Dag 9: woensdag 8 mei. Ault - Dieppe, 57 km.
De route: Ault - Saint Quentin la Motte Croix au Bailleul - Eu - Le Tréport - Criel sur Mer - Petit Caux - Dieppe.
De route was weer prima aangegeven, redelijke wegen, af en toe een grindpad om de drukke wegen te vermijden. Wel flink moeten klimmen en ook mooie lange afdalingen.
Het weer:
Aan het begin weinig wind in de namiddag harde wind mee. Bewolkt en kil pas aan het einde van de dag wam de zon door, toen waren we al op ons adres.
De gegevens:
Om 09:00 uur vertrokken om 16:30 uur gestopt. 4 uur gefietst, gemiddelde van 14 km; stijgen 557, dalen 520.
Klimmen de eerste vanuit Ault in zijn 3, versnelling 3, langzaam rustig tempo van ongeveer 3.4 km. De tweede klim bij Tréport lang, stevig weer eerst in stand 3 en later stand 4, laagste versnelling, lichtere deel 6 km en zwaardere 3.3 km/pu. Prima te doen.
Het verslag:
Zoeken:
Perdu? Vroeg de man die ons wilde helpen. Nee, maar we hadden wel het verkeerde adres gekregen en dan kan je zoeken wat je wil en kom je er niet. Niet altijd matchen de gegevens die je krijgt met de navigatieapparatuur. En we zeiden al tegen elkaar dat het lekker naar beneden ging. Ja, ja maar we moesten terug. Heerlijk dat het motortje er voor zorgt dat we niet heel zwaar hoeven te trappen. Gelukkig een hotel gevonden. Alles is vol. Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag en wat vrije dagen, dan trekt iedereen naar de kust of het nou mooi weer is of slecht weer.
Mensen lopen warm aangekleed met een warme muts op. Anderen in korte broek en tee-shirt….Zo van:’Ik heb vakantie en trek dit aan.’ Iedereen slentert door de stad en maakt zijn tijd vol. Wij rijden erlangs en worden nagekeken.
Het vertrek uit Ault ging bergop en heel rustig trapten we naar boven. Best aangenaam als je niet tot het uiterste hoeft te gaan.
Langs de weg wilden de madeliefjes nog niet helemaal open gaan. De zon was uit. Het raapzaad raakt uitgebloeid en de paardenbloemen zijn pluizenbollen geworden tussen de boterbloemen en de zuring.
In de verte de zeegeruis en niet blauw. De krijtrotsen zien we iedere keer weer tevoorschijn komen achter heuvels en huizen.
Pas toen wij uitgediept waren ging hij aan. Blij met ons onderkomen moeten we nu op zoek naar iets voor morgen. Wat het morgen gaat worden weten we niet. Strressen doen we niet. We gokken er niet op dat er in Fécamp of Ėtretat wel iets betaalbaars is. We gaan naar de grote stad waar zeker wat is, maar wel uit de route.
Geschreven door Hans-en-alies.avonturen