Het was best een pittige etappe en dat kwam vooral door de laatste drie kilometers naar Hotel Don Bosco. Maar laat ik eerst vertellen hoe ik ben begonnen aan de dag. Het ontbijt is bijzonder zoet, allemaal gebak en chocolade cake op twee knoertharde crackers na die ik niet kreeg doorgebeten, het leek wel steen. Ik probeerde het wel, maar er was echt iets mee aan de hand. Zelfs een hond zou er zijn gebit niet aan wagen. Ik zit zelf ook al niet zo lekker in mijn tandenvel, dus dit kon ik er echt niet bijhebben.
Er was weinig mee te snaaien, een stuk appeltaart, meer niet. Ik vroeg om een banaan en een appel een water, Kreeg ik allemaal mee.
Daarna loop ik om tien over half negen naar het startpunt, maar de beschrijving begint ergens anders, dat is lastig, tot een auto stopt, ja alweer, en weet waar ik heen moet. Gewoon hier naar boven, kan niet missen. Het was een kritiek moment voor mij, niet weer verkeerd lopen, c! Ging perfect. Er staan bloeiende anijsplanten in de berm, ik kan ze ruiken. Mijn vader dronk graag Pernod. In Spanje eens bijna zijn hele gezin over de klif gereden, mama zat er gelukkig nuchter naast. Waarom reed die eigenlijk niet? Nou ja, goed afgelopen.
Een geluid dat je hier vaak hoor, balkende ezels. Het klinkt alsof ze leven worden gevild. Ezels en pauwen, wat een kabaal! Wat me opvalt is dat overal, midden, rechts en links van de weg ligt koeienstront, droog, met vliegen, of kakelvers (waar zitten ze?) maar het luchtje is eigenlijk best wel lekker. Ik was vroeger heel vaak bij boeren aan het spelen, het ruikt naar mijn jeugd. Er staat ineens een koe midden op de strada biancha, ik denk oei, en zei denkt ook oei, want ze loopt snel weer terug naar haar kalf in de wei. Probleem opgelost. Dan komt er ineens een grote zwarte labrador aan mij ruiken, hij blaft niet en dat is een veeg teken, hij is superieur aan mij, denk ik. Maar hij doet niks, hij ruikt me en denkt, gatsie wat een zweet, gauw doorlopen. De geiten en veel koeien hebben hier allemaal een bel, ze kunnen zich niet verstoppen.
Het gaat hier steil omhoog, arme Franciscus met zijn sandalen. Gek idee, dat dit pad er honderden jaren al lag en dat het er altijd zal blijven. Om kwart over elf zit mijn eerste pauze erop, de banaan hoef ik niet meer mee te sjouwen. Er zit een moeilijk begaanbaar stuk in deze etappe en Ruud en Pieter hebben een omweg bedacht. Maar ik kan het niet vinden. Ik besluit geen gekke dingen te doen en wurm mij door de struiken, over stokken en stronken omhoog naar de landweg die ergens erboven moet liggen. Ik stuit op een stuk prikkeldraad. Opnieuw wurm ik me erdoorheen, ja, ik ben er. Viel best mee. De landweg is gruwelijk lang, steil en saai en duurt tot de top.
Tien kilometer geklommen, en nu mag ik weer naar beneden. Eerst lunchen met een groot stuk appeltaart en water. Smaakt best.
Als ik buiten adem ben, en dat ben ik nogal eens, dan zet ik mijn stokken tegen mijn sleutelbenen en hang ik eroverheen, dat is dan even lekker uithijgen. Maar als iemand mij ziet, denkt ie dat ik dood sta te gaan, maar het is gewoon een snelle manier om bij te komen van het geklauter.
Het valt me op hoeveel vlinders hier zijn, Ze dartelen rond, roestbruin, wit, geel, lila, groot en klein. Charmante beestjes eigenlijk. Om drie uur ben ik boven op de top. Zes uur over tien kilometer klimmen. Nog een paar mooie bloemetjes gefotografeerd. Wie weet het?
Na 5 kilometer dalen is het laatste stuk echt een verzoeking. Over een asfaltweg in de hete zon, bijna 3 kilometer omhoog naar hotel Don Bosco. Ik drink mijn waterflesje leeg want er komt zo een bron met lekker koel water, staat in de beschrijving. Er staat niet bij dat de bron omringt is en bewaakt wordt door een kudde koeien met hoorns en kalfjes. Ik sla maar even over. Dus heb ik dorst, honger en ik ben moe, ik lijkt wel een vluchteling, alleen ik sta straks onder de douche en er wordt voor mij gekookt. Dus ik mag zeker niet klagen, ook al is het afzien compleet nu.
Morgen weer een lange dag, geloof ik. Eerst maar weer uitrusten.
Pace e bene
José
Geschreven door JoselooptGR5vanMaastrichtnaarNice