Dag 48, Toulouse - Carcassonne, 96 km
Het weer:
We begonnen al met licht zonnetje, al snel ging het over in bewolking en dreiging met onweer, gelukkig is de regen uitgebleven en het onweer overgetrokken. Het is de hele dag wel wisselend bewolkt geweest met een harde tegenwind, langs het kanaal was het door de bomen en beschutting redelijk goed te doen, maar in het open veld was het zwaar.
De route:
De route begon met een modderpad om op de route te komen en eindigde ook weer met een modderpad. De eerst 30 km op asfalt daarna alleen grind, grof grind wegen die nog ingereden moesten worden, zwaar dus.
De gegevens:
Om 08:15 vertrokken, gestopt om 17:15 uur. 6 uur gefietst 96 km, gemiddelde 15,8. Maximum snelheid 37 km. Stijgen 325 en dalen 404.
Het verslag
Langs de randen van de stad
Zijn het randen of rafelranden. Bij elke grote stad zie je het wel. Hutjes opgetrokken uit hout en van alles en nog wat. Hier aan de rand van Toulouse waren het de grote, oude vrachtschepen die tot woningen waren omgetoverd. De Petronella, de Linda en de Rijnstroom lijken hier hun vaster plekje gevonden te hebben. We komen erlangs, omdat we van uit ons hotel weer op de route langs het kanaal willen komen. De handige app op de telefoon die eerst alleen maar voor de auto en de voetgangers was heeft nu ook de functie voor fietsers. Handig. Ik met de telefoon in de hand zeggen van: nu rechtsaf, over 100 m links, nee nog niet, o jee te ver, klopt niet, er moet daar nog een weggetje zijn en ja, we zitten weer langs het water. Prima, zo komen we wel bij die sluis. Dan wordt het pad wat modderig, wel opgedroogd op heel veel plekken, maar goed opletten. Het pad is nog breed, aan de oever bij de schepen staan inderdaad de hutjes en zelfs een busje dat helemaal overwoekerd is met klimplanten. Dan opeens zijn geen schepen meer langs de kant en wordt het pad akelig smal. De app zegt dat we nog 3,5 km tot de sluis moeten rijden. En klein randje voor de fiets langs een modderplas. Rustig blijven zitten en mee trappen. In een modderplas stappen vinden we maar niks. Bukken voor overhangende takken en tot overmaat van ramp ook nog een tegenligger. We stappen maar even af. Echt waar, na 3,5 km staan we bij de sluis. Tegelijkertijd komt daar roeivriendengroep aanrijden. Wat een toeval.
En dan is het geen probleem meer. Telden we op de vorige route het aantal sluishuisjes, er stonden nummers op, nu lukt dat niet. Er staat wel vermeld hoe ver het is naar de volgende sluis. Het is heerlijk weer, niet te warm en wel een aardige bries. Het geluid van de snelweg, die haast parallel loopt, overstemt het geluid van de vogels.
De velden kleuren geel van het graan, groen van de zonnebloemen die hard hun best doen om wat groter te worden en een groot veld met bloeiende uien trekt onze aandacht. Het landschap doet een beetje Italiaans aan met hoge cypressen en typische huizen.
De vriendengroep heeft pech en staat stil. Onze hulp is niet nodig. Nog twee keer zien we ze en dan zeggen wij tegen elkaar dat we nu makkelijk Carcassonne kunnen halen en daar gaan we voor. Het pad is niet vriendelijk voor ons. Grove steentjes en kuilen. Op een gegeven moment is het van: “ Zullen we de gewone weg nemen? Op de gps staat hij aangegeven.”
Oké dat rijdt een stuk prettiger, maar is ook klimmen, veel wind tegen en warm. Door een dorpje Caux et Sauzensdoet een restauranthouder, toen hij ons aan zag komen de deur van zijn bar op slot. Die twee gasten hoeft hij niet. Ook voor het vullen van onze bidons wilde hij niet. Wij maar weer terug naar het kanaal en daar kunnen we wel iets drinken. Na 7 km. Zijn we in Arcanson en alsof de duvel er mee speelt. Over een geitenpaadje rijden we de stad in.
Ons adres is weer bijzonder. Midden in de stad rijden we door een smalle straat recht op een grote deur af. Code intoetsen en we staan in een grote hal met een paar deuren. Wij moeten naar boven via een stenen kasteel trap lijkt het wel. Het is donker, dus ergens moet er op een knop gedrukt worden. Floep licht aan. Het laatste stuk is een rechte trap en daar is ons mooie appartement met uitzicht op het kasteel hoe fantastisch.
En toch. Ik maak er wel een heel verhaal van. Hans wil altijd avond foto’s. Na het eten wandelen we nog even. Waar naartoe? Het kasteel. Ja, maar ik moet mijn verhaal nog maken. Oplossing gevonden. Op een paaltje. Ik hoor het al zeggen. Ahum. Jawel, zit ik mijn verhaal te typen en tevreden lopen we terug.
Geschreven door Hans-en-alies.avonturen