Eerst maar even terug naar gisterenavond.
Om half acht naar het restaurant Su passi di Francesco waar ik aan een tafeltje ga zitten. Even later komt er een Nederlands echtpaar binnen en gaat aan een ander tafeltje zitten. Ik nodig ze uit aan mijn tafeltje en we hebben heel gezellig onze ervaringen uitgewisseld. zij hadden afdrukken van wolvenpoten gezien en een slang van een meter. Ha, daarom zeg ik altijd, ga maar vast vooruit! Ik krijg de foto.
Vanmorgen dus op zoek naar ontbijt, meeste barretjes allen zoetigheid. Bakkertje heeft broodje voor lunch en normaal croissantje met soort sapje. Even nog langs frutti e verdura voor twee bananen en een appel. Dan kan ik gaan lopen. Hoe dichter je bij Assisi komt, hoe beter de bewegwijzering, maar liever niet steeds het aantal kms vermelden, wil ik niet weten, is niet belangrijk. Om tien uur passeert mij de Taiwanese, die steeds zat te bakkeleien met mijn Duitser van de foto gisteren, en ja vijf minuten later komt hij ook langs. Ze is hem beu, maar hij wil er nog niet aan. Rond half elf gaat het weer steil omhoog, over een glibberig leempad, stokken zakken zelfs weg in de blub. Doe het rustig hoor, heb geen afspraken. Het gaat nog 1 km omhoog en dan moet er een weide komen. Als zich daar een grote steen bevindt kan ik eindelijk even gaan zitten, hier is het te modderig.
En dan zit ik eindelijk op die steen, op een driesprong en het lijkt wel audiëntie, eerst komen er Duitsers langs, dan Oostenrijkers, en dan goed Engels sprekende Duitsers ( zis iz joeniek) met iedereen maak ik een praatje en het is gezellig druk daar, Van lopen komt niet veel! Als iedereen doorloopt en slangen gaat verjagen, pak ik ook mij boeltje weer op mijn rug. Oef, altijd weer even wennen, dat gewicht. Om elf uur heb ik nog maar 4.1 km gelopen, maar dat was bergop, dus oké. Stukje verderop in een hoek net buiten het bos staat een autowrak met daarin een blaffende hond. Vraag mij net af hoe zielig dat is, als de mij zojuist voorbijgereden mountainbikers omdraaien en mij zo’n 50 meter lang escorteren. Huh? Die hond springt door een zijraam naar buiten en de bikers zeggen dat daar wel vijftien wilde honden bij dat wrak wonen. Wegwezen dus, en grazie tanti!
Vijf over half twaalf ben ik op de top en daar staat een kruis volgehangen met kruisjes en rozekransen, aanbde voet stenen opgetast, en hier heb ik ook maar een steentje bijgedragen (letterlijk).
Precies om 12 uir zie ik in de verte voor de eerste keer Assisi liggen. Ineens biggelen de tranen over mijn wangen, blij dat ik hier heelhuids sta en mijn inspanningen dit beeld opleveren. Tijd om te lunchen, even boven de weg in het gras, rug tegen tas, broodje en water en schoenen uit. Het is zo heerlijk daar dat ik er drie kwartier later nog zit, eh...lig. De wolken drijven langzaam voorbij, maken de lucht nog blauwer. ‘Bows and flows of angel hair, ice cream castles in the air, and feather canyons everywhere, I’ve looked at clouds that way’. Dan moet er toch echt nog een stuk gelopen worden, schoenen en sokken weer aan, alles stijf natuurlijk. Opstaan en lopen, steeds maar naar beneden, terwijl Assisi toch op een berg ligt, er komt een moment dat er weer geklommen moet worden, daar kan je op wachten.
Vandaag neem ik voorlopig afscheid van de landwegen in Umbrië, niet zonder weemoed, het lopen hier heeft me zulke mooie momenten gegeven. Wel raar dat het over en voorbij is, het voelt ergens niet af voor mij, er liggen nog zestien etappes voorbij Assisi en die trekken aan mij. Hoe fijn het ook is om weer naar huis te gaan, een beetje verdrietig is het ook, gek genoeg.
Denk terug aan gisteren, hoe veilig het voelde om die mensen te vragen bij mij te komen zitten, iets wat ik normaalgesproken nooit had gedurfd, maar hier ben je gelijk en hoef je je niet de mindere te voelen, dat heb ik geleerd deze drie weken. Filosofisch werd ik vanmiddag ook al bij een waterval, weer een metafoor voor het leven, ruig en rustig vaarwater.
Oké, doorlopen c, klein stukje nog. Kom bij een beeld van San Pio, vlak voor de 2 km klim naar de stad. Ga even moed verzamelen, schil mijn appeltje op mijn gemak en loop rond het beeld. Dan, na tien minuten sta ik op, doe mijn rugzak om en wat gebeurt er, stopt een busje, stap maar in hoor, 1,50 breng ik je boven. Steil zeg! Heeeerlijk! Vijf minuten later sta ik voor het hotel. Morgen hier rondkijken, zin in!
Pace e bene
...en liefs, José
Geschreven door JoselooptGR5vanMaastrichtnaarNice