Laat ik beginnen met het slechte nieuws. Met die verkoudheid gaat het niet beter. Dan het goede nieuws. Het wordt ook niet slechter.
Ben vanmorgen wel een beetje brak opgestaan en het deze keer niets met drank te maken. Gewoon zoals het hoort bij een verkoudheid. Hoesten, wakker. Wegdommelen, te warm, wakker, deken weg. Te koud, wakker. Deken terug. Und so weiter und so weiter. Na een Nurofen en een bakkie gaat het alweer een stuk beter.
Verder zo mijn ding gedaan. Ontbeten, fiets van het rek en tasjes erop. Campert even aangeveegd aan de binnenkant. Afwas gedaan en onderweg naar weer een puntje van mijn bucketlist. Kaap Sint-Vincent. Cabo de São Vicente. Het meest zuidwestelijke puntje van het vaste land van Europa en is vernoemd naar Vincentius van Zaragoza. Heilige grond heb ik begrepen.
De weg er naar toe was toch even een dingetje. De wind is goed aangetrokken, de weg steeds naar boven en het is maar net 20 graden. Fris dus en hard werken. Ook elektrisch.
Onderweg nog een alleraardigste baai tegengekomen en hier valt voor de eerste keer goed op dat de kust totaal anders is geworden. Van lange zandstranden naar hoog en steil oprijzende rotsen die de naam klif met eer mogen dragen. Ik wilde zelf ook graag even beneden kijken maar daar moet je wel wat voor over hebben. Het is al kundig dat ze hier een trap aan hebben kunnen leggen maar het is niet een van mijn favorieten. Het eerste stuk gaat wel maar het laatste stuk zijn van die steile treden en niks om je aan vast te houden en constant speelt er in je achterhoofd mee dat je ook weer naar boven moet.
Eenmaal beneden valt meteen het robuuste op. Alles even steil en massief. Je voelt je gewoon een beetje overdonderd. Aan de andere kant natuurlijk de oceaan en surfers hebben hier een soort bakermat van gemaakt. De golfslag is niet groots maar flink en een aantal van die surfers zitten in de branding te wachten op dat ene golfje. Best grappig om te zien. Wachten, wachten, wachten. Jaaaaa die. Springen op hun plank om vervolgens weer net zo snel om te kiepen. Best vermakelijk en het kost niets.
De klim naar boven viel niet mee maar dat heeft meer te te maken met mijn kortademigheid. Ik heb sowieso al de conditie van een wijkagent en die verkoudheid helpt niet.
Weer terug op de fiets het laatste stuk naar de vuurtoren die echt op het uiterste puntje staat. En je geloofd het niet maar het eerste wat je daar tegenkom is een Duitse Braadworstkraam, gerund door Duitsers en met veel wachtende Duitsers voor een braadworst. Letzte Bratwurst vor Amerika heet die zaak. Leuk gevonden en eerlijk is eerlijk ook ik ben in de rij gaan staan voor een Bratwurst. “Doe mij een broodje Bratwurst voor ik naar de overkant zwem”. “Moet je niet aan beginnen. De wereld is plat dus je komt nergens” krijg je dan als antwoord. Zo ver weg en dan een Duitser tegenkomen met humor. Het leven is mooi.
Hier op dit punt zijn de kliffen zo mooi en overweldigend dat je eigenlijk niet meer weg wilt. Maar je moet wel want morgen gaan we weer verder. Er groeien hier trouwens wel rare bomen en ik heb hier aan van de weinige certificaten in mijn leven gehaald.
Het voordeel van een moeilijke heenweg blijft toch altijd wel de eenvoudige terug weg. De wind is hier veel consequenter dan in Nederland en waait nog steeds uit dezelfde richting. Dus zonnetje in de rug, windje mee en heuvel af. Ik rolde zo de camping weer binnen.
Tot morgen.
🚐💨
Geschreven door Camperavontuur