn favoriet bij Bobbie, staart omhoog rent ze heen en weer, schiet nou op vrouwtje C. Hoogtevrees staat niet in haar blafboek. We komen uit bij Gemund en daar is een camping met koffie en toilet ga ik vanuit. Lopen we die camping op, grote vieze zooi, overal ijzer en hout en stenen, wel tien kittens met vieze oogjes, maar wel een 'damen en herren' geschrift boven twee deuren. Ik knijp mijn neus dicht en duik het donkere gat binnen, hang boven de een jaar geleden nog plee en was mijn handen dankbaar, want er is wel zeep. Dan loop ik verder 'de camping' op. Er zit een mevrouw in een tent uit het jaar BC en ik vraag waar het restaurantje is. Ze kijk me een beetje suffig aan. Restaurantje? Nein, nein..! Dus vertrek ik maar gauw en maak nog even een foto van de faciliteiten aldaar. Komt er ineens een heel dikke, grijze man met een sinterklaasbaard tot op zijn borst op me af lopen. "Gibt mir das handy, hier mit das handy". En ik begin te rennen en hij probeert dat ook maar zijn buik zit in de weg. Ik kijk niet meer om en ren door tot ik de echte campingingang zie. Oef, koffie en even op adem komen, want ik heb wel geen dikke buik maar met zo'n rugzak rennen is niet lekker. Een Oekrainse helpt daar mee en zet een grote beker koffie voor me neer. Als ik weer weg ga moet ik dus wel nog langs de ingang van de non-camping, en daar staat hij weer. We lopen erlangs en daar begint hij weer te schelden. Met grote stappen lopen we er voorbij tot we weer op de route terug zijn. Rond half elf zijn we op de helft van de etappe en een uur later in Stolzembourg waar we een poosje in de schaduw gaan zitten uitrusten. We hebben 12,5 km afgelegd. Weer terug op de volgende berg blijkt er behoorlijk veel stormschade op het pad te liggen. Er liggen zoveel bomen dwars over het pad, ik voel me net Femke Bol, maar dan met het verschil dat ik er af en toe ook onderdoor moet. Om twee uur staan we op Mont Saint Niclaus waar een prachtig uitzicht is. Hier is ook het grote waterreservoir voor de elektriciteitscentrale van Luxemburg. Daar zien we dus niets van, we worden via de vangrail om het complex heen geleid. Niet de leukste plek om te lopen. Bobbie heeft haar schoenen aan, veel asfalt hier en scherpe steentjes. Ik zie dat ze weer meer voor me gaat lopen.
We ontmoeten Kitty van Pel, loopt samen met haar man, maar vandaag haalt hij de camper op en zet hem op de camperplaats in Vianden. Zij is een ervaren wandelaar, vijf jaar jonger dan ik, ze lopen met als einddoel Rome. Een uur later komen we elkaar weer tegen en besluiten samen het laatste stukje naar Vianden te lopen. De verhalen komen los van beide kanten. Dat is voor even heel gezellig. In Vianden staat haar man haar op te wachten en we gaan nog wat drinken. Maar daar is ineens mijn bus! Dag Kitty en echtgenoot, was leuk, maar die bus is nu zó fijn, want we zijn zó moe. 23 kilometer klimmen en dalen (300 m), verzuurd maar gelukkig komen we om kwart over vijf weer op de camping. Douchen, eten, bloggen en slapen.
Tot morgen,
C en Bobbie
Geschreven door JoselooptGR5vanMaastrichtnaarNice